8 Bestuurslagen gemeente en provincie

Leerdoelen

  • Je kan de structuur van de Nederlandse representatieve democratie op lokaal, provinciaal, nationaal en Europees niveau uitleggen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

  • Je kan de structuur van de Nederlandse representatieve democratie op lokaal, provinciaal, nationaal en Europees niveau uitleggen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Aan hoeveel verkiezingen mag een volwassen Nederlander meedoen?Op welk niveau?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Decentralisatie
De rijksoverheid maakt de grote lijnen van beleid en de details/precieze invulling wordt gedaan door de lagere overheden: daarom spreken we van een gedecentraliseerde eenheidsstaat. 

Vb de spreidingswet: asielzoekers worden beter over het land verdeeld. Het betekent niet dat iedere gemeente verplicht een azc moet hebben. De ene gemeente kan zich richten op azc’s, een andere op statushouders: mensen met een verblijfsvergunning.

Slide 7 - Tekstslide

De Gemeente
  • Sociale domein
-Participatiewet 
-Orde en handhaving
-Algemene Plaatselijke Verordening
  • Bestemmingsplannen
Komt er een Club, een bowlingbaan of een restaurant?
  • Decentralisatie




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wie vormen het dagelijks bestuur van de gemeente?
A
gemeenteraad
B
college van B & W
C
burgemeester

Slide 10 - Quizvraag

De Provinciale statenleden worden gekozen door:
A
de commissaris van de koning
B
de kiezers
C
de gedeputeerden
D
de regering

Slide 11 - Quizvraag

Wie staat aan het hoofd van de gemeente?
A
burgemeester
B
dijkgraaf
C
Commissaris van de Koning
D
minister

Slide 12 - Quizvraag

Wie vormen het dagelijks bestuur van de provincie?
A
commissaris van de Koning
B
Gedeputeerde Staten
C
Provinciale Staten

Slide 13 - Quizvraag

Welke van deze bestuurslagen is het kleinste?
A
Europese Unie
B
Gemeente
C
Provincie
D
Het rijk

Slide 14 - Quizvraag

Wie kiezen uiteindelijk de leden van de Eerste Kamer?
Wie kiezen uiteindelijk de leden van de Eerste Kamer? 
A
Het volk
B
De leden van de Provinciale Staten
C
De Tweede Kamer
D
De senatoren

Slide 15 - Quizvraag

Welke Europese instelling voert het Europese beleid uit?
A
Europees Parlement
B
Europese Raad
C
Raad van de Europese Unie
D
Europese Commisse

Slide 16 - Quizvraag