8.3 Je bloed vervoert

Je lichaam werkt
8,3 Je bloed vervoert
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je lichaam werkt
8,3 Je bloed vervoert

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma

  • Terugblik: soorten bloedvaten.
  • Lesdoel: 
  • Klassikale uitleg. 
  • Zelfstandig werken (fluisteren 10 minuten).

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel


  • Jullie kunnen aan elkaar uitleggen hoe je bloed stoffen vervoert.

  • Jullie kunnen aan elkaar uitleggen hoe de voedingsstoffen bij de cellen komen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: Hoofdstuk 7 + 8,1

Bloedvatenstelsel

  • Je bloedvatenstelsel bestaat uit: je hart en 3 verschillende soortenbloedvaten.

  • Het bloedvatenstelsel vervoert voedingstoffen naar onze lichaamscellen.

  • Wat voor soort voedingsstof of gas vervoert je bloedvatenstel naar je spieren?

Slide 4 - Tekstslide

Het bloedvatenstelsel.
3 Soorten bloedvaten:

  1. Slagaders: vervoeren het bloed vanaf je hart naar je organen (rood en dikke wand).                                                          
  2. Aders: vervoeren het bloed vanaf de organen weer naar je hart. In de aders zitten kleppen om het bloed de goede kant op te laten stromen.                                                  
  3. Haarvaten: de kleinste en dunste bloedvaatjes, zitten in al je organen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vervoert je bloed stoffen?
  • Je hebt ongeveer 4 tot 5 liter bloed.

  • Bloedplasma is het waterige deel van het bloed. Vervoert voedingsstoffen en koolstofdioxide.

  • Vaste deel van het bloed: rode bloedcellen,                                                       witte bloedcellen en bloedplaatjes. 

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Witte bloedcellen zorgen voor de afweer.
  • Bloedplaatjes voor de bloedstolling

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen?
  • De slagaders voeren het bloed naar de haarvaten van de organen. (Glucose zit opgelost in het bloedplasma. Zuurstof zit in de rode bloedcellen.)

  • In de haarvaten gaat zuurstof vanuit de rode bloedcellen naar het bloedplasma.

  • In de dunne wand van haarvaten zitten kleine openingen. Het bloedplasma met daarin glucose en zuurstof lekt door die gaatjes naar buiten. De vloeistof uit de haarvaten komt zo tussen de cellen terecht.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen?
  • De cellen nemen glucose en zuurstof op en gebruiken dit voor de verbranding.

  • Bij de verbranding ontstaat koolstofdioxide en water. Deze stoffen gaan vanuit de cellen naar de vloeistof rond de cellen. Die vloeistof stroomt terug naar de haarvaten. 

  •  Vanuit de haarvaten gaat het bloed met de afvalstoffen naar aders. Vanuit de aders gaat het bloed weer naar het hart.

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Zijn er nog vragen?
  • Huiswerk: Paragraaf 8,3 Bladzijde 92                                                                                                    Opdracht 1 tot 15 in je werkboek!
  • Vragen? Vinger in de lucht.
  • Klaar? Maken flitskaarten over de bloedsomloop.

Slide 9 - Tekstslide

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben glucose en koolstofdioxide uit het bloed nodig.
B
De spieren hebben glucose en zuurstof uit het bloed nodig.
C
De spieren hebben koolstofdioxide en zuurstof uit het bloed nodig.

Slide 10 - Quizvraag

Je bloed stroomt door bloedvaten.
Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm.
Kun je bloedvaten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Je bloed stroomt door bloedvaten.
Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm.
Kun je bloedvaten voelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Waar bestaat bloed uit?

Slide 13 - Open vraag

Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Kleuren het bloed rood
Vloeibaar
Vervoer van zuurstof
Vervoer van voedingsstoffen
Cellen
Lichtgeel van kleur

Slide 14 - Sleepvraag

Nabespreken
  • Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  •  Belangrijke begrippen: Bloedplasma , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken: 8.3 opdracht 1 t/m 8

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  •  Belangrijke begrippen: Bloedplasma
    , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel,
    Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Slide 17 - Tekstslide

Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Kleuren het bloed rood
Vloeibaar
Vervoer van zuurstof
Vervoer van voedingsstoffen
Cellen
Lichtgeel van kleur

Slide 18 - Sleepvraag

Waar bestaat het bloedvatenstelsel uit?

Slide 19 - Open vraag

Noem de 3 soorten bloedvaten

Slide 20 - Open vraag

Welke twee stoffen gaan van het haarvat naar een orgaan?
A
Glucose en koolstofdioxide
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en zuurstof

Slide 21 - Quizvraag

Nabespreken
  • Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  •  Belangrijke begrippen: Bloedplasma , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken: 8.3

Slide 23 - Tekstslide