9.2 Verslag, skelet & herhaling

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Samenhang
Informele Brief - Afstemming op doel 
Formele mail - Afstemming op publiek
Betoog  - Samenhang en leesbaarheid
Verslag + skelet - Herhaling 
CE-training
Kerstvakantie
Kerstvakantie
CE-training
CE-training
CE-training

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Samenhang
Informele Brief - Afstemming op doel 
Formele mail - Afstemming op publiek
Betoog  - Samenhang en leesbaarheid
Verslag + skelet - Herhaling 
CE-training
Kerstvakantie
Kerstvakantie
CE-training
CE-training
CE-training

Slide 1 - Tekstslide

TT = Stam + t-en

VT = Stam + t/d-en ('T SeXY FoKSCHaaP)

Let op: 
1. In welke tijd staat het?
2. Staat er nog een ander werkwoord in de zin? (VT-DLW)
3. Enkelvoud of meervoud? (Ook als het een lange zin is)

Slide 2 - Tekstslide

... (gebeuren) het nog vaak dat jullie d/t fouten maken?
A
Gebeurt
B
Gebeurd

Slide 3 - Quizvraag

Ik voel me pas uit deze
gevangenis ... (bevrijden),
als hij mij ... (bevrijden).
A
bevrijd, bevrijd
B
bevrijdt, bevrijd
C
bevrijd, bevrijdt
D
bevrijdt, bevrijdt

Slide 4 - Quizvraag

Exameneisen

Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Samenhang en leesbaarheid
Woordenschat
Spelling, interpunctie & grammatica


Examenteksten

Brief
Mail
Betoog
Verslag
Memo
Formulier

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weten jullie:

1. Waarom het hebben van een brede woordenschat van belang is. 
2. Wat er in een verslag moet komen.
3. Hoe je snel en overzichtelijk een opdracht maakt door eerst het skelet op te zetten? 

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat 
Gemiddeld 14.000 tot 20.000 woorden 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Singaporetest 70%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met
een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen.
- - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -.
Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar
dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 9 - Tekstslide

Singaporetest 80%
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me.
We hebben geen - meer. Singapore is maar een
klein - met een sterk groeiende bevolking . We -
met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik -
een huis met een - aan beide - , het liefst er -.
Voor de meeste mensen is dit nog steeds de -
wijze van wonen, maar dat is een niet meer te -
- geworden.

Slide 10 - Tekstslide

Singaporetest 90%
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore
tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is
maar een klein eiland met een sterk groeiende
bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we
niet anders kunnen. - - ik wil iedereen een huis met
een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor
de - mensen is dit nog steeds de ideale manier
van wonen, maar dat is een niet meer te - -
geworden.

Slide 11 - Tekstslide

Singaporetest 100%
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen
me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een
klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen
met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals
ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het
liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de
ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te
realiseren droom geworden.

Slide 12 - Tekstslide

Wat beschrijf je in een verslag?
A
Achtergrond informatie over een bepaald onderwerp.
B
Je mening om anderen te overtuigen.
C
Een activiteit of gebeurtenis.
D
Een opsomming van een paar belangrijke punten.

Slide 13 - Quizvraag

Een verslag
  • Titel / inleiding / kern / slot
  • informeren --> dus niet? 
  • logische/chronologische volgorde
  • interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)
  • Geef antwoord op de 5W+H vragen

Slide 14 - Tekstslide

Skelet van een tekst
Voordelen: 
- Tijdswinst: Creatieve deel sneller + geen verspilling op details
- Niets vergeten: dus geen punten onnodig verliezen

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld:


Er landt een brief op jouw deurmat dat het parkje bij jou om de hoek gehalveerd wordt om ruimte te maken voor een parkeerplaats. Om hiertegen in verzet te komen plaats jij een oproep in de buurtkrant om een handtekeningenactie ertegen te starten.

 
• Schrijf een inleiding met een persoonlijke anekdote waarom je vindt dat het parkje behouden moet worden;
• Geef de actie een passende naam die mensen willen ondersteunen;
• Geef twee algemene redenen waarom het parkje voor de buurt zoveel goeds doet;
• Beschrijf twee nadelen voor de buurt als hier een parkeerplaats van gemaakt wordt;
• Beschrijf waar en hoe de handtekeningen ingezameld worden;
• Sluit de oproep passend af.

Slide 16 - Tekstslide

Skelet van opdracht: Park behouden boven parkeerplaats


2 Krijg de asfalTERING.
 

1 Weet u nog de laatste keer dat u aan het picknicken was in het park?
Wist u dat ze het park willen verwijderen om ruimte te maken voor een parkeerplaats!!
Wij starten een petitie om dit... etc.

3 Sociale contacten voor kinderen en ouderen + veel groen in de wijk

4 Verkeersveiligheid + vieze lucht door uitlaatgassen

5 Emailadres en langs de deur

6 Help ons nu de wijk te behouden!


Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: Verslag
Je hebt onderzoek gedaan in het hotel/restaurant waar je stage loopt. De resultaten in een schaal van 1-10 staan hieronder.

Prijs/kwaliteit 6
Menu 8
Bediening 5
Wijnkaart 7
Hygiëne 8

Schrijf een verslag van dit onderzoek voor het management van jouw hotel/restaurant.
Beschrijf hoe je het onderzoek hebt uitgevoerd.
Beschrijf de resultaten en wat opmerkingen van gasten (zelf verzinnen).
Kom met een voorstel om de bediening te verbeteren.
Sluit af met een conclusie.


Slide 18 - Tekstslide