Les 5 Uitscheiding en observatiegegevens

Digibib
Aanmaken van een account bij DigiBib:www.digibib.consortiumbo.nl

Let er goed op dat je als e-mailadres het school mailadres gebruikt. Dit e-mailadres begint met je studentnummer gevolgd door @edu.rocmn.nl
1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 65 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Digibib
Aanmaken van een account bij DigiBib:www.digibib.consortiumbo.nl

Let er goed op dat je als e-mailadres het school mailadres gebruikt. Dit e-mailadres begint met je studentnummer gevolgd door @edu.rocmn.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Urinewegstelsel
Het urinewegstelsel zorgt ervoor dat de afvalstoffen het lichaam via de urine verlaten.
  

Het bestaat uit:
  • Nieren
  • Urineleiders
  • blaas
  • Urinebuis

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het urinestelsel
Het urinestelsel zorgt ervoor dat de afvalstoffen het lichaam via de urine verlaten.

Het bestaat uit:
  • Nieren
  • Urineleiders
  • blaas
  • Urinebuis

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Urinewegstelsel
Normale urineproductie per 24 uur is 1,5 liter
Zoveel zou een volwassene ook minimaal moeten drinken per 24 uur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentie
Continent-> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine incontinentie
  • urine incontinentie --> ongewenst urineverlies

  • heel veel verschillende soorten, meest bekende;
* urge-incontinentie
* inspannings- of stressincontinentie
* overloopincontinentie
* reflexincontinentie (stoornis zenuwstelsel)
* volledige incontinentie
* functionele incontinentie (niet in staat naar toilet te gaan)

Slide 6 - Tekstslide


-Urge-incontinentie  bij voelen aandrang komt er direct urine
-Inspannings- stressincontinentie  bij hoesten, niezen, inspanning
-Overloopincontinentie  met name bij mannen doordat prostaat vergroot is
-Reflexincontinentie  afwijkingen in het zenuwstelsel
-Volledige incontinentie  incontinent van urine en ontlasting
-Functionele incontinentie  toiletgang niet meer goed zelf kunnen

Oorzaken incontinentie
operatie
verzwakte bekkenbodemspieren
niet (meer) voelen van de prikkel
niet (meer) begrijpen 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Continentie bevorderen
- normale patroon proberen te achterhalen
- regelmatig toilet bezoeken
- zorgvrager laten plassen voordat hij weggaat
- zorgdragen voor een goed toegankelijk toilet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom blaascatheter?
Bijvoorbeeld:
* Blaasaandoening
* Neurologische aandoening
* Na operatie
* Bij decubitus
* Meest voorkomend is blaasretentie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaasretentie en oorzaken
Onvermogen om blaas helemaal of gedeeltelijk te legen
* Obstipatie
* Tumor
* Blaasontsteking
* Vergrote prostaat
* Vernauwing plasbuis
* Stolsel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katheters
  • Externe katheters zoals condoomkatheter
  •  interne katheters zoals een blaaskatheter
  • Suprabubische katheter (via buikwand).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende catheters
* Materialen; siliconen, latex, pvc
* Maten; Charriere, volwassenen tussen 12-18 ch
* Ballonfunctie
* Tiemann catheter (ronde tip, bijv bij prostaatproblemen)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende katheterzakken
                                       been-/bedzak. 
                                        
beenzak
350/1000ml
urinezak bed
1000 / 2000ml
standaard

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiepunten bij urine
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Helderheid
  • Geur
  • De manier waarop de cliënt urineert

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur

  • Licht geel: veel water in de urine.
  • Donker geel: weinig water in de urine.
  • Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
  • Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.

Bij een infectie is de urine troebels en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geur

  • Normaal ruikt de urine naar ammoniak.
  •  zoete geur of naar aceton ?
  • Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opvangzak verzorgen
De opvangzak leeg je met onsteriele handschoenen.
Zorg dat je niet spettert en dat het kraantje nergens tegenaan komt.
Leeg de opvangzak niet te laat, zodat hij niet te vol wordt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opvangzak verzorgen
-De opvangzak moet altijd lager dan de blaas hangen, zodat het doorloopt en niet terug stroomt
-Leg hem nooit op de grond
-De slang mag niet onder spanning staan
-Voorkom een knik
-Bij wisselen slang, aansluitpunt altijd schoonmaken met alcohol

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katheterzak legen en/ of verwisselen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwendige katheter



Een condoomkatheter bestaat uit een wat steviger condoom met een trechtervormig uiteinde.

Deze is met een slangetje verbonden aan een urine-opvangzak.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Condoomkatheter voert de urine af terwijl een man zit, loopt of ligt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Externe catheter
https://mediq.nl/zorgprogrammas/pien/gebruik-van-een-externe-katheter

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
  • Lekkage;  controleer de maat van de externe katheter en     vervang deze voor kleine maat.
  • Allergische reactie
  • huidirritatie 
  • beknelling (te strak) (vervangen, andere maat)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SP Katheter
-Een suprapubische katheter is een urinekatheter die via een opening in de buikwand in de blaas is gebracht.
-Vlak boven het os pubis
-Hydrogel ofsiliconen.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SP katheter

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties
  • Langdurige catheterbehoefte
  • OnderzoekBekkentrauma, urethrale chirurgie
  • Acute prostatitis
  • Prostaathypertrofie met daarbij mictieklachten
  • Prostaatcarcinoom
  • Uitgebreide decubitus en incontinentie
  • Acute en chronische urineretentie
  • Comfort voor patiënt/cliënt bij langdurige catheternoodzaak

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen SP katheter
  • Comfort 
  • makkelijker te hanteren 
  • vaak grotere charriere
  • wisselingen relatief pijnloos
  • blaastraining mogelijk


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen SP katheter
Operatie
  • Het plaatsen is een invasieve, meestal chirurgische behandeling met verdoving, en hier gaan altijd risico’s mee gepaard. 
  • Risico: bloeding of inwendig letsel zoals een darmperforatie.

Urineverlies
  • langs de katheter of via transurethrale weg. 
  •  door een verstopping of omdat de Charrière te klein is.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als de zorgvrager de Suprapubisch katheter eruit heeft getrokken?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak wordt de insteekopening van een suprapubisch verzorgd?

Waar let je op bij het verzorgen van de insteekopening?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgen suprapubische catheter

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Noem vijf verschillende complicaties die kunnen optreden bij en na blaaskatheterisatie. Bekijk hiervoor de Vilans zorgprotocollen over blaaskatheterisatie

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen:
- catheterzak aan- en afkoppelen/ doorkoppelen
- catheterzak legen
- suprapubisch catheter verzorgen
- externe catheter aanbrengen


Volgens Vilans protocollen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microlax geven

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obstipatie
Oorzaken:
- vezelarme voeding
- weinig lichaamsbeweging
- neurologische aandoening
- medicatie
- weinig drinken

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiepunten
- frequentie
- hoeveelheid
- kleur
- consistentie
- geur
- samenstelling

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur
- Normaal = bruin
- Stopverfkleur (grijs/ wit) = verstopping galwegen
- Zwart = medicatie of bloeding
- Helderrood = bloeding
OF
Hou rekening met wat iemand gegeten heeft (bijv bieten)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consistentie

Vastheid van de ontlasting
Consistentie en frequentie beinvloeden elkaar

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rapporteren
Bristol stoelgang schaal

Of wat anders...?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkomen is beter dan genezen
Obstipatie is te voorkomen door: * zoveel mogelijk beweging, * indien enigszins mogelijk: niet op de po, maar naar het toilet te gaan, * voldoende te drinken, * voldoende te eten, met speciale aandacht voor laxerende producten, zoals groenten, bruinbrood, zemelen, ontbijtkoek, pruimen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

microlax
microlax maakt harde ontlasting zacht en prikkelt het endeldarmslijmvlies, waardoor aandrang opgewekt word. ontlasting komt meestal binnen 5 tot 20 min opgang

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Microlax geven
- Wat zijn belangrijke observatiepunten?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen en complicaties?
- Wat moet je rapporteren?
- Wanneer schakel je een collega in?
- Hoe verricht je de handeling volgens protocol?

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen:

microlax toedienen


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiegegevens
Ademhaling
Bloeddruk
Polscontrole
Pupil controle
Temperatuur



Slide 49 - Tekstslide

cheyne-stokesademhaling
agonale ademhaling (gasping)
hyperventilatie (te veel ademhalen)
wheezing (piepende ademhaling)
reutelende ademhaling
apneu (ademhalingsstilstand)
dyspneu (moeilijk ademhalen)
snurken
respiratoire stridor
kussmaul-ademhaling
Observatiegegevens
Ademhaling; normaal: borst of buik 12-15x per minuut
Afwijkend: 
* Cheyne stokes
* Hyperventilatie
* Gasping
* Wheezing (https://www.youtube.com/watch?v=VA9C_aCH7F0&t=11s)
* Reutelen/ snurken
* Dyspnoe/ Apnoe


Slide 50 - Tekstslide

cheyne-stokesademhaling
agonale ademhaling (gasping)
hyperventilatie (te veel ademhalen)
wheezing (piepende ademhaling)
reutelende ademhaling
apneu (ademhalingsstilstand)
dyspneu (moeilijk ademhalen)
snurken
respiratoire stridor
kussmaul-ademhaling
Bloeddruk

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pols controle

Kracht en regelmaat waarmee het hart bloed rondpompt in het lichaam. Wordt aangeduid als BPM of /minuut
15 seconden meten

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het hart
https://youtu.be/ByDnipTKbAY

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pupilcontrole
* Vorm en grootte van pupil (verwijding of vernauwing kan door medicatie komen)
* Pupilverschil (kan door druk op de hersenen komen)
* Reactie op licht (pupillen moeten kleiner worden)
* Oogstand (dwangstand, onwillekeurig heen en weer bewegen, of juist stil staan)


Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur
Normale temperatuur:

tussen 36.5°C - 37.5°C
schommelt gedurende de dag

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van koorts?
tussen 37,5 °C en 38°C  verhoging. 

vanaf 38,0 °C koorts.

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De hypothalamus is als het ware de thermostaat van ons lichaam.

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rectaal



+ zeer juiste meting
Bij baby's meest ideaal
andere leeftijden kunnen voorkeur hebben voor andere manier van meten

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Linguaal

onder de tong



- niet betrouwbaar
- niet veel gebruikt

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tympaan
  • in het oor

+ gemeten temperatuur leunt dicht aan bij lichaams - T°

- vaak foutieve resultaten door verkeerde uitvoering

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tympaan
Instructie

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Axillair
  • onder de oksel
  • diep plaatsen
  • arm goed dichthouden

+ gebruiksvriendelijk
-niet veel gebruikt
- minder nauwkeurig

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cutaan


  • via de huid, voorhoofd

+ vlugge meting

- zeer afhankelijk van omgevingsfactoren

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glasgow Coma Scale

E: Eye; reactie ogen; spontaan, op aanspreken, op pijn
M: Motoriek, meestal worden armen getest; bevel opvolgen, pijn lokaliseren, afweren, buigreactie, strekreactie
V: Verbaal; reactie op taal; normaal, verward, onaangepast of onverstaanbaar.
Score; <8 duid op coma

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Pols, ademhaling en bewustzijn
Bloeddruk meten
Temperatuur
Volgens Vilans protocollen

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies