Huiswerk - paragraaf 5.1

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Huiswerk - Vraag 2

2C. Kies bij elke eigenschap of je deze hebt gekregen door je genotype, door je leefstijl/omgeving of door beide.

A. je bent snel zenuwachtig bij proefwerken

1. Genotype
2. Leefstijl/omgeving
3. Beide (A en B)
4. Fenotype

B. Je hebt een gespierd lichaam

1. Genotype
2. Leefstijl/omgeving
3. Beide (A en B)
4. Fenotype

C. Je hebt een tatoeage

1. Genotype
2. Leefstijl/omgeving
3. Beide (A en B)
4. Fenotype

D. Je hebt krullend haar vanaf je geboorte

1. Genotype
2. Leefstijl/omgeving
3. Beide (A en B)
4. Fenotype

E. Je kunt goed gitaar spelen

1. Genotype
2. Leefstijl/omgeving
3. Beide (A en B)
4. Fenotype

2A
Alle eigenschappen van een organisme samen noem je het ....

2A
2A. De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme noem je het ....

Verandert bij het verven van je haar het fenotype en het genotype?

1. Alleen het fenotype
2. Alleen het genotype
3. Het genotype en het fenotype veranderen
4. Het genotype en het fenotype veranderen niet