3F Hoofd- en bijzaken

Hoofd- en bijzaken 3F
17 mei 2021

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofd- en bijzaken 3F
17 mei 2021

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is de belangrijkste boodschap uit het filmpje?
A
Nederland staat Europees gezien zelfs op plek één met online boodschappen doen.
B
3 op de 10 Nederlanders heeft wel eens een maaltijdbox besteld.
C
Er worden online steeds vaker boodschappen en maaltijdboxen besteld.
D
Bij PICNIC staan 75.000 mensen in de wachtrij om te bestellen.

Slide 3 - Quizvraag

Hoofdzaken
  • Kun je niet weglaten, anders kun je de tekst niet goed begrijpen.
  • Hoofdzaken zijn belangrijk voor het tekstdoel.
  • De tekst zonder voorbeelden of uitleg.
  • Vat je alle hoofdzaken in één zin samen, dan heb je de hoofdgedachte van de tekst.
  • Handig voor een samenvatting.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bijzaken
  • Kun je weglaten.
  • Voorbeelden, uitleg, onderbouwing en argumenten die horen bij de hoofdzaak.
  • Maken de tekst helderder of leuker.

Slide 6 - Tekstslide

Bijzaken helpen hoofdzaken
  • Zonder argumenten is een mening niet duidelijk.
  • Zonder plaatjes of voorbeelden is een instructie niet duidelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzaken kun je weglaten uit de tekst. Je begrijpt de tekst dan nog steeds.
A
Ja dat is waar.
B
Nee, bijzaken kun je weglaten.

Slide 8 - Quizvraag

Bijzaken helpen hoofdzaken
  • Zonder argumenten is een mening niet duidelijk.
  • Zonder plaatjes of voorbeelden is een instructie niet duidelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Als je een mindmap maakt, wat zet je dan in het midden?
A
De hoofdzaak
B
De bijzaken

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste punten van een tekst
B
De plaatjes
C
Argumenten, voorbeelden en uitleg
D
Alle tussenkopjes samen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is in deze zin de hoofdzaak: Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, want ik was ziek.
A
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
B
De hele zin is hoofdzaak.
C
Ik was ziek.
D
Ik weet het niet.

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
  • Lees het artikel over de bhut jolokia.

  1. Wat is het onderwerp van de tekst?
  2. Onderstreep 3 hele zinnen uit de tekst die over hoofdzaken gaan.
  3. In welke alinea staan de meeste bijzaken? Waarom vind je dat?
  4. Omschrijf in één zin waar de tekst over gaat.

  • Je hebt hiervoor 5 minuten. Je mag overleggen met elkaar. 
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent in de tekst het woord 'veroberde'?
A
bestelde
B
at op
C
gaf over
D
bereidde

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent in de tekst het woord 'syndroom'?
A
medicijnen
B
operatie
C
diagnose
D
alle klachten die bij een ziekte horen

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent in de tekst het woord 'schaal'?
A
bak van glas
B
huid van bijvoorbeeld een kreeft
C
de maat van iets
D
buitenkant van een ei

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent in de tekst het woord 'waarde'?
A
effect
B
prijs
C
kwaliteit
D
hoeveelheid

Slide 17 - Quizvraag

Antwoorden
Onderwerp van de tekst:

  • De bhut jolokia


Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden
Hoofdzaken van de tekst:
  1. En die salsa was gemaakt van niet zomaar een pepertje, maar van de bhut jolokia, de op twee na heetste peper ter wereld, die ook wel spookpeper wordt genoemd.
  2. Hij had door het eten van de te hete burger last gekregen van een zeldzame ziekte: het syndroom van Boerhaave.
  3. Er is een speciale schaal om de hitte van een peper te meten, de zogenoemde Scovilleschaal.





Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
Bijzaken van de tekst:

  • Alinea 3


Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden
De tekst samenvatten in één zin.

  •  De bhut jolokia is op de schaal van Scovilles een van de heetste pepers ter wereld en kan bij verwerking in gerechten ernstige  gezondheidsklachten veroorzaken.


Slide 21 - Tekstslide