TaalCompleet A1 - thema 4 - dictee
4.13 Van € 1,50 voor € 0,99De bananen zijn geel.
De sinaasappels zijn oranje.
Ik eet nooit citroenen.
U krijgt de worst gratis.
De bonen hebben verschillende kleuren.
Wij kopen een zak aardappels.
Eén kilo peren kost € 1,79.
Welk soort druiven koopt hij?
Wij eten ’s avonds vaak sla.
Waar liggen de wortels?