H2 par. 2.5 Romanisering

Memo brugklas T/H
H2. De Grieken en Romeinen
par. 2.5 Romanisering
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo brugklas T/H
H2. De Grieken en Romeinen
par. 2.5 Romanisering

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je voorbeelden geven van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • Kun je uitleggen wat Romanisering is en kun je hiervan voorbeelden geven.
  • Weet je welk volk er in Nederland leefde in de tijd van de Romeinen en kun je voorbeelden geven van de cultuur van dit volk.
  • Kun je uitleggen wat Romeins burgerrecht is, wat hier de voordelen van waren en hoe je het Romeinse burgerrecht kon krijgen.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Romeinse cultuur
  • Vanaf 200 v.C. veroverden de Romeinen Griekenland.
  • Romeinen hadden veel bewondering voor de Griekse cultuur en namen veel dingen over: Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 3 - Tekstslide

Grieks-Romeinse cultuur
  • Bouw- en beeldhouwkunst (Grieks)
  • Goden (Grieks, kregen Romeinse namen)
  • Keizerverering (Romeins)
  • Toga (Romeins)
  • Latijn (Romeins)
  • Vermaak (Romeins)

Slide 4 - Tekstslide

Romeinse manier van leven
  • Bestuurder en soldaten die buiten Italie leefden,              bleven trouw aan de Romeinse manier van leven met:
  • Romeins aardewerk, glaswerk, olijfolie en wijn.
  • Betalen met Romeinse munten i.p.v. ruilen.
  • Romeinse tempels, badhuizen en theaters.

Slide 5 - Tekstslide

Romaniseren
  • Rijkere mensen in de veroverde gebieden probeerden als Romein te leven: toga dragen en leerden Latijn.
  • Zij namen dus de Romeinse cultuur over: Romanisering.
  • Dit was niet verplicht!
  • Overwonnen volken mochten hun eigen gewoontes en geloof houden.
  • Wel moesten ze de Romeinse keizer en goden verereren. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nederland
  • In Nederland leefde in de tijd van de Romeinen een Germaans volk: de Bataven.

Slide 8 - Tekstslide

Germanen
  • kleine dorpen
  • landbouwsamenleving
  • eigen goden bijv. Freya, Donar
  • vereren van vuur, water, aarde ,bomen

Slide 9 - Tekstslide

Romeinse burgerrecht
  • Soms trouwde een Romeins soldaat met een vrouw uit het gebied waar hij gelegerd was.
  • Na zijn diensttijd bleef hij daar dan wonen.
  • Zijn vrouw en kinderen kregen het Romeinse burgerrecht.
  • Bataven waren verplicht om mee te vechten in het Romeinse leger, hierna werden zij ook Romeins burger.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Romeins burgerrecht
  • Romeins burgerrecht had veel voordelen:
  • Minder belasting.
  • Deelnemen aan bestuur.
  • Romeinse rechtspraak (eerlijk proces).

Slide 12 - Tekstslide

Het overnemen van de Romeinse cultuur noemen we romanisering
timer
0:20
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Galliërs gingen latijn spreken.
Dit is een voorbeeld van?
timer
0:20
A
Pax Romana.
B
Romantisering.
C
Romanisering.
D
Kolonisatie.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van romanisering?
timer
0:20
A
De Latijnse taal leren
B
De god Jupiter aanbidden.
C
Een toga dragen (in plaats van een broek)
D
Alle gegeven keuzes zijn voorbeelden van romanisering.

Slide 15 - Quizvraag

"Romeinen namen de goden over van de Grieken." Dit past bij..
timer
0:20
A
Grieks-Romeinse cultuur
B
Ambacht
C
Romanisering
D
Volksverhuizingen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kun je als niet-Romein toch het Romeinse burgerrecht krijgen?
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 18 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 2.5  lezen  en daarna maak je de opdr. van par. 2.5 tot de toepassingsopdracht.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken. Daarna werk je de leerdoelen uit van par. 2.5. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 20 - Tekstslide