Grammar - Quantifiers

Quantifiers
Met quantifiers geef je aan om hoeveel 'iets' gaat.
(Denk aan het woord quantity).
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quantifiers
Met quantifiers geef je aan om hoeveel 'iets' gaat.
(Denk aan het woord quantity).

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel?
Welke quantifier gebruiken? Nagaan of het gaat om:
countable (telbare) of uncountable (ontelbare) zelfstandig naamwoorden. 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Uncountable
B
Countable

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Love
A
Uncountable
B
Countable

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sunlight
A
Countable
B
Uncountable

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bread
A
Uncountable
B
Countable

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Series
A
Uncountable
B
Countable

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het nagaan?
Zet een getal voor het zelfstandig naamwoord.
One air, two airs... 😆
One sunlight, two sunlights... 🤗

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tiny test!
Probeer niet na te denken, maar kies op gevoel. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I drank .... water today.
A
little
B
few

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There are ......... soldiers.
A
a few
B
a little

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This is .... rice.
A
few
B
little

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A ..... drinks
A
few
B
little

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I only have ..... money left.
A
little
B
few

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you want .... sugar in your tea?
A
a few
B
a little

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke quantifiers?
Veel:
Countable
Uncountable
Soort zin
Lots
Lots
Bevestigend
A lot
A lot
Bevestigend
Many
Much
Ontkennend

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus welke quantifiers?
Weinig/een beetje:
Countable nouns
Uncountable
nouns
Few
Little
A few
A little
Countable: I only have a few M&M's.
Uncountable: There is little sunshine today.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

much & many

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


                                               Much/Many

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME & ANY
Betekenis: een paar, een beetje, wat, enkele
Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME • when to use it? 
1. In bevestigende / positieve zinnen
   We bought some flowers
2. In een vraag als je verwacht dat het 
   antwoord "ja" is
   Can I have some water please?
3. Bij een aanbod of verzoek
   Would you like some tea?
   
    
 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is

We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.

Slide 22 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
             
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
                          Maybe, maybe not.
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 24 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
Some/any

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We have ___ apples.
A
some
B
any

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Did you see ___ good films this weekend?
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We don't have ___ bread.
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

On my birthday, I got ___ cards.
A
some
B
any

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you have ___ pets?
A
some
B
any

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The end
How did it go? Need more explanation? Or practice together? 

Make the worksheet! Done? Make revision 6, 7, 8 & 9 or practice reading

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies