Gemiddelde snelheid

6.2 Gemiddelde snelheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.2 Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Test je zelf 1 t/m 7 + Opdracht B Cassette bandje
1) Foto met korte lichtflitsen maken met: ......
2) Wat moet je voor gegevens hebben om een plaats-, tijd tabel te maken?
3) Stroboscopische foto, per 0,1 een flits, hoeveel tijdsverschil tussen de rollende ballen?
Tussen vraag hoeveel ballen? en wat is het startpunt?
4) Omrekenen: m/s naar km/h =.....van km/h naar m/s (moet je weten) meer is keer (m naar km ezelsbruggetje)
23 cm per 1 seconde; 2,3 dm per 1 seconde, 0,23 m per 1 seconde = 0,23 m/s

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
5)G: ligfiets, zeer lage luchtweerstand, 200 m is de afstand s, tijd over traject; t = 5,4 s.
G: v gem in km/h
F v gem = s/t
B: v gem = 200 /5,4
A v gem =..................m/s x...........
6)G: v = 90 km/h= : 3,6  = .......,/s rechterhoek doel, blijft met deze snelheid rollen, afstand s= 11,5 m vanaf penalty stip.
G: tijd in s om de bal tegen te houden
Tip maak een schetstekening.
F: t = s/v
B: t = 11,5 /                                   A: t =.......s

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
7) Wat weten we: Gegeven:  t= 20 min. = .......s.. v gem = 18 km/h =........m/s
Gevraagd: afstand s in meter
Formule: v = s/t , s = v x t
Berekening: s = .........x ....................
Antwoord: s = ..........m = s ......................km
Daarna pas de juiste letter noteren!

Slide 4 - Tekstslide

B Bewegen: Onderwerp: Rechtlijnige beweging
Een cassette bandje
Tekst: Als je een cassette afpeelt is de snelheid van de tape 4,75 cm/s. Een bandje heeft een speelduur van 45 minuten per kant. Wat is de lengte van de tape als je de tape helemaal zou uitrollen?
Wat haal je uit de tekst, de gegevens:
Noteer de gegevens met grootheid en eenheid:
G: v = 4,75 cm/s,  v = ..............m/s, t = 45 minuten per kant ( 1 minuut = 60 seconde), t = .......s.
G: lengte van de tape = s van afstand, aantal cm en omrekenen naar aantal m
F: v = s/t , s = v x t, t =s / v (dit moet je oefenen en weten)
B: s = v x t
s = .....x ......
A: s =..............m

Slide 5 - Tekstslide

B Een cassette bandje
Stel je hebt de twee kanten vol met muziek-opnames staan?
Hoeveel tijd kun je dan van de muziek genieten?
Laat dit zien aan de hand van een berekening met GGFBA.
G: 2 kanten elk 45 minuten
G: hoeveel tijd
F: 1 minuut = 60 s.
t = 45 minuten = 2700 s
B: t = 2700 x 2
A: t = 5400 s

Slide 6 - Tekstslide

6.2 Gemiddelde snelheid
Leerdoel 1: Ik kan uitleggen op welke manieren je gemiddelde snelheid kunt berekenen
Leerdoel 2: Ik kan snelheden omrekenen
Leerdoel 3a: Ik kan afstand en tijd berekenen
Leerdoel 3b: Ik kan een snelheid,-tijd diagram maken en aflezen.

Slide 7 - Tekstslide

I kunt een beweging vastleggen door een video-opname te maken. De lengte van video-opname is 2 meter. De videocamera van Susan maakt opnames van 40 beelden per seconde. Bereken v gem:

Slide 8 - Open vraag

II Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De bal rolt op een baan die 200 cm lang is. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits.
Bereken v gem
A
2,86 m/s
B
333,33 m/s
C
2000 m/s
D
28,6 m/s

Slide 9 - Quizvraag

III Je ziet de stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,2 s een flits.
Hoeveel tijdsverschil zit er tussen de eerste en de laatste opname?
A
1,0 s
B
1,2 s
C
1,4 s
D
0,2 s

Slide 10 - Quizvraag

III a Reken om naar m/s:
2,589 km/h =
A
0,72 m/s
B
9,32 m/s
C
258,9 m/s
D
9320, 4 m/s

Slide 11 - Quizvraag

III b Reken om naar km/h:
2,5 m/s =
A
90 km/h
B
25 km/h
C
9 km/h
D
25 km/h

Slide 12 - Quizvraag

IV Wat is een (x,t)-diagram?
Een (x,t)-diagram is een grafiek van --------------- waarin je bij elk------------ de bijbehorende grafieklijn kunt aflezen om te kijken of deze eenparig, versneld of vertraagd is.

Slide 13 - Open vraag

V Een (x,t)-diagram, wat kun je met de gegevens uit dit diagram aflezen?
3 antwoorden.

Slide 14 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat: Lees, gebruik deze lesson-up en maak van hoofdstuk 6, paragraaf 1 en 2 flitskaartjes + Oefening en zelf te maken: C: Omrekenen en D:  De tour de France
Wanneer: Zorg dat dit volgens huiswerkopdrachtenplanning 14 januari in teams af is en ingeleverd. 
Hoe: Met je boek en in je schrift. Schrijf met pen, teken met potlood. 
Klaar?: (T-huiswerk) opdracht C en D en stapeltje flitskaartjes met alle formules, grootheden en eenheden (ook in woorden)+ begrippen en omschrijvingen. Met natuurlijk ook test je zelf: 8 t/m 11 en 13

Slide 15 - Tekstslide

Flitskaartjes
bij huiswerkopdracht van 14 januari
Begrippen en omschrijvingen staan bij lesmateriaal bewegen in teams
Uitprinten of zelf maken op A-4 formaat

Slide 16 - Tekstslide

C: Schaalsommen: Afstand/tijd/snelheid in de verhoudingstabel
MET ALTIJD GEGEVEN, GEVRAAGD, FORMULE, BEREKENING EN ANTWOORD
Afstand (s in m.) berekenen:
De snelheid van een voertuig is 120 km/uur. Het voertuig is 3 uur en 30 minuten onderweg.
Bereken de afgelegde afstand in meter
De snelheid van een voertuig is 85 km/uur. Het voertuig is 3 uur en 25 minuten onderweg.
Bereken de afgelegde afstand in meter




Slide 17 - Tekstslide

tijd (t. in s.) berekenen:
De snelheid van een voertuig is 40 km/uur. Het voertuig heeft 119 km afgelegd.
Hoelang was het voertuig onderweg? Noteer in het aantal seconde.
De snelheid van een voertuig is 3 km/uur. Het voertuig heeft 16 km afgelegd.
Hoelang was het voertuig onderweg?(in s.)

Slide 18 - Tekstslide

snelheid (v in m/s) berekenen
Het voertuig heeft 15 km afgelegd en deed daar 2 uur en 25 minuten over.
Bereken de snelheid van het voertuig. (antwoord in 1 decimaal)
Het voertuig heeft 80 km afgelegd en deed daar 2 uur en 25 minuten over.
Bereken de snelheid van het voertuig in km/h
(MEER OEFENINGEN: SOMMENPRINTER.NL)

Slide 19 - Tekstslide

D De tour de France
Lees het artikeltje uit de krant. Bereken de starttijd van de etappe.
Gegevens: aankomst tijd = ....., v gem : ....... km/h
afstand = ...... km
Gevraagd: de starttijd in uren
Formule:
Berekening:
Antwoord:

Slide 20 - Tekstslide