Les 4 - E-mail verkeer

E-mail verkeer
Domein L: Netwerken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

E-mail verkeer
Domein L: Netwerken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je de werking van e-mail beschrjiven aan de hand van de protocollen POP3, IMAP en SMTP.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is DHCP onmisbaar in (grote) computernetwerken?

Slide 3 - Open vraag

Kunnen er meerdere DHCP servers in één netwerk actief zijn? Leg je antwoord kort uit.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het doel van een DNS server?

Slide 5 - Open vraag

De geschiedenis van e-mail
Ray Tomlinson stuurde in 1971 de eerste zogenaamde "e-mail" over het ARPANEt, de voorloper van het huidige internet.

Slide 6 - Tekstslide

20 jaar na de e-mail van Ray....
Internet, wat....?

@-teken 
(about, at, wat is het eigenlijk voor een symbool)?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Van 1994 naar 2020
In 1994 vonden mensen internet maar een vreemd iets.

Van e-mail (of het @ teken) had men al helemaal niet gehoord....

En e-mail is met de komst van sociale media zoals WhatsApp al weer ingehaald. 

Slide 9 - Tekstslide

Leuke weetjes..
Hier links staan een aantal leuke feitjes uit de geschiedenis van het internet.

Slide 10 - Tekstslide

Werking van e-mail
E-mail vesturen we vanaf een computer (gebruiker) naar een andere computer (gebruiker). 

Mail gaat van een Mail User Agent (MUA) naar een Mail Transfer Agent (MTA). Een MTA maakt gebruik van het internet om een bericht te versturen. Hiervoor maakt de MTA gebruik van het Simple Mail Transfer Protocol (SMTP) protocol.

Slide 11 - Tekstslide

Werking e-mail
E-mail moet dus verstuurd worden vanaf een server (MTA). Maar hoe weet de versturende MTA nu precies naar welke ontvangde MTA het bericht moet?

Daar komt het @ teken!

Slide 12 - Tekstslide

@ teken
Als je een fysieke brief stuurt naar iemand moet je een adres en postcode opgeven. 

Bij e-mail is het gedeelte achter het @ teken het adres, zoals @vlietlandcollege.nl of @gmail.com

Slide 13 - Tekstslide

MX record
Als je eigenaar bent van een domeinnaam, bijvoorbeeld vlietlandcollege.nl, en je wilt e-mail gaan gebruiken dan moet je in een DNS server aangeven dat je een MTA server hebt. 

Dit doe je met een zogenaamd MX-record.

Slide 14 - Tekstslide

MX record
Een MX record in een DNS server geeft aan waar de MTA te vinden is.

Een DNS server kan meerdere MX records bevatten

10 mx1.vlietlandcollege.nl
20 mx2.vlietlandcollege.nl

Slide 15 - Tekstslide

Een MX record in een DNS server geeft aan waar de MTA te vinden is.

Een DNS server kan meerdere MX records bevatten

10 mx1.vlietlandcollege.nl
20 mx2.vlietlandcollege.nl

Slide 16 - Tekstslide

Mail ophalen van een MTA
Om mail op je computer, telefoon of tablet te bekijken moet je toegang hebben tot de MTA. Mail kan op twee verschillende manieren worden bekeken:

  • Post Office Protocol (PO3) protocol
  • Internet Message Access Protocol (IMAP) protocol

Slide 17 - Tekstslide

Verschil POP3 en IMAP
Bij POP3 haalt je apparaat de e-mail op van de MTA en wordt deze opgeslagen op je apparaat.

Bij IMAP "kijkt" je apparaat naar de mail op de server, maar wordt deze niet opgeslagen op je apparaat.

Slide 18 - Tekstslide