De werking van A-records en MX-records voor een e-mailserver

De werking van A-records en MX-records voor een e-mailserver
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De werking van A-records en MX-records voor een e-mailserver

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je de werking van een A-record en MX-record uitleggen voor een e-mailserver.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie van het doel van de les.
Wat weet je al over de werking van DNS-records voor e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een DNS-record?
Een DNS-record is een instelling die vertelt waar een domeinnaam naar moet verwijzen.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleggen wat een DNS-record is.
A-records
Een A-record vertaalt een domeinnaam naar een IP-adres.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleggen wat A-records zijn en hoe ze werken.
MX-records
Een MX-record vertelt waar e-mails voor een domeinnaam naartoe moeten worden gestuurd.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleggen wat MX-records zijn en hoe ze werken.
Prioriteit van MX-records
MX-records hebben een prioriteit, zodat de e-mails naar de juiste server worden gestuurd als er meerdere MX-records zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleggen hoe de prioriteit van MX-records werkt.
Voorbeeld
Stel, je wilt een e-mail sturen naar info@domeinnaam.nl. Het MX-record van domeinnaam.nl is ingesteld op mail.domeinnaam.nl. Het A-record van mail.domeinnaam.nl is ingesteld op IP-adres 123.456.789. Dit betekent dat de e-mail naar 123.456.789 wordt gestuurd.

Slide 8 - Tekstslide

Geef een voorbeeld om de werking van A-records en MX-records te verduidelijken.
Oefening
Geef voor een willekeurige domeinnaam het MX-record en bijbehorende A-record.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de studenten in groepjes of individueel een oefening maken om de theorie in praktijk te brengen.
Samenvatting
Een A-record vertaalt een domeinnaam naar een IP-adres en een MX-record vertelt waar e-mails voor een domeinnaam naartoe moeten worden gestuurd. MX-records hebben een prioriteit om de juiste server te selecteren.

Slide 10 - Tekstslide

Samenvatting van de belangrijkste punten uit de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.