Les 4 blok 2 gramm bvb en bwb

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het verschil tussen de bwb en bvb

Slide 5 - Tekstslide

Verschil bwb en bvb
Een bijwoordelijke bepaling is een apart zinsdeel (kun je los gebruiken).
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord en hangt dus samen met een aantal andere woorden tot een zinsdeel en is een zinsdeelstuk.
Bwb: In Duitsland hebben archeologen drie verkoolde kaiserbroodjes gevonden.
Bvb:  Archeologen hebben in een klein stadje in Duitsland drie verkoolde kaiserbroodjes gevonden.

Slide 6 - Tekstslide

In Coevorden zijn veel ganzen in het park te vinden.
'in het park' is een
A
bwb
B
bvb
C
bvb-zin

Slide 7 - Quizvraag

Die rivier is heel erg LANG
A
bijwoordelijke bepaling
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 8 - Quizvraag

Herhalen zinsontleding
persoonsvorm:    (pv) tijdproef/getalproef/vraagzin
onderwerp (ond):  wie/wat + wwg? (wie doet er wat?)
werkwoordelijk gezegde (wwg): alle werkwoorden in de zin (ook de pv, scheidbaar samengestelde werkwoorden, te en aan het)
lijdend voorwerp (lv):  wie/wat + wwg + ond?
meewerkend voorwerp (mv):  aan wie/voor wie? + wwg + ond?
bijwoordelijke bepaling (bwb):  prullenbak (waar? wanneer? hoe? waarom? waarheen?)
bijvoeglijke bepaling (bvb) geeft extra informatie over een ZNW in een zinsdeel, kan ervoor en erachter staan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide