Bij kurkbandjes actief transport mineralen via celmembraan
Hoge osmotische waarde in centrale cilinder
Osmose naar centrale cilinder
Kurkbandjes verhinderen terugstromen water
Water in houtvat stijgt --> worteldruk
Slide 13 - Tekstslide
Waterpotentiaal
Verplaatsing van water (MPa)
Osmotisch potentiaal wordt negatiever met meer opgeloste stoffen
Drukpotentiaal wordt positiever met hogere turgordruk
Water beweegt van hoog naar laag waterpotentiaal
Slide 14 - Tekstslide
Stijgende sapstroom
Cohesie en adhesie samen grotere kracht dan zwaartekracht
Water wordt omhoog getransporteerd
Slide 15 - Tekstslide
Houtvaten
Watertransport door verschil waterpotentiaal door verdamping, water aangevuld door capillaire werking (verdampingsstroom)
Huidmondjes kunnen sluiten om verdamping tegen te gaan
In zomer vooral verdamping, in lente vooral worteldruk
Slide 16 - Tekstslide
Herhaling V5-T5
Opties:
Oefentoets LessonUp (nagekeken door SCR)
Doornemen hoofdstuk (LessonUp of video bekijken, samenvatting schrijven, enz.)
Oefenen examenopgaven (zelf nakijken)
Andere opties:
Afronden thema 3
Vaardigheden oefenen: aanpak context / open vragen / meerkeuze
Slide 17 - Tekstslide
Groei
Delingen in meristeem toppen van stengels en wortels (groeipunten) zorgen voor lengtegroei
Diktegroei: cambium
Celstrekking en celspecialisatie één van twee dochtercellen stamcel in meristeem
Slide 18 - Tekstslide
Houtvaten en bastvaten
Houtcellen maken secundaire celwanden van cellulose en lignine, dwarswanden verdwijnen
Bastvaten krijgen openingen tussen cellen, celkernen verdwijnen
Slide 19 - Tekstslide
Sapstroom
Houtvaten (xyleem): anorganisch - water en zouten
Bastvaten (floeem): organisch - water en assimilatieproducten (glucose)
Slide 20 - Tekstslide
Bastvaten
Bevat vooral suiker
Variabele richting sapstroom, van suikerbron naar plek waar suiker nodig is of opgeslagen wordt
Slide 21 - Tekstslide
Voortplantingsorganen plant
Zelfbestuiving en kruisbestuiving
Slide 22 - Tekstslide
Auxine
Licht vermindert aanmaak auxine
Auxineconcentratie lager aan belichte zijde
Belichte zijde groeit langzamer
Stengeltop groeit richting licht
Auxine door zwaartekracht in onderkant stengel, waardoor deze naar boven groeit
In wortel andersom
Slide 23 - Tekstslide
Fototropie
Geotropie
Slide 24 - Tekstslide
Bouw planten
Meristemen, groeipunten
Houtvaten en bastvaten, cambium, jaarringen
Transport door houtvaten en bastvaten, capillaire werking, worteldruk, waterpotentiaal
Huidmondjes
Assimilatie en dissimilatie, beperkende factor
Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting, bestuiving, bevruchting, stekken, enten, weefselkweek
Auxine, fototropie en geotropie, ethyleen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
V5 Thema 1
Regeling
BINAS tabellen: 88, 89
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Synaps
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Zenuwcellen en zenuwen
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Natrium-kaliumpomp
In neuron cytoplasma negatief geladen vergeleken met buitenkant neuron
Rustpotentiaal -70 mV
Buiten meer Na+ dan K+, in cytoplasma meer negatieve ionen
Gehandhaafd door actief transport natrium-kaliumpomp
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Impulsgeleiding
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Examentip
Hormonen, prikkels, impulsen, zenuwcellen en zenuwen zijn niet hetzelfde. Een hormoon verplaatst zich door het bloed. Een zintuigcel wordt geprikkeld, daardoor ontstaat een impuls in een zenuwcel. Zenuwcellen liggen gebundeld in zenuwen.
Slide 37 - Tekstslide
Herhaling V5-T1
Opties:
Oefentoets LessonUp (nagekeken SCR)
Doornemen hoofdstuk (LessonUp of video bekijken, samenvatting schrijven, enz.)
Oefenen examenopgaven (zelf nakijken)
Andere opties:
Afronden thema 3
Vaardigheden oefenen: aanpak context / open vragen / meerkeuze
Slide 38 - Tekstslide
Homeostase
In stand houden dynamisch evenwicht
Uitwendig en inwendig milieu
Regelkring
Normwaarde
Negatieve en positieve terugkopppeling
Slide 39 - Tekstslide
Hormoon-receptorcomplex
Second-messenger
Slide 40 - Tekstslide
Regeling hormonen
Slide 41 - Tekstslide
Eilandjes van Langerhans
a-cellen produceren glucagon en B-cellen produceren insuline
Door insuline meer glucosetransporteiwitten in celmembraan
Glucose in cellen omgezet naar glycogeen en opgeslagen
Insuline stimuleert omzetting glucose naar vetten en eiwitten
Slide 42 - Tekstslide
Neuron
Impulsen ontvangen en doorgeven
Dendriet ontvangt impulsen
Axon geleidt impulsen van cellichaam af
Axon eindigt in synaps, spleet tussen uiteinde neuron en doelwit
Cellichamen alle neuronen in of vlak bij CZS
Slide 43 - Tekstslide
Synaps
Slide 44 - Tekstslide
Soorten neuronen
Impulsen ontvangen en doorgeven
Dendriet ontvangt impulsen
Axon geleidt impulsen van cellichaam af
Axon eindigt in synaps, spleet tussen uiteinde neuron en doelwit
Cellichamen alle neuronen in of vlak bij CZS
Slide 45 - Tekstslide
Zenuwcellen en zenuwen
Slide 46 - Tekstslide
Reflexboog
Slide 47 - Tekstslide
Natrium-kaliumpomp
In neuron cytoplasma negatief geladen vergeleken met buitenkant neuron
Rustpotentiaal -70 mV
Buiten meer Na+ dan K+, in cytoplasma meer negatieve ionen
Gehandhaafd door actief transport natrium-kaliumpomp
Slide 48 - Tekstslide
Impulsgeleiding
Slide 49 - Tekstslide
Skeletspieren
Slide 50 - Tekstslide
Myofibril
Sarcomeer
Slide 51 - Tekstslide
Contractie
Slide 52 - Tekstslide
Homeostase, regelkring, normwaarde, positieve en negatieve terugkoppeling
Hormoonklieren, hormonen
Perifeer zenuwstelsel, zenuwcellen en zenuwen, gliacellen,
Animaal en autonoom zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel, hersenen, ruggenmerg
Reflexboog, parasympatisch en orthosympatisch deel zenuwstelsel