4.3 Voeding en leefstijl

Thema 4
4.3 Voeding en leefstijl
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
4.3 Voeding en leefstijl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Vragen over de theorie van de vorige les?
Vragen over de huiswerkopdrachten (13, 14, 15, 16)?
Opgave 17 demo
Uitleg over 4.3
opgave 23 samen
(je mag ook zelfstandig werken met de opgaven 18, 19, 22, 24, 25, 26, 27)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt met behulp van de schijf van 5 adviezen geven voor een gezonde voeding

Je kunt factoren opnoemen die van invloed zijn op de grondstofwisseling en op de verbranding van een organismen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adviezen voor gezonde voeding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adviezen voor gezonde voeding
  1. eet gevarieerd
  2. eet niet te veel en beweeg voldoende
  3. eet weinig verzadigd vet
  4. eet veel groente, fruit en volkorenbrood
  5. ga veilig met voedsel om

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schijf van 5

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie
behoefte

Kilocalorie
(kcal)

Gewicht/lengte
Beweging
Leeftijd
Geslacht
Stofwisseling
(Grondstofwisseling)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondstofwisseling

    = Stofwisseling van het lichaam in rust. 

    Ook als je slaapt doe je aan verbranding. Je hart moet blijven pompen en je blijft ademhalen 
    Grondstofwisseling

    Slide 8 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Grondstofwisseling bij dieren 
    Warmbloedige dieren  
    Koudbloedige dieren 

    Slide 9 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Opdracht 23 in het werkboek blz 22 Klassikaal

    Slide 10 - Tekstslide

    Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, hun basale stofwisseling is bij gelijke buitentemperatuur hoger dan de basale stofwisseling van koudbloedige dieren.

    Een kikker is dus koudbloedig, een muis warmbloedig.

    Bij koudbloedige dieren geldt: hoe warmer, hoe actiever, dus hoe hoger de stofwisseling.

    Een kikker in een ruimte van 20 graden heeft een hogere temperatuur dan een kikker in een ruimte van 5 graden en de kikker bij 20 graden is dus actiever dan de kikker bij 5 graden.

    Bij warmbloedige dieren is er juist meer verbranding als de buitentemperatuur lager is, het kost meer energie om zichzelf warm te houden.

    De muis bij 5 graden verbruikt meer energie dan de kikker bij 20 graden, dus in die bak zal de zuurstof het snelst afnemen.

    De kikker bij 5 graden heeft het minste energie nodig, dus het minste verbranding, dus daar zal het minste CO2 aanwezig zijn.


    Gezond gewicht?
    Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt kun je de BMI bepalen.
    BMI = gewicht in kg : (lengte in m x lengte in m)
    LET OP!

    Slide 11 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    opdracht
    bereken je eigen BMI
    Wanneer je je gewicht niet weet mag je schatten.

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    eetstoornissen 

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 14 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Anorexia

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    boulimia nervosa


    Ook een grote angst om aan te komen

    - extreem lijnen
    - vreetbuien 
    -braken / laxeermiddelen

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Binge Eating Disorder (BED)
    Kenmerken:
    - vreetbuien (overmatig eten)
    - niet braken na eten 
    - gebruikt geen laxeermiddel
    - vaak overgewicht

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    vragen?!

    Slide 18 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    wat
    Opdracht 18 t/m 20  22 t/m 27
    Hoe
    lees de tekst van basisstof 3 voeding en leefstijl
    Hulp
    1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
    Tijd
     Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
    Klaar
    Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt! ( via teams)

    Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies