De arbeidsmarkt

Aan het werk
H 6.4 De arbeidsmarkt
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het werk
H 6.4 De arbeidsmarkt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over de arbeidsmarkt?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Arbeidsmarkt (overzicht)
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.

Slide 8 - Tekstslide

Het aanbod van werk is groot en heel divers (opleiding/ervaring/talent).
Van welke marktvorm is hier sprake?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 9 - Quizvraag

Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid
Werkgever
Werknemers
Vacatures
Werkzoekenden
Werkgelegenheid
Beroepsbevolking

Slide 10 - Sleepvraag

Wat betekent CAO?
A
Collectieve arbeidsonderhandeling
B
Collectieve arbeidsovereenkomst
C
Collectieve arbeidsonderneming
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

CAO en arbeidsovereenkomst
In een arbeidsovereenkomst staan de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • Primair: afspraken over duur overeenkomst en beloning
    Voorbeelden: loon, werktijden, vakantiedagen
  • Secundair: afspraken over aanvullende financiële tegemoetkomingen.
    Voorbeelden: auto van de zaak, pensioenregeling

Slide 12 - Tekstslide

CAO en arbeidsovereenkomst
CAO: schriftelijke overeenkomst waarin gemeenschappelijke afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd voor grote groep mensen: bedrijfstak / onderneming. 
  • Vaak voordeliger (hoger loon/ meer vakantiedagen)
  • De arbeidsovereenkomst mag niet in strijd zijn met de CAO.
  • Voor bepaalde tijd afgesloten tussen werknemers (vakbonden) en werkgeversorganisaties

Slide 13 - Tekstslide

CAO
Voorbeelden:
  1. De bouw
  2. De horeca
  3. Basisonderwijs
  4. Voortgezet onderwijs
  5. Gehandicaptenzorg

Slide 14 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt

  • Tekort
  • Vraag groter dan  aanbod
  • Werknemers kunnen kiezen
  • Hoge lonen
  • Geen werkloosheid
Ruime arbeidsmarkt

  • Overschot
  • Vraag kleiner dan aanbod
  • Werkgevers kunnen kiezen 
  • Lage lonen? (vaak pas bij afloop CAO, vaak gelijk)
  • Veel tot hoge werkloosheid

Slide 15 - Tekstslide

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod dan vraag
B
vraag dan aanbod

Slide 16 - Quizvraag

Bij een tekort op de arbeidsmarkt zijn er te veel ....
A
banen
B
werknemers

Slide 17 - Quizvraag

Bij een krappe arbeidsmarkt hebben we te maken met ...
A
hoge werkloosheid
B
lage werkloosheid

Slide 18 - Quizvraag

Waarom dalen lonen niet?
  1. CAO
  2. Minimum loon -> bescherming werknemers tegen te lage lonen.
    Ook minimum jeugdloon 

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opgave 1 tm 16
Inleveren opdracht 17

Slide 20 - Tekstslide

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag

Slide 21 - Sleepvraag

Wat wordt er niet in de CAO geregeld?
A
loon
B
proeftijd
C
werktijden
D
auto van de zaak

Slide 22 - Quizvraag