P5 - PROEFTOETS
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Biodiversiteit beslaat de biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is ecologie
A
De studie naar relaties tussen organismen en hun milieu
B
De studie naar behoud van de natuur
C
De studie van economische factoren in de biologie
D
De studie naar een ecologisch verantwoord milieu
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doen producenten in de ecologie?
A
doen niets met voedingsstoffen
B
eten voedingsstoffen op
C
halen voedingsstoffen uit afval
D
maken voedingsstoffen
Slide 4 - Quizvraag
Opdracht 7 blz. 135
De populatie in de
afbeelding is in evenwicht.
afbeelding is in evenwicht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een biologische evenwicht?
A
Emotioneel stabiele dieren
B
Ongeveer evenveel sterfte als geboorte binnen een populatie
C
alle antwoorden zijn juist
D
Goede biotische en abiotische waarden
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Temperatuur is een _____ factor.
A
Biotische
B
Abiotische
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Concurrentie is een ______ factor
A
Biotische
B
Abiotische
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vincent onderzoekt de biodiversiteit in zijn achtertuin. Is Vincent's achtertuin een ecosysteem?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke van de onderstaande antwoorden is een biotische factor?
A
Water
B
Zuurstofgehalte
C
Temperatuur
D
Voedsel
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eet de koolmees wel eens een havik in dit ecosysteem?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat eet de boommarter in dit ecosysteem?
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Teken één voedselketen uit het voedselweb in het plaatje op een apart blaadje.
Maak hiervan een foto en lever die in.
Maak hiervan een foto en lever die in.
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De biomassa wordt groter naarmate je verder komt in een voedselketen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke stof maakt geen deel uit van de koolstofkringloop?
A
CO2
B
glucose
C
water
D
eiwitten
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Producenten, consumenten en reducenten
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doen nitraatbacteriën in de stikstofkringloop?
A
ammonium omzetten in nitriet
B
ureum omzetten in ammoniak
C
nitriet omzetten in nitraat
D
aminozuren omzetten in ureum
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat neemt de plant op in de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de afbeelding hiernaast is de stikstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zes pijlen zijn genummerd.
--> Welk vak geeft reducenten weer?
--> Welk vak geeft reducenten weer?
A
1
B
2
C
3
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe zijn deze dieren aangepast aan hun omgeving?
A
Alleen door kleur
B
Alleen door manier van voortbewegen
C
Door kleur en voeding
D
Door kleur en stroomlijning
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is dit dier een zoolganger, teenganger of hoefganger?
A
zoolganger
B
teenganger
C
hoefganger
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een plant leeft in een droge zonnige omgeving. De waslaag zal (1) zijn en er zullen (2) huidmondjes zijn.
A
1=dik
2=veel
B
1=dik
2=weinig
C
1=dun
2=veel
D
1=dun
2=weinig
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
