2TL H4 4: Inhoud van een prisma

Inhoud van een prisma berekenen en herhalen berekenen van de cilinder
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inhoud van een prisma berekenen en herhalen berekenen van de cilinder

Slide 1 - Tekstslide

Prisma


Wat is het grondvlak van deze prisma's?
Grondvlak en bovenvlak van een prisma zijn precies hetzelfde.
Het grondvlak staat niet altijd op de grond!
Alle zijvlakken zijn rechthoeken.


Slide 2 - Tekstslide

Prisma

Inhoud van een prisma = oppervlakte grondvlak x hoogte


Hoogte is de afstand tussen het grond en bovenvlak

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis: oppervlakte driehoek en oppervlakte parallellogram.

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis: oppervlakte driehoek en oppervlakte parallellogram.



Oppervlakte driehoek:                               Oppervlakte parallellogram
zijde x hoogte : 2                                                         zijde x hoogte
8x4:2= 16                             10x8:2=40                       12 x 30 = 360  
cm2
cm2
dm2

Slide 5 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van de driehoek.

Slide 6 - Open vraag

Bereken de oppervlakte van de driehoek.

Slide 7 - Open vraag

Bereken de oppervlakte van de
parallellogram.

Slide 8 - Open vraag

Welke kleur is het grondvlak van de prisma hiernaast?
A
paars
B
geel
C
oranje

Slide 9 - Quizvraag

Welke kleur heeft het grondvlak/bovenvlak van de rechtse prisma?
A
blauw
B
geel
C
oranje
D
groen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de hoogte van deze prisma?
(let op hoogte is afstand is tussen
bovenvlak en grondvlak)
A
17m
B
10m
C
12m

Slide 11 - Quizvraag

Inhoud
Opp. driehoek = zijde x hoogte : 2
Opp. gv =

Inhoud =

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de inhoud van dit prisma?
(alleen het getal invullen)

Slide 13 - Open vraag

Inhoud

Slide 14 - Tekstslide

Inhoud van de tent berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Maak de opdrachten op BM
Inhoud prisma = oppervlakte grondvlak x hoogte

Grondvlak = vlak wat geen rechthoek is
Hoogte = afstand tussen grondvlak en bovenvlak
Oppervlakte rechthoekige driehoek = lengte x breedte : 2
Oppervlakte (andere) driehoek = zijde x hoogte : 2
Oppervlakte parallellogram = zijde x hoogte
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide