3.4 Ruiken en proeven

Welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek!
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.
timer
5:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek!
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

3.4 Ruiken en Proeven

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
  • Welkom 
  • 10 minuten ZS lezen 3.4 ruiken en proeve 
  • uitleg 3.4 ruiken en proeven 
  • Afsluiting: bedenk 1 meerkeuzevraag over de lesstof.
  • *invullen enquetes 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

§3.4 blz. 78 lesboek
In stilte zelf lezen blz 78 en 79
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van de les weet je...
  • Hoe het reukzintuig werkt.
  • Hoe het smaakzintuig werkt.
  • Hoe je je voedsel beoordeelt.
  • Hoe we geuren kunnen onderscheiden. 

Slide 5 - Tekstslide

L1: Hoe werkt het reukzintuig ?

Slide 6 - Tekstslide

Reukzintuig 

  • Reukzintuigcellen liggen in het neusslijmvlies
  • Er zijn verschillende typen - allemaal gevoelig voor een andere geurstof

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ruik je?
- ruiken doe je met je reukzintuig
- reukzintuig bovenin je neusholte
- reukzintuig is een deel van je 
   neusslijmvlies
- neusslijmvlies houdt je neusholte 
  vochtig
- ingeademde lucht met 
   geurstoffen, dat zijn prikkels voor 
   je reukzintuig

Slide 8 - Tekstslide

  • Neusslijmvlies: Een laagje slijm dat de ingeademde lucht warm en vochtig maakt. Ook bedekt het de neusholte en zorgt ervoor dat ziekteverwekkers en stofdeeltjes er aan blijven kleven. 
  • Reukharen: Zijn dunne haartjes die geurstoffen kunnen waarnemen. 
  • Zintuigcel: Wordt geprikkeld door geurstoffen of smaakstoffen en zet dit om in impulsen. De impulsen gaan via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.
  • Zenuw: geeft impulsen door naar de hersenen.

Slide 9 - Tekstslide

L2:Hoe werkt het smaakzintuig?
kleine uitsteeksels-smaakpapillen-smaakzintuig

Slide 10 - Tekstslide

Proeven met vijf soorten smaakzintuigen

Slide 11 - Tekstslide

L3:hoe beoordelen we voedsel?
  • Geur, smaak, uiterlijk, structuur, temperatuur van voedsel
  • Eetgewoonte
  • Ervaring 
  • Voorkeur (verandert)

Je gebruikt meerdere zintuigen bij het beoordelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Lekker? 

Slide 13 - Tekstslide

L4: Hoe kun je verschillende geuren onderscheiden?


  •  Er zijn verschillende soorten receptoren (reukharen)
  • Geurstof + receptor als slot en sleutel
  • Geuren zijn mengsels
  •  De combinatie van receptoren bepaalt de geur die je ervaart in je hersenen

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk 
opdrachten 3.4 maken
(enquête invullen)
Klaar? bedenk 1 meerkeuze vraag over de lesstof. 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Waardoor kun je verschillende geuren onderscheiden?
reukzintuig kan wel duizend verschillende typen zintuigcellen bevatten.

ieder reukzintuigcel heeft een andere vorm aan de onderkant (receptor) waar de geur aan vast hecht.

elk soort geurdeeltje past op een bepaalde receptor

Slide 16 - Tekstslide

  1. geurdeeltjes binden aan receptoren
  2. geprikkelde reukzintuigcellen geven impulsen door
  3. impulsen van de verschillende typen reukzintuigcellen worden gebundeld
  4. impulsen worden doorgegeven aan de hersenen
  5. de hersenen bepalen op basis van de combinatie van impulsen welke geur het is

geuren worden opgeslagen in de hersenen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

Huiswerk
Opdr. 3, 5, 6, 8, 10 en 12
Blz. 126 werkboek

Slide 20 - Tekstslide