In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nee zeggen in het Frans
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je de ontkenning in het Frans gebruiken en toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen. Het is belangrijk om een specifiek doel te hebben, zodat ze weten wat ze zullen leren.
Wat weet je al over het gebruik van ontkenning in het Frans?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is ontkenning?
Ontkenning wordt gebruikt om te zeggen wat iets niet is in plaats van wat het wel is. In het Frans wordt ‘niet’ vertaald als ‘ne’ of ‘n'’.
Slide 4 - Tekstslide
Leg kort uit wat ontkenning is en hoe het in het Frans wordt gebruikt.
Voorbeeld
‘Je ne parle pas français’ betekent ‘Ik spreek geen Frans’.
Slide 5 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van hoe ontkenning wordt gebruikt in een Franse zin.
Ne… pas
‘Ne… pas’ wordt gebruikt om ‘niet’ uit te drukken in een zin.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit hoe ‘ne… pas’ wordt gebruikt en geef voorbeelden van zinnen waarin dit voorkomt.
Ne… jamais
‘Ne… jamais’ betekent ‘nooit’ in het Frans.
Slide 7 - Tekstslide
Vertel de leerlingen over ‘ne… jamais’ en geef voorbeelden van zinnen waarin dit voorkomt.
Ne… rien
‘Ne… rien’ betekent ‘niets’ in het Frans.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe ‘ne… rien’ wordt gebruikt en geef voorbeelden van zinnen waarin dit voorkomt.
Ne… personne
‘Ne… personne’ betekent ‘niemand’ in het Frans.
Slide 9 - Tekstslide
Vertel de leerlingen over ‘ne… personne’ en geef voorbeelden van zinnen waarin dit voorkomt.
Oefeningen
Laat de leerlingen oefenen met het gebruik van ontkenning door middel van oefeningen op het bord of op papier.
Slide 10 - Tekstslide
Geef de leerlingen de tijd om te oefenen met het gebruik van ontkenning en zorg dat ze vragen kunnen stellen als ze hulp nodig hebben.
Toepassing
Laat de leerlingen een korte dialoog schrijven tussen twee personen waarin ontkenning wordt gebruikt.
Slide 11 - Tekstslide
Laat de leerlingen hun schrijfopdracht in paren uitvoeren en geef ze feedback. Hierdoor kunnen ze toepassen wat ze hebben geleerd in een realistische context.
Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten van de les en beantwoord eventuele vragen die leerlingen nog hebben.
Slide 12 - Tekstslide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en controleer of de leerlingen de doelstellingen van de les hebben bereikt. Geef ze feedback en beantwoord eventuele vragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.