H2 Feiten, meningen, argumenten, betoog

Overtuigende teksten
Feiten, meningen, standpunten en argumenten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Overtuigende teksten
Feiten, meningen, standpunten en argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les zul je in staat zijn om feiten, meningen, standpunten en argumenten te herkennen en onderscheiden. Ook herken je een betogende tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over feiten, meningen, standpunten en argumenten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Feiten, meningen, standpunten en argumenten
Feiten zijn objectieve, controleerbare gegevens die als waarheid worden beschouwd.
Meningen zijn persoonlijke overtuigingen of gevoelens over een onderwerp, en kunnen variëren van persoon tot persoon.
Een standpunt is een persoonlijke positie of houding ten opzichte van een onderwerp, gebaseerd op feiten en/of meningen.
Argumenten zijn redeneringen of bewijsstukken die worden gebruikt om een standpunt te ondersteunen of te verdedigen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog
Wanneer een schrijver een tekst schrijft met zijn standpunt en argumenten, schrijft hij een betoog. Met dit betoog probeert de schrijver je te overtuigen van zijn mening. Het schrijfdoel van een betoog is dan ook overtuigen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw betoog
Inleiding
In de inleiding neemt de schrijver een standpunt in. Het is de mening van de schrijver. 
Kern
In de kern beschrijft de schrijver zijn argumenten. In elke alinea staat een nieuw argument.
Slot
Het slot van een betoog is een conclusie of een samenvatting. Bij een conclusie herhaalt de schrijver de stelling of zijn standpunt en hij legt nog eens kort uit waarom hij een bepaalde mening heeft. Bij een samenvatting somt de schrijver zijn argumenten nog eens kort op.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de inleiding van een betoog staat..
A
een feit
B
een standpunt
C
een grappig verhaaltje

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een standpunt onderbouw je met...

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.