K3A; Monday 19.04.21

Previous lesson:
  • The previous lesson we talked about bijwoorden = adverbs
  • And we made some exercises

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Previous lesson:
  • The previous lesson we talked about bijwoorden = adverbs
  • And we made some exercises

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welcome!
Go to lessonup.app and log in using this code 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TODAY'S PLAN:
An introduction to our grammar subject of today: some & any.
  • Exercises
  • Your turn!
  • Rounding off

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson aim: 
At the end of this lesson you know...

  • when to use some any.
  • two differences about using some or any.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME & ANY
Betekenis: een paar, een beetje, wat, enkele
Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME when to use it? 
1. In bevestigende / positieve zinnen
   We bought some flowers
2. In een vraag als je verwacht dat het 
   antwoord "ja" is
   Can I have some water please?
3. Bij een aanbod of verzoek
   Would you like some tea?
   
    
 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • When to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is

We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.

Slide 8 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
             
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
                          Maybe, maybe not.
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 10 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
SOME



ANY 
Gebruik je bij: 

  • Bevestigende zinnen;
  • Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is;
  • Als het een aanbod of verzoek is.
Gebruik je bij: 

  • Ontkennende / Negatieve zinnen;
  • Alle andere vraagzinnen.


Let op woorden zoals,
without, hardly, never

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

They didn't make ... mistakes
A
some
B
any

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I am going to buy ... flowers.
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I can't pay. I haven't got ... money.
A
some
B
any

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I haven't seen ... good movies lately.
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

Those apples look nice! Shall we get ...?
A
some
B
any

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

COMBINING SOME & ANY
Some and any kunnen ook in andere vormen voorkomen:
  • Somebody -- anybody
  • Something -- anything
  • Someone -- anyone
  • Somewhere -- anywhere 

Hierbij wordt de betekenis: iemand, ergens of iets 
en de regels blijven hetzelfde :)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHAT NOW? 
Extra uitleg nodig? No worries! 
Try the video on the next slide 

Alles begrepen? Super!
Begin dan alvast met Unit 6, les 3.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Exercises online or book:
  • Make exercises  23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 31, 32 & 33.
  • Make sure you are finished before the end of this week . 
Finished? 
  • Study vocabulary from your studybox or with Quizlet 
  • Study  adverbs ( bijwoorden ) on  grammaticatrainer  All Right.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies