Formuleren H1 + Schrijven H1

timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren H1
Schrijven H1

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik kan/weet:

  • verbindingswoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen.
  • begrijpelijk schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Kan je deze tekst makkelijk lezen? Waarom wel / niet?
een groep amerikaanse mannen heeft dit weekend het wereldrecord voor de langste aan elkaar geknoopte baardketting verbeterd zij aan zij maakten de deelnemers een ketting die uiteindelijk zo'n 45 meter lang werd schrijft de casper star-tribune zaterdag volgens persbureau ap staat het vorige record voor de langste baardketting op iets meer dan 62 voet (bijna 19 meter) dat record werd gevestigd in duitsland het nieuwe record uit amerika is nog niet te vinden op de website van het guinness book of records dat wereldrecords bijhoudt

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift:
  1. Wanneer gebruik je een komma? 
  2. Wanneer gebruik je een hoofdletter? Geef 3 voorbeelden hiervan.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Schrijven
Als je schrijft, wil je dat de lezer van je tekst in één keer begrijpt wat je bedoelt. Daarom moet je goed nadenken over ieder woord en iedere zin. Je tekst is begrijpelijk als de informatie in de tekst volledig en duidelijk is.











Slide 6 - Tekstslide

Zinnen begrenzen
. Punt: achter een zin.
? Vraagteken: achter een vragende zin.
, Komma: tussen twee persoonsvormen.
, Komma: voor de verbindingswoorden: als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.
 Geen komma voor en en of.

Slide 7 - Tekstslide

Zo schrijf je begrijpelijk
Bedenk waarover je wilt schrijven. Maak een kladversie.

Controleer daarna de inhoud van je tekst:
– Is de tekst volledig? Weet de lezer nu alles wat hij moet weten?
– Is de tekst duidelijk? Begrijpt de lezer alles wat er staat?

Vul je tekst eventueel aan of maak de tekst duidelijker.

Controleer tot slot de vorm van de tekst. Is de tekst foutloos?
– Heb je geen woorden of letters vergeten?
– Staan er geen spelfouten of andere taalfouten in de tekst?
– Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt elke zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
H1 Schrijven
We maken, individueel, de vragen van de uitgedeelde lesopdracht. (dus niet de 'zelf schrijven'-opdracht)

Na 5 minuten vergelijk jij jouw antwoorden met die van je buurvrouw/-man.
* Welke antwoorden waren hetzelfde?
* Welke antwoorden waren anders? Waarom waren deze anders?


timer
5:00
Bij vragen, steek je je hand omhoog!
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk


Af vrijdag 2-12:
Formuleren H1, maken opdr. 1 t/m 3

Slide 10 - Tekstslide