WiNL_Par_1.2_70min

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonen in Nederland
Domein Leefomgeving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Deelvragen 
Kenmerken Nederlandse kust 
Veranderende kijk op kustbescherming


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

estuariumkust Trechtervormige monding van de rivier
Par 1.2 Maken opdr 2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duinen

Slide 7 - Tekstslide

Duinen beschermen onze kust.
Ontstaan duinen
Welke twee dingen zijn noodzakelijk voor het ontstaan van de duinen?
De wind die zand vervoert
1
Hout en planten die de kracht van de wind breken
2

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oude en jonge duinen
en de link met de bollenteelt
kaartje

Slide 9 - Tekstslide

Oude duinen - Oude duinen zijn langgerekte zandruggen van meestal maar enkele meters hoog. Ze zijn op veel plaatsen afgegraven, liggen verder landwaarts van de jonge duinen (soms meerdere kilometers) en zijn enkele duizenden jaren eerder dan de jonge duinen gevormd op strandwallen. Oude duinen vormen het bewijs dat de kust vroeger verder landinwaarts heeft gelegen. In het natte kustgebied met zijn hoge grondwaterstand ontstonden tussen de strandwallen moerassen waarin zich veen kon ophopen. Inmiddels is dat veen op de meeste plaatsen afgegraven. Vanwege hun hoge en droge ligging werden de oude duinen door de prehistorische mens al vroeg als woonplaats benut. Met het oog op eventuele overstromingen waren het ook in latere tijden favoriete woonplaatsen. De oude duinen hebben dan ook een lange en rijke bewoningsgeschiedenis.

Rond de 17e eeuw is de bloembollenteelt in opkomst. Om bloembollen te kunnen verbouwen, is een kalkrijke bodem en een constante grondwaterstand van 55 cm onder het oppervlak noodzakelijk.

Om dit mogelijk te maken, werden de oude duinen afgegraven. Op deze wijze werd de kalkarme uitgespoelde bovenlaag weggehaald, zodat er een kalkrijke bodem vrijkwam. De bodem werd afgegraven tot 55 cm boven het grondwaterpeil en was minder reliëfrijk, waardoor de bloembollenteelt mogelijk werd. De afgegraven vlakten die hierdoor ontstonden, noemen we geestgronden.
jonge duinen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging → kustafslag
Hoeveel meter kustafslag in 1 jaar (Engeland)?

Slide 11 - Tekstslide

duinen beschermen ons van nature.
bij kust altijd wisselwerking aanslibbing / afslag. 
Kan heel extreem zijn. 
Kijken

Slide 12 - Video

1 jaar - 17 meter 
Suffolk UK

Slide 13 - Tekstslide

Egmond aan Zee was groter
Veel kustafslag ook geweest in NL
Voorkomen
Moeten rekening houden met zeespiegelstijging
Stormen die zand wegnemen (erosie)
Rustig weer --> vorming zandbanken --> zee brengt zand. 

Slide 14 - Tekstslide

Overheid wil onze kust beheren zodat wij beschermd zijn tegen hoogwater.
Callantsoog - Noord Holland
Noteer twee elementen op de foto waaraan je kunt zien dat de duinstrook bij Callantsoog is aangemerkt als een kwetsbare plek in de kustverdediging.

Twee elementen gevraagd:
De duinenrij is erg smal; er is alleen maar een zeereep en geen achterliggende duinen.
Het strand is heel smal.

Vaak  dammen / strandhoofden aangelegd, om de kust tegen verdere afslag te beschermen.

Hier gekozen voor zandsuppletie

Zandsuppletie

Dynamisch kustbeheer
Kustafslag tegengaan door kustlijn van 1900 vast te houden:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Slide 16 - Tekstslide

  • In 2011 is er 21 m3 zand voor de kust neergelegd. 
  • Schiereiland van 128 hectare (> 250 voetbalvelden)
  • Goedkoper je gebruikt natuurlijke processen, blijft langer in stand - 20 (zelfs langer blijkt inmiddels) jaar ipv om de paar jaar zandsuppletie
  • Je verstoort het zeeleven veel minder want je deponeert maar 1x zand in een keer grote hoeveelheid
  • Ecosysteem ontwikkelt gunstig voor natuur
Wat zien we hier?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Gebruik ook fig 1.21

Slide 18 - Tekstslide

  • In 2011 is er 21 m3 zand voor de kust neergelegd. 
  • Schiereiland van 128 hectare (> 250 voetbalvelden)
  • Goedkoper je gebruikt natuurlijke processen, blijft langer in stand - 20 (zelfs langer blijkt inmiddels) jaar ipv om de paar jaar zandsuppletie
  • Je verstoort het zeeleven veel minder want je deponeert maar 1x zand in een keer grote hoeveelheid
  • Ecosysteem ontwikkelt gunstig voor natuur

Slide 19 - Tekstslide

Door wind, golven en stroming verspreidt het zand zich de komende twintig jaar langs de kust van Zuid-Holland. Deze vorm van dynamisch kustbeheer zorgt ervoor dat door de werking van golven, wind en stroming de stranden en duinen op een natuurlijke manier worden verbreed. Tegelijk ontstaat er meer ruimte voor natuur en recreatie (figuur 1.28).

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Zandsuppletie

Dynamisch kustbeheer
Kustafslag tegengaan door kustlijn van 1900 vast te houden:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

I = Noordzee. Verschil eb/vloed 1,5 meter.
Bij vloed stroomt via # geul water naar de lagune (II). Lagune is geliefde plek geworden bij kiters / surfers. Bij eb stroomt het water via de geul (#) weer terug. 
Zorgt voor andere kustprocessen. Opgespoten zand komt ergens diep uit Noordzee. Verschillende korrelgroottes. Bij A wordt het zwaardere zand gedeponeerd/gesedimenteerd/afgezet. Lichter zand raakt in suppletie (korrels in het water - meegenomen door het water). Die kleinere korrels gaan bij vloed dus via # geul naar lagune II. Als het daar stil staat wordt ook het fijnere materiaal afgezet bij B dus. 
* duinenrij. zeereep met duinenrij erachter. Dynamisch gebied. Wisselwerking zoet water door regen zout water via zee. anders geworden door zandmotor. 

Maken
WiNL H1 §2: vraag 2, 5, 6, 7

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waddenzee
  • Binnenzee
  • 2 keer per dag: Eb en 
  • 2 keer per dag: Vloed
  • 1 Keer per 2 weken: Springtij / Doodtij

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

C want estuarium door vernauwing in de trechtermond zie je dat water meer wordt opgestuwd groter verschil eb en vloed
Rest breder
Het grootste verschil tussen eb en vloed vind je bij ....?
A
A
B
B
C
C

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Minimaal verschil tussen hoog en laag water noemen we
A
Doodtij
B
Springtij
C
Zeetij
D
Wantij

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak per dag is het eb?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(1) Oude duinen liggen ....... dan jonge duinen.
(2) Dit komt deels door de mens
A
(1) hoger (2) juist
B
(1) hoger (2) onjuist
C
(1) lager (2) juist
D
(1) lager (2) onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het Pleistoceen hadden we?
A
Een hoge zeespiegel
B
Een lage zeespiegel

Slide 32 - Quizvraag

daarna holoceen stijgende temp dus stijgende zeespiegel --> moerassen/veen
Waardoor steeg de zeespiegel in het Holoceen?
A
De temperatuur daalde en de zeespiegel steeg
B
De temperatuur steeg en het zee-ijs smolt
C
De temperatuur daalde en het landijs breidde uit
D
De temperatuur steeg en het landijs smolt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zee stroomt weg van het strand.

A
vloed
B
laagtij
C
hoogtij
D
eb

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een fysische verklaring waardoor havensteden zoals Rotterdam, Zierikzee en Brugge in de vorige eeuwen minder bereikbaar werden voor schepen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf wat W13 laat zien.


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie winnen uit eb en vloed noemen we..
A
Eb en vloed energie
B
Getijdenenergie
C
grijze energie
D
hydro-elektriciteit

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies