5.4.1 & 5.4.2

Rome, eeuwig imperium





hoofstuk 5
800 voor Christus tot 500 na Christus
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rome, eeuwig imperium





hoofstuk 5
800 voor Christus tot 500 na Christus

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Check in
  •  5.4.1 & 5.4.2
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Een republiek is...
A
Een bestuursvorm zonder koning
B
Een bestuursvorm met een kleine groep, rijke mensen
C
Een bestuursvorm met een koning
D
Een bestuursvorm waarin het volk bepaalt

Slide 3 - Quizvraag

Wie had de hoogste macht?
A
De consuls
B
De senaat
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 4 - Quizvraag

Er was vrede in het Romeinse rijk door...
A
het sterke Romeinse leger
B
de samenwerking met de overwonnen volkeren
C
de succesvolle manier van besturen
D
de rijkdom van Rome

Slide 5 - Quizvraag

Van keizer tot cliënt

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling 5.4.1 Arm en rijk in Rome
In Rome woonden veel mensen, die bij verschillende sociale lagen hoorden. Je plaats werd bepaald door hoe rijk je was, welk beroep je had en waar je woonde.

  • Aan de top stond natuurlijk de keizer met zijn familie.
  • Daaronder stonden de senatoren en hun families.
  • De handelaren, ambachtslieden en kleine zelfstandige boeren vormden de middenlaag. Tussen hen was er veel verschil in rijkdom.
  • De onderlaag van de Romeinse samenleving bestond uit slaafgemaakten. Zij moesten hard werken en waren het bezit van hun eigenaren. 
In Rome was de enorme kloof tussen arm en rijk goed zichtbaar.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg 5.4.2. Slavernij op het land
De Romeinse samenleving was een agrarisch-stedelijke samenleving, een samenleving waarbij steden èn platteland van belang zijn. 

Maar het belangrijkste middel van bestaan bleef in het Romeinse Rijk steeds de landbouw
De mensen die in de steden woonden, werkten juist in een ambacht of handelstak
Hoe kwamen de stadsbewoners dan aan voedsel?

Slide 8 - Tekstslide

Grootgrondbezitters
Om de grote hoeveelheid inwoners van de steden in het rijk èn het leger te eten te geven moest de landbouw grootschalig worden opgezet. 

Dat gebeurde door de grootgrondbezitters, rijke Romeinse burgers die op een enorme lap grond verschillende landbouwproducten lieten verbouwen. Deze werden via handelaren verkocht in de grote steden. Op het land werkten vooral arme boeren in loondienst en tot slaafgemaakten. Het werk op het platteland was zwaar en de leefomstandigheden waren slecht. 

Slide 9 - Tekstslide

Opstand
  • Sommige slaafgemaakten waren zo ontevreden dat zij in opstand kwamen. 
  • De bekendste slavenopstand uit het Romeinse Rijk is die van de slaaf Spartacus
  • De opstand van Spartacus heeft de geschiedenis gehaald, omdat Spartacus als oud-gladiator honderdduizenden aanhangers had gekregen en een tijdlang een serieuze bedreiging vormde voor het voortbestaan van het Romeinse Rijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees 5.3 Caesar, Augustus en de keizers
  • Maak 5.3 Caesar, Augustus en de keizers
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide