Oefentoets Medisch rekenen II - Sondevoeding en zuurstof

Oefentoets Medisch rekenen II
Sondevoeding & Zuurstof
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medisch rekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets Medisch rekenen II
Sondevoeding & Zuurstof

Slide 1 - Tekstslide

1. Mees krijgt 1200 ml sondevoeding per 24 uur toegediend. De sondevoeding wordt in porties gegeven. De sondevoeding wordt verdeeld over 2 momenten. Hoeveel mL sondevoeding geef je per moment?

Slide 2 - Open vraag

2. Stefanie krijgt 1500 ml sondevoeding per 24 uur toegediend. Dit word verdeeld over 5 momenten.
Hoeveel mL sondevoeding geef je per moment?

Slide 3 - Open vraag

3. Sandra krijgt 1500 ml sondevoeding per 24 uur toegediend. De sondevoeding wordt in porties gegeven. De sondevoeding wordt verdeeld over 3 momenten. Hoeveel mL sondevoeding geef je per moment?

Slide 4 - Open vraag

4. Een cliënt krijgt continu sondevoeding De cliënt krijgt 2 liter per 18 uur via een volumegestuurde pomp. Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in? (rond af op hele ml)

Slide 5 - Open vraag

5. Dyajan krijgt 3000ml sondevoeding per dag in 6 porties. Hoeveel krijgt hij per keer?

Slide 6 - Open vraag

6. Jette krijgt 1750ml sondevoeding per dag en verdeelt over 5 porties. Hoeveel ml krijgt hij per keer?

Slide 7 - Open vraag

7.Timo krijgt 1200 ml sondevoeding per 24 uur via de druppel gestuurde pomp. Dit wordt verdeeld over 2 porties die in 1 uur (per portie) wordt toegediend. Op hoeveel druppels per minuut stel jij de pomp in? Rond af op hele druppels.

Slide 8 - Open vraag

8. Clinton krijgt 5 keer per dag 250ml sondevoeding. Hoeveel krijgt zij per 24 uur in totaal?

Slide 9 - Open vraag

9. Een cliënt krijgt continu sondevoeding. Er wordt gebruik gemaakt van een voedingspomp. De cliënt krijgt 2,2 liter per 24 uur. Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in? (rond indien nodig af op hele ml).

Slide 10 - Open vraag

10. Jo krijgt 1800 ml sondevoeding per 24 uur toegediend. Dit word verdeeld over 2 momenten.
Hoeveel mL sondevoeding geef je per moment?

Slide 11 - Open vraag

11. Ariana krijgt 1400 ml sondevoeding per 24 uur verdeeld over 4 porties. De porties moeten in 2 uur (per portie) gegeven worden. Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in?

Slide 12 - Open vraag

12. Een cliënt krijgt continu sondevoeding. Er wordt gebruik gemaakt van een voedingspomp. De cliënt krijgt 1,2 liter per 24 uur. Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in? (rond af op hele ml).

Slide 13 - Open vraag

13. Een cliënt krijgt continu sondevoeding De cliënt krijgt 1,5 liter per 21 uur via een volumegestuurde pomp. Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in? (rond af op hele ml)

Slide 14 - Open vraag

14. Katja krijgt 600 ml sondevoeding per 24 uur in 1 portie. Een portie moet in 3 uur (per portie) gegeven worden. Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in?

Slide 15 - Open vraag

15. Lianne moet per dag 1450 ml sondevoeding krijgen. Dit wordt haar continue aangeboden. Echter… 2 x per dag moet de sondevoedingspomp 1 uur worden afgekoppeld in verband met de lichamelijke verzorging die Eva dan moet krijgen. Op hoeveel ml per uur stel jij de pomp in? Rond af op hele ml.

Slide 16 - Open vraag

16.Je moet een portie sondevoeding geven van 400 ml in 1 uur tijd.
Op hoeveel druppels per minuut stel je de pomp in? Rond af op hele druppels.

Slide 17 - Open vraag

17. Sander krijgt 1700 ml sondevoeding per 24 uur. Dit krijgt zij in 5 keer toegediend. Hoeveel ml per portie krijgt zij?

Slide 18 - Open vraag

18. Dana krijgt 1000 ml sondevoeding per 24 uur via de druppel gestuurde pomp. Dit wordt verdeeld over 2 porties die in 4 uur (per portie) wordt toegediend. Op hoeveel druppels per minuut stel jij de pomp in.

Slide 19 - Open vraag

19. Vandaag ben je aanwezig bij iemand met een druppelgestuurde pomp die 18 druppels per milliliter toedient. Dat betekend dat je een andere som nodig hebt om het totaal aantal druppels uit de rekenen. Deze persoon krijgt 600 ml per portie die in 4 uur gegeven moet worden.
Op hoeveel druppels per minuut stel je deze pomp in?

Slide 20 - Open vraag

20. Sonde voorschrift: 500 ml sondevoeding in 4 uur toedienen Wat is de druppelsnelheid per minuut? (Rond af op hele druppels).

Slide 21 - Open vraag

21. Sonde voorschrift: 300 ml sondevoeding in 45 minuten toedienen Wat is de druppelsnelheid per minuut?

Slide 22 - Open vraag

22. Je moet een portie sondevoeding geven van 150 ml in 30 minuten.
Op hoeveel druppels per minuut stel je de pomp in? Rond af op hele druppels.

Slide 23 - Open vraag

23. Je moet een portie sondevoeding geven van 200 ml in 45 minuten.
Op hoeveel druppels per minuut stel je de pomp in?

Slide 24 - Open vraag

24. Sonde voorschrift: 2000 ml sondevoeding per dag verdeeld in 2 porties. Elk portie duurt 1 uur. Wat is de druppelsnelheid per minuut?

Slide 25 - Open vraag

25. Je moet een portie sondevoeding geven van 200 ml in 25 minuten.
Op hoeveel druppels per minuut stel je de pomp in?

Slide 26 - Open vraag

26. Sonde voorschrift: 1400ml sondevoeding per dag verdeeld in 2 porties. Elk portie duurt 2 uur. Wat is de druppelsnelheid per minuut?

Slide 27 - Open vraag

27. Sonde voorschrift: 800 ml sondevoeding per dag verdeeld in 2 porties. Elk portie duurt 4 uur. Wat is de druppelsnelheid per minuut? Rond af op hele druppels.

Slide 28 - Open vraag

28. Luuk krijgt 900 ml sondevoeding per 24 uur via de druppel gestuurde pomp. Dit wordt verdeeld over 2 porties die in 1 uur (per portie) wordt toegediend. Op hoeveel druppels per minuut stel jij de pomp in?

Slide 29 - Open vraag

29. Je moet een portie sondevoeding geven van 300 ml in 4 uur tijd.
Op hoeveel druppels per minuut stel je de pomp in?

Slide 30 - Open vraag

30. Je moet een portie sondevoeding geven van 275 ml in 40 minuten tijd.
Op hoeveel druppels per minuut stel je de pomp in? Rond af op hele druppels.

Slide 31 - Open vraag

31.Je hebt een volle zuurstofcilinder van 5 liter. Hoeveel gasliter kun je uit deze cilinder halen?

Slide 32 - Open vraag

32.Je hebt een zuurstofcilinder van 5 liter. De manometer staat op 50 bar. Hoeveel gasliter zuurstof kun je hiermee toedienen?

Slide 33 - Open vraag

33. Je hebt een zuurstofcilinder van 5 liter. De manometer staat op 90 bar. Hoeveel gasliter zuurstof kun je hiermee toedienen?

Slide 34 - Open vraag

34. Je hebt een zuurstofcilinder van 10 liter en de manometer staat op 65 bar. Hoeveel gasliter zuurstof kun je hiermee toedienen?

Slide 35 - Open vraag

35. Je hebt een volle zuurstofcilinder van 8 liter. Hoeveel gasliter is dit?

Slide 36 - Open vraag

36. Je hebt een zuurstofcilinder van 40 liter en de manometer staat op 120 bar. Hoeveel gasliter zuurstof kun je hiermee toedienen?

Slide 37 - Open vraag

37. Cilinder van 5 liter onder 140 bar. Hoeveel gasliter bevat deze cilinder?

Slide 38 - Open vraag

38. Cilinder van 10 liter onder 150 bar. Hoeveel gasliter bevat deze cilinder?

Slide 39 - Open vraag

39.Volle cilinder van 2 liter. Hoeveel gasliter bevat deze cilinder?

Slide 40 - Open vraag

40. Cilinder van 10 liter onder 160 bar. Hoeveel gasliter bevat deze cilinder?

Slide 41 - Open vraag

41. Gea krijgt i.v.m. benauwdheid 2 liter zuurstof per minuut. Zij heeft een zuurstofcilinder van 8 liter. De manometer staat op 120 bar. Hoelang kun je haar zuurstof geven met deze cilinder? (uren en minuten)

Slide 42 - Open vraag

42. Brody krijgt i.v.m. COPD 5 liter zuurstof per minuut. Hij heeft een zuurstofcilinder van 15 liter. De manometer staat op 60 bar. Hoe lang kun je hem zuurstof geven met deze cilinder? (uren en minuten)

Slide 43 - Open vraag

43. Menno krijgt i.v.m. longemfyseem 2 liter zuurstof per minuut. Hij heeft een zuurstofcilinder van 10 liter. De manometer staat op 70 bar. Hoelang kun je hem zuurstof geven met deze cilinder? (uren en minuten)

Slide 44 - Open vraag

44. Zuurstofcilinder van 6 liter onder 120 bar. Zorgvrager krijgt 3 liter per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?

Slide 45 - Open vraag

45. Joey is 4 jaar en heeft een ernstige astma-aanval. Hij moet met de ambulance naar een ander ziekenhuis worden gebracht. De rit met de ambulance gaat 1 uur en 50 minuten duren. Joey krijgt 4 liter zuurstof per minuut. Jij wil een zuurstofcilinder meegeven van 4 liter. De manometer staat op 80 bar. Laat door middel van een berekening zien of je deze zuurstofcilinder voldoende gasliter zuurstof bevat voor de rit.

Slide 46 - Open vraag

46. Zuurstofcilinder van 6 liter onder 150 bar. Zorgvrager krijgt 5 liter per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?

Slide 47 - Open vraag

47. Zuurstofcilinder van 10 liter onder 180 bar. Zorgvrager krijgt 5 liter per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?

Slide 48 - Open vraag

48. Zuurstofcilinder van 10 liter onder 200 bar. Zorgvrager krijgt 6 liter per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?

Slide 49 - Open vraag

49. Zuurstofcilinder van 5 liter onder 100 bar. Zorgvrager krijgt 2 liter per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?

Slide 50 - Open vraag

50. Zuurstofcilinder van 5 liter onder 160 bar. Zorgvrager krijgt 4 liter per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?

Slide 51 - Open vraag

Einde

Slide 52 - Tekstslide