T2 Organen en cellen - B7 Eencellige organismen

2.7 eencellige organismen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zit 21 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 3 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.7 eencellige organismen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel.
Begrippen:  eencellige, amoebe, pantoffeldiertje, schijnvoetjes, voedingsvacuole, trilhaartjes, celmond, celanus

Slide 2 - Tekstslide

Na het leren, controleren, wat weet je al? 
Wat is nog lastig? Wat ga je daaraan doen?
1. Gebruik de leerdoelen: Leg uit
2. Leerwerkboek: Afbeeldingen met namen van onderdelen leren
3. Herhaal het maken van de opdrachten (online)
4. Magister-Leermiddelen: Flitskaarten
5. Magister-Leermiddelen: Test jezelf van elke basisstof
6. Magister-Leermiddelen: Oefentoets (diagnostische toets) ... voor PW
7. LessonUP: oefenvragen maken
8. Gebruik biologiepagina.nl (Let op: Daar is meer info, die extra's niet leren)

Slide 3 - Tekstslide

Eencellige en meercellige organismen
  • Cellen zijn de bouwstenen van het leven.
  • Veel organismen bestaan uit meerdere cellen.
  • Er zijn organismen die maar uit één cel bestaan. In de ene cel is alles aanwezig wat de eencellige nodig heeft.
      Er zijn eencellige dieren, planten  en een bacterie is altijd 
      eencellig.

Slide 4 - Tekstslide

Eencellige dieren

Slide 5 - Tekstslide

Amoebe
  • Hebben geen vaste vorm
  • Cytoplasma

  • Schijnvoetjes

  • Voedingsvacuole

  • Celmembraan

Slide 6 - Tekstslide

Amoebe

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

https://schooltv.nl/video/het-pantoffeldiertje-leven-in-een-vieze-sloot/#q=pantoffeldiertj
Pantoffeldiertje

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Het pantoffeldiertje verwijdert de onverteerde resten via?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 11 - Quizvraag

Zowel de Amoebe als het Pantoffeldiertje heeft een voedingsvacuole.
A
juist
B
onjuis

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voedingsvacuole?
A
een blaasje met vocht in een amoebe en pantoffeldiertje
B
een blaasje met daarin een verteerde bacterie bij een amoebe en pantoffeldiertje
C
een bacterie met daarin een amoebe
D
een blaasje met een celmond en celanus

Slide 13 - Quizvraag

Bacteriën kunnen eencellig en meercellig zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk soort eencelligen komen trilharen voor?
A
Amoebe
B
Pantoffeldiertje

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke soort komen schijnvoetjes voor?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje

Slide 16 - Quizvraag

Hiernaast zie je een pantoffeldiertje.
Is hij meercellig of eencellig?
A
Meercellig
B
Eencellig

Slide 17 - Quizvraag

Welk dier is afgebeeld?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje

Slide 18 - Quizvraag

Hoe beweegt een amoebe zich voort?
A
met trilhaarcellen
B
met hele kleine pootjes
C
met schijnvoetjes

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
Basisstof 7
- maken in  het leerwerkboek 
opdracht 1 en 2, blz. 123
- leren basisstof 1 t/m 7, blz. 80 t/m 123 en blz. 124 t/m 131, maak gebruik van de tips aan het begin van de les.




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video