H5.3 en H5.4 adsorptie en oplossingen

instructie
H5.3 adsorptie en chromatografie
H5.4 oplossingen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

instructie
H5.3 adsorptie en chromatografie
H5.4 oplossingen

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Adsorberen
  • chromatografen
  • oplossingen
  • gehaltes berekenen

Slide 2 - Tekstslide

alles scheidingsmethoden
filtreren
bezinken - centrifugeren
extraheren
indampen
destilleren
adsorptie
chromatografie

Slide 3 - Tekstslide

adsorptie

Slide 4 - Tekstslide

adsorberen
kleine deeltjes hechten zich aan het grote deeltje
Hoe beter het aanhechtingsvermogen hoe meer de deeltjes plakken

Slide 5 - Tekstslide

micro
macro

Slide 6 - Tekstslide

Op welk fysisch verschil berust het adsorptie?
A
Deeltjesgrootte
B
Oplossingsvermogen
C
Aanhechtingsvermogen
D
Kookpunt

Slide 7 - Quizvraag

deeltjesgrootte
dichtheid
oplosbaarheid
aanhechtingsvermogen
kookpunt
kookpunt
Indampen
destillatie
filtratie
adsorptie
extraheren
centrifugeren

Slide 8 - Sleepvraag

chromatografie

Slide 9 - Tekstslide

chromatograferen
startlijn met stip
vloeistoffront
stippen tussen vloeistoffront en startlijn

Papierchromatografie is een analyse

Slide 10 - Tekstslide

kolomchromatografie
stationaire fase: 
waar de oplossing doorheen loopt
mobiele fase: 
het oplosmiddel

scheiden van (kleur)stoffen

Slide 11 - Tekstslide

stof bepalen met chromatografie
De Rf-waarde = 

       Afstand stip tot startlijn         
Afstand vloeistoffront tot startlijn/stip

De Rf-waarde is een stofeigenschap

Slide 12 - Tekstslide

kolomchromatogafie
scheidingsmethode
papierchromatografie
analyse van stoffen

Slide 13 - Tekstslide

Scheidingsmethode: sleep blauw naar rood
Werkt door een verschil in...
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Kookpunt
Aanhechting
Oplosbaarheid
Bezinken berust op een verschil in ...
Centrifugeren berust op een verschil in ...
Extraheren berust op een verschil in ...
Adsorberen berust op een verschil in ...
Chromatograferen berust op een verschil in ... (1) en ... (2)
Zeven berust op een verschil in ...
Destilleren berust op een verschil in ...
Indampen berust op een verschil in ...
Filtreren berust op een verschil in ...

Slide 14 - Sleepvraag

oplossingen
stoffen (s,l,g) die in een andere vloeistof(l) zitten
wordt aangegeven in aq (aqua) als het in water zit

glucose opgelost is C6H12O6 (aq)

Tenzij anders vermeldt is de stof opgelost in H2O!

Slide 15 - Tekstslide

oplossingen

Slide 16 - Tekstslide

gehalte
hoeveel gram van de stof is opgelost in het volume water,

Slide 17 - Tekstslide

rekenen met gehalte
In één blikje cola (330 ml) zit 35 gram suiker

Wat is het gehalte in g/L?
Hoeveel blikjes cola moet je drinken om 140 gram suiker binnen te krijgen?
Hoeveel gram suiker zit er in 1 fles cola van 1,5 L?  

Slide 18 - Tekstslide

Welke oplossing heeft het hoogste gehalte?
Oplossing A.
Oplossing B.
A
Oplossing A.
B
Oplossing B.
C
Beiden even groot.
D
Dit is niet te bepalen.

Slide 19 - Quizvraag

je lost 5 gram suiker op in 250 ml.
wat is het gehalte in g/L
A
20 g/L
B
5 g/L
C
25 g/L
D
10 g/L

Slide 20 - Quizvraag

Een glas sinaasappelsap van 200 ml bevat 0,7 g eiwit.
Wat is het gehalte eiwit?
A
0,286 mg/ml
B
286 g/ml
C
0,0035 g/ml
D
3,5 mg/ml

Slide 21 - Quizvraag

massa- en volume-percentage

Slide 22 - Tekstslide

rekenen met Volumepercentage


Een fles wijn van 750 mL bevat 100 mL pure alcohol. Bereken het volumepercentage alcohol in de wijn.

Slide 23 - Tekstslide

Het volumepercentage van zuurstof in lucht is 21%.

Wat is het volume in ml zuurstof in deze 1,5L fles?
A
210 mL
B
0,32%
C
315 mL

Slide 24 - Quizvraag

Er zit 17 mL alcohol in een blikje bier van 330 ml.

Wat is het volumepercentage van alcohol in bier?
A
19,4 vol%
B
5,15 vol%
C
0,0515 vol%
D
Geen idee

Slide 25 - Quizvraag

afsluiting
adsorptie: scheiden door het verschil in aanhechtingsvermogen
Chromatografie: scheiden door het verschil in oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen
oplosbaarheid: hoeveel gram er in een vloeistof kan worden opgelost
massa- en volumepercentage: hoeveel massa of volume in het geheel zit

Slide 26 - Tekstslide