,

Groep 4 | spelling | meervoud korte klank

Nieuw logo
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpelling+2BasisschoolGroep 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nieuw logo

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Spelling
Doel: ik kan woorden met een korte klank in het meervoud schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek het doel van deze les met de leerlingen. Wat gaan de leerlingen oefenen/leren?
Woorden met een korte klank

Weet je het nog?
Klinkt de klinker aan het einde van de klankgroep kort.....

... dan komt een extra medeklinker op je bord.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit.

Woorden met een korte klank
Weet je het nog?
Klinkt de klinker aan het einde van de klankgroep kort.....
... dan komt een extra medeklinker op je bord.
Verdeel het woord in klankgroepen.

Wat hoor je?
blokken

Slide 4 - Tekstslide

Verdeel het woord in klankgroepen.

blo - ken

wat hoor je? 

de o klinkt kort dus er komt een extra medeklinker op je bord.

Verdeel het woord in klankgroepen.
Wat hoor je?
hutten

Slide 5 - Tekstslide

Verdeel het woord in klankgroepen.

hu - ten

wat hoor je? 

de u klinkt kort dus er komt een extra medeklinker op je bord.

Verdeel het woord in klankgroepen.

Wat hoor je?
petten

Slide 6 - Tekstslide

Verdeel het woord in klankgroepen.

pe - ten

wat hoor je? 

de e klinkt kort dus er komt een extra medeklinker op je bord.

Verdeel het woord in klankgroepen.

Wat hoor je?
ballen

Slide 7 - Tekstslide

Verdeel het woord in klankgroepen.

ba-len

wat hoor je? 

de a klinkt kort dus er komt een extra medeklinker op je bord.

Bekijk het uitlegfilmpje op de volgende slide.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Bron video.
Bekijk via het oogje het uitlegblad.

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk samen het uitlegblad. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Weet je nog?
Het stappenplan - klankgroep

1. je verdeeld het woord in klankgroepen.

2. klinkt de laatste klank van de klankgroep korte?
     je hoort dan dus a, e, o, u, i.
3. dan komt een extra medeklinker op je bord.
     Je schrijft dan dus twee keer dezelfde medeklinker erachter.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit.

Weet je nog?
Het stappenplan - klankgroep
1. je verdeeld het woord in klankgroepen.
2. klinkt de laatste klank van de klankgroep korte?
     je hoort dan dus a, e, o, u, i.
3. dan komt een extra medeklinker op je bord.
     Je schrijft dan dus twee keer dezelfde medeklinker erachter.

Nu is het jouw beurt!

Slide 12 - Tekstslide

De leerlingen gaan aan de slag met verschillende opdrachten.

Bij welk woord hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep?
A
bakken
B
slapen
C
zorgen
D
gezond

Slide 13 - Quizvraag

Antwoord A: bakken.

Bij welk woord hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep?
A
paard
B
gezicht
C
rommel
D
zomer

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord C: rommel.

Bij welk woord hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep?
A
zoet
B
sikken
C
lopen
D
veulen

Slide 15 - Quizvraag

Antwoord B: sikken.

Bij welk woord hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep?
A
fietsen
B
kopen
C
tellen
D
feestje

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord C: tellen.
Let op als je een woord langer maakt:

één bot - twee botten
één put - twee putten
één getal - twee getallen
één bed - twee bedden
één tik - twee tikken

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit.

Let op als je een woord langer maakt:
één bot - twee botten
één put - twee putten
één getal - twee getallen
één bed - twee bedden
één tik - twee tikken

één kip, twee ....

Slide 18 - Open vraag

Antwoord: kippen

één hap, twee ....

Slide 19 - Open vraag

Antwoord: happen

één hap, twee ....één mol, twee ....

Slide 20 - Open vraag

Antwoord: mollen

Luister naar de juf en schrijf op:

Slide 21 - Open vraag

Zeg het woord: vossen. De leerlingen schrijven dit woord op.

Luister naar de juf en schrijf op:

Slide 22 - Open vraag

Zeg het woord: pillen. De leerlingen schrijven dit woord op.

Luister naar de juf en schrijf op:

Slide 23 - Open vraag

Zeg het woord: doppen. De leerlingen schrijven dit woord op.
Ga aan de slag met de werkbladen die je krijgt!

Slide 24 - Tekstslide

Deel nu de werkbladen uit - de leerlingen gaan aan de slag met de werkbladen. Je kan de werkbladen ook als huiswerk meegeven.
Reflecteren

Slide 25 - Tekstslide

Laat de leerlingen antwoord geven op de reflectievragen.
Je kan dit mondeling doen, maar je kan er ook voor kiezen om dit te laten invullen op het reflectieblad dat als bijlage is toegevoegd. Dit blad kan daarna ook opgenomen worden in de portfoliomap.
Tot de volgende keer
Deze les is gemaakt door DEF@ctO. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team DEF@ctO.




Slide 26 - Tekstslide

Bezoek onze website: