oefentoets Bloemen

 Bloemen
oefentoets
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Bloemen
oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf vier kenmerken op van bloemen (bloemdelen) die door insecten worden bestoven.

Slide 2 - Open vraag

Vul de zinnen over bloemen aan:

Stuifmeel wordt gemaakt in a)__________________
Een zaad is ontstaan uit b) ______________________
Het onderste deel van de stamper heet c)_______

Slide 3 - Open vraag

Wordt deze boomsoort door de wind of door insecten bestoven? Leg uit !

Slide 4 - Open vraag

Ontstaan de bessen na de bevruchting uit de mannelijke of uit de vrouwelijke bloemen?

Slide 5 - Open vraag

Kan bij een boom van deze soort zelfbestuiving voorkomen?
Leg uit !

Slide 6 - Open vraag

Wat is de juiste omschrijving van de bevruchting bij planten?
A
Stuifmeel komt neer op de stempel van een bloem van dezelfde soort
B
Het zaadbeginsel groeit uit tot een zaad
C
De celkern van de stuifmeelkorrel smelt samen met de celkern van de eicel
D
De stuifmeelbuis dringt binnen in de stijl

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding zijn de vruchten van de plantensoorten 1 tot en met 4 getekend. Noteer het (de) nummer(s) van de soort(en) die door dieren verspreid wordt /worden.

Slide 8 - Open vraag

In de afbeelding zijn de vruchten van de plantensoorten 1 tot en met 4 getekend.

Wat gebeurt er met soort 4 als ze groeien op een eiland zonder dieren?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de goede volgorde van gebeurtenissen tijdens de voortplanting van planten?
A
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
B
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
C
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving
D
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis

Slide 10 - Quizvraag

Luuk beweert dat een paardenbloem een windbloem is.
Waarom is dat niet juist?

Slide 11 - Open vraag

De bloemen op plant P zijn ? en op Q zijn?
A
P Eenslachtig Q Tweeslachtig
B
P Tweeslachtig Q Eenslachtig
C
P Eenslachtig Q Eenslachtig
D
P Tweeslachtig Q Tweeslachtig

Slide 12 - Quizvraag



Wat geldt voor windbloemen?
A
1. kleverig stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren nectar
B
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren geen nectar
C
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren nectar
D
1. kleverigstuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren geen nectar

Slide 13 - Quizvraag

Deze bloemen hebben opvallende kroonbladeren
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 14 - Quizvraag

De bloemen maken veel stuifmeel
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 15 - Quizvraag

De bloemen maken nectar
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 16 - Quizvraag

De bloemen hebben lange stampers en meeldraden die uit de boem hangen
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 17 - Quizvraag

Welke bloem is,
of welke bloemen zijn
een insectenbloem?


A
bloemen van plant 1
B
bloemen van plant 1 en 2
C
bloemen van plant 1 en 2 en 3
D
geen van de bloemen

Slide 18 - Quizvraag

Schuif de woorden naar de juiste plaats.
Helmknop
Zaadbeginsel
Stijl
Kelkblad
Stamper
Stuifmeel
Meeldraad

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe wordt het genoemd als
stuifmeel verplaatst wordt
via route 2.
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
D
Pollensprong

Slide 20 - Quizvraag

Een bloem verspreid zijn zaden via de wind. Hoe wordt zo een plant genoemd
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
Niet te zeggen
D
Vlinderbloem

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit waarom een esdoorn zo veel
zaden moet maken om 1 nakomeling
te krijgen.

Slide 22 - Open vraag

De bloem van de afbeelding is bestoven.
Hoeveel zaden kunnen er in deze situatie
maximaal ontstaan?

Slide 23 - Open vraag

In de afbeelding is een vrucht van de gele morgenster getekend.
Hoe worden de zaden van deze plant verspreid?


Slide 24 - Open vraag