3.3 De WIC en Suriname

De Republiek in de Gouden Eeuw

3.3 De WIC en Suriname
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Republiek in de Gouden Eeuw

3.3 De WIC en Suriname

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

kenmerkende aspecten

1. Het ontstaan vanhandelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
2. Burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur   in Nederland.
3. De wetenschappelijke revolutie.

ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.

Slide 3 - Tekstslide

hoofdvraag: Hoe kon de Republiek uitgroeien tot een van de belangrijkste landen in Europa?
deelvragen:
1. Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw in de Republiek?
2. Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
3. Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?
4. Hoe leidde de vrijheid van denken tot meer wetenschap?
5. Hoe kwam de welvaart tot uiting bij de mensen?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen waar de WIC zich mee bezig hield en waardoor  de trans-Atlantische slavenhandel ontstond.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk van slavernij?

Slide 6 - Woordweb

Een wereldkaart uit 1700. Sommige delen van Noord-Amerika en Australië zijn nog niet 'ontdekt'.
suikerrietplantages
🇧🇷
katoenplantages
🇺🇸
Spaanse kolonie
Engelse kolonie
Tabaksplantages
🇨🇺
Portugese kolonie
Nederlandse kolonie
Cacao- en suikerrietplantages
🇸🇷

Slide 7 - Tekstslide


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 8 - Tekstslide


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen slaven: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze slaven werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

VOC

Slide 11 - Woordweb

Kaapvaart en slavenhandel
- 1621: oprichting West-Indische Compagnie
- 1628: Piet Hein veroverde de Zilvervloot
- Aan de Afrikaanse kust werden slaven gekocht
- Trans-Atlantische slavenhandel/ driehoekshandel

Slide 12 - Tekstslide

Wereldeconomie en concurrentie
Handelscontacten Republiek: Wereldeconomie

- Moedernegotie: landen rond de Oostzee
- VOC: Azië
- WIC: Amerika en Afrika


Slide 13 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit waarom er door de Republiek een wereldeconomie ontstond.

Slide 14 - Open vraag

Wereldeconomie  en concurrentie
- Acte van Navigatie 1651
- Hierdoor braken er zeeoorlogen uit tussen de Republiek en Engeland
- Michiel de Ruyter

- Na de Tweede Engelse Zeeoorlog: Engeland kreeg Nieuw- Nederland en Nederland kreeg in ruil daarvoor Suriname

Slide 15 - Tekstslide

Plantagekolonie Suriname
- Suriname werd de grootste plantagekolonie van de Republiek.

- Slaven werkten er op de koffie- en suikerrietplantages

- Pas in 1863 is de slavernij afgeschaft in Nederland

Slide 16 - Tekstslide

VOC

WIC
Trans-Atlantische driehoekshandel
Inter-Aziatische handel
Batavia
Suriname
Plantagekolonie

Slide 17 - Sleepvraag

Aan de slag!

mk WB opdr par 3.3
1 t/m 11
niet: sorry, alles dit keer...;(

Gebruik daarbij de teksten uit je TB 

Slide 18 - Tekstslide

Afronden
nabespreken opdr 4 en 11

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen waar de WIC zich mee bezig hield en waardoor  de trans-Atlantische slavenhandel ontstond.

Slide 20 - Tekstslide

huiswerk
In principe geen huiswerk, tenzij je in de les niet klaar was.

mk WB opdr par 3.3
1 t/m 11
niet: sorry, alles dit keer...;(

Gebruik daarbij de teksten uit je TB 


Slide 21 - Tekstslide


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 22 - Tekstslide


Slavenmarkten

  • De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Slaven waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
  • ...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 23 - Tekstslide


Op de plantages

  • Slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden slaven mishandeld en/of misbruikt
  • Slaven werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de slaaf was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 24 - Tekstslide


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de slaven geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de slaven uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommige slaven bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 25 - Tekstslide


Europese slaven

  • Tussen 1600 en 1800 zijn, naast de Afrikaanse slaven, ook rond de 1 miljoen slaven uit Europa verhandeld.
  • Sommigen waren bijvoorbeeld gevangen genomen door piraten.
  • Deze blanke christenslaven hadden overigens wel een beter bestaan dan de meeste Afrikaanse slaven, en werden vaak ook vrijgekocht








Slide 26 - Tekstslide