Begeleiden, semester 3, les 2, tweedejaar

Begeleiden Les 2; groepen en groepskenmerken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden Les 2; groepen en groepskenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- AWR
- terugblik
- Theorie
- Aan het werk
- Hoe vond je de les?

Slide 2 - Tekstslide

AWR

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een groep?

Slide 4 - Woordweb

Belang van groepslidmaatschap
Groepen zijn erg belangrijk voor mensen. Het belang van groepslidmaatschap kan zijn:

  • Door lid te zijn van groepen wordt voldaan aan fundamentele menselijke behoeften. Ieder mens heeft een diepgewortelde behoefte om met anderen in contact te treden. Ieder mens wil dingen met anderen delen, wil erbij horen en wil dat anderen hem aanvaarden. De behoefte aan geborgenheid en genegenheid is groot.
  • Lid zijn van groepen geeft mensen de mogelijkheid om te laten zien wie ze zijn of wie ze willen zijn. Lidmaatschap van groepen geeft mensen een identiteit. Als je je aansluit bij een actiegroep ter bescherming van de natuur, dan is dat een manier om te zijn wie je wilt zijn. Je kunt daardoor beter uiting te geven aan wat jij belangrijk vindt en je kunt je er ook beter voor inzetten.




Slide 5 - Tekstslide

  • Groepen helpen mensen bij het behartigen van hun belangen en bij het bereiken van gestelde doelen. Ook voor de vervulling van bepaalde wensen hebben mensen groepen nodig. Belangen, doelen en wensen kunnen op alle terreinen liggen, denk aan: financiële doelen, creatieve uitingen, sportieve uitdagingen, enzovoort.
  • In groepen leren mensen van elkaar. Dat begint al meteen vanaf de geboorte. Kinderen groeien meestal op in het gezin. Ze leren daar allerlei vaardigheden doordat ze in het gezin samenleven met anderen. Ze leren bijvoorbeeld rekening te houden met anderen en om voor zichzelf op te komen. Ook in een studiegroep en in een cliëntgroep kunnen mensen van elkaar leren.

Slide 6 - Tekstslide

Uit deze vier punten blijkt dat mensen afhankelijk zijn van groepen voor de dingen die ze nodig hebben. Een gezin, een familie en een cliëntgroep bieden affectie en geborgenheid. Een werkkring biedt sociale status en financiële zekerheid, enzovoort. Mensen zijn zich lang niet altijd bewust van deze afhankelijkheid.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom is het vaak zo belangrijk om bij een groep te horen?

Slide 8 - Open vraag

Indelingen van groepen
Afhankelijk van het kenmerk waar je naar kijkt, kun je groepen op verschillende manieren indelen:
  • primaire tegenover secundaire groepen;
  • formele tegenover informele groepen;
  • homogene tegenover heterogene groepen;
  • in-group tegenover out-group;
  • open tegenover gesloten groepen.

Slide 9 - Tekstslide

Primaire groepen

De primaire groep kenmerkt zich door persoonlijke, intieme relaties. Dat de sociale afstand tussen de leden klein is, blijkt uit het taalgebruik, de manier waarop men elkaar aanspreekt en het solidariteitsgevoel dat er onderling bestaat.

De leden van een primaire groep hebben direct contact met elkaar en vertonen over het algemeen spontaan gedrag. Men leeft met elkaar mee en kent elkaar goed. Emoties delen speelt een belangrijke rol.
Valt een van de leden uit de primaire groep weg, dan laat dit duidelijk sporen na, omdat de andere groepsleden hem of haar als mens missen. Elk groepslid neemt een unieke plaats in en is eigenlijk niet te vervangen.
Primaire groepen zijn groepen die langdurig bestaan. Voorbeelden van primaire groepen zijn het gezin en de vriendengroep.


Slide 10 - Tekstslide

Belang van veilige sfeer
Primaire groepen zijn enorm belangrijk voor de ontwikkeling en het welzijn van mensen. De wederzijdse beïnvloeding is in een primaire groep groot. Het is nodig dat groepsleden elkaar als persoon accepteren omdat de emotionele band die groepsleden met elkaar hebben zo centraal staat.





Helaas is de sfeer niet in alle primaire groepen veilig. In sommige gezinnen (en andere primaire groepen) zijn de relaties tussen groepsleden verstoord en zijn groepsleden niet solidair met elkaar. Ook pesten en uitsluiting van één groepslid komt voor. Je kunt je hopelijk voorstellen dat dit een enorme invloed heeft op de ontwikkeling en het welzijn van dit groepslid.

Slide 11 - Tekstslide

Secundaire groep
In een secundaire groep staat de uit te voeren taak centraal. Groepsleden gaan daarom zakelijker met elkaar om dan in een primaire groep en ze communiceren uitvoerig de taak die ze moeten uitvoeren. Een groepslid telt vaak meer mee om wat hij is en kan, dan om wie hij is.
In feite zijn de leden vervangbaar. De persoon telt hier vaak minder. De sociale afstand is groter en de betrokkenheid bij elkaar is meestal duidelijk minder dan in primaire groepen. De omgangsvormen zijn formeler. Dit blijkt onder meer uit het op papier zetten van afspraken, maar ook uit het taalgebruik. Er zijn bepaalde beleefdheidsregels.
Voorbeelden van secundaire groepen zijn: groepen in de werksituatie, collega’s binnen een team, een schoolklas.

Slide 12 - Tekstslide

Formele groep
Bij een formele groep is een aantal zaken op papier vastgelegd, zoals het bestaan en het doel van de groep, de regels die in de groep gelden, de taakverdeling binnen de groep, de manier waarop de groep besluiten neemt, enzovoort.
Groepen cliënten in de maatschappelijke zorg zijn voorbeelden van formele groepen. Iedereen weet bij wie hij voor wat moet zijn. Er wordt verwacht dat ieder groepslid op de hoogte is van de regels die op de afdeling gelden. Formele groepen zijn met andere woorden georganiseerde groepen. Tegenover een formele groep staat een informele groep.

Slide 13 - Tekstslide

Informele groep
In een informele groep zijn er geen organisatorische beperkingen. Een voorbeeld van een informele groep is een vriendengroep. De leden kunnen vrijelijk contact met elkaar hebben. Informele groepen ontstaan vaak vanuit een gemeenschappelijke belangstelling en ze houden stand zolang groepsleden plezier beleven aan het samenzijn en samen dingen doen. In informele groepen kunnen groepsleden hun eigen activiteiten bepalen.


Slide 14 - Tekstslide


Het is goed te bedenken dat binnen groepen cliënten vaak een of meerdere informele groepen aanwezig zijn. Het zijn groepjes cliënten die veel met elkaar optrekken; ze vormen een groep binnen een groep. Het is belangrijk hier zicht op te hebben als beroepskracht MZ. Het betekent namelijk ook vaak dat er behalve de formele leider (de teamleider of jij als beroepskracht MZ) ook een informele leider is: de leider van de informele groep. Krijg je de informele leider mee, dan volgt de groep vaak vanzelf.

Slide 15 - Tekstslide

Bij een informele groep zijn er vaak regels op papier opgesteld
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Homogene en heterogene groep
Bij de begrippen homogeen en heterogeen gaat het om de mate waarin groepsleden op elkaar lijken. In een homogene groep zijn meerdere aspecten van de groepssamenstelling hetzelfde, bijvoorbeeld: geslacht, leeftijd, problematiek, enzovoort. In een heterogene groep zijn deze aspecten juist verschillend.


Slide 17 - Tekstslide


In organisaties die zorg bieden aan ouderen, aan verslaafden of psychiatrische patiënten kiest men vaak voor homogene groepen. Dat is vaak een bewuste keuze: het komt de kwaliteit van de zorg ten goede wanneer cliënten die eenzelfde ziekte of aandoening hebben, bij elkaar geplaatst zijn. Overigens: ook de cliënt zelf vindt een homogene groepsindeling vaak het prettigst. Een somatische bewoner in een verpleeghuis wil liever niet in een gemengde groep verblijven met ook psychogeriatrische bewoners.

Slide 18 - Tekstslide

Bij een heterogene groep lijken de mensen erg op elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In-group en out-group

Kenmerkend voor veel groepen is dat er na korte of langere tijd een ‘wij-gevoel’ ontstaat. Deze ‘wij-groep’ wordt de in-group genoemd, de ‘zij-groep’ is de out-group. Tot de in-group reken je jezelf en de anderen die je met ‘wij’ aanduidt. Alle anderen die je daarmee uitsluit, behoren dan tot de out-group.
Binnen een in-group is sprake van een kleiner of groter wij-gevoel. Van dit wij-gevoel is sprake wanneer er een onderlinge samenhang, een goede band tussen de groepsleden onderling bestaat, de zogeheten groepscohesie.

Slide 20 - Tekstslide

In- en out-groups in relatie tot moderne media
Rondom in- en out-groups doet zich door de opkomst van de moderne (en sociale) media een nieuw verschijnsel. Er kan zeer snel contact gelegd worden met (veel) anderen. De informatievoorziening en de communicatie gaat veel sneller dan in het verleden. Je kunt lid worden van allerlei community’s en je ziet ook allerlei digitale groepen en groepjes ontstaan (WhatsApp, LinkedIn, Facebook, enz.). Ook in deze digitale wereld spelen zich tot op zekere hoogte groepsprocessen af: erbij horen of niet, liken, disliken.

Slide 21 - Tekstslide

Gesloten groep
Groepen verschillen van elkaar in de mate waarin ze openstaan voor mensen en invloeden buiten de groep. De meest verregaande vorm van geslotenheid komt voor bij de groep die zich afzondert van de buitenwereld, geen enkele invloed van buitenaf toelaat en evenmin openstaat voor nieuwe leden. Dat komt zelden voor. De meeste gesloten groepen zijn niet zo extreem gesloten als hiervoor geschetst.
Mindere vormen van geslotenheid komen wel voor, heel vaak zelfs. Het gaat dan om groepen die een van tevoren afgesproken aantal keren bij elkaar komen en na de laatste bijeenkomt als groep niet meer bestaat. Denk aan klassen, cursusgroepen en studentengroepen.

Slide 22 - Tekstslide

Open groep
Tegenover gesloten groepen staan open groepen. Een open groep laat gemakkelijk andere mensen toe en verwelkomt invloeden van buitenaf. In een open groep vinden groepsleden dat die invloeden van buitenaf juist iets toevoegen aan de groep. Het uitgangspunt is: hoe meer zielen, hoe meer vreugd. In een open groep komen er niet alleen nieuwe leden bij: er zijn ook altijd groepsleden die de groep verlaten. Voorbeelden van open groepen zijn: scholen en online community’s.

Veel groepen zijn semi-open. Ze zijn deels open en deels gesloten. Nieuwkomers zijn welkom, maar er gelden wel voorwaarden.

Slide 23 - Tekstslide

Maken: Thieme Meulenhoff, boek communicatie, 8.17 opdracht 1 t/m 6b

Slide 24 - Tekstslide

Volgende week
Volgende week gaan we het hebben over het begeleiden van cliënten in groepen. 

Slide 25 - Tekstslide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 26 - Open vraag

deze les vond ik......
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Tekstslide