thema 8 GEDRAG - afronden 8.2 + UL 8.3

planning=


  • zelf nakijken (+HW-C) 8.2
  • leerdoel+ begrippen 8.3
  • uitleg 8.3
  • opdrachten maken 8.3


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

planning=


  • zelf nakijken (+HW-C) 8.2
  • leerdoel+ begrippen 8.3
  • uitleg 8.3
  • opdrachten maken 8.3


Slide 1 - Tekstslide

huiswerkcontrole:
van 8.2 - 
  • opdracht 1 t/m 4 (in werkboek)
  • opdracht 5+6+7 (online)

             DUS WERKBOEK OPEN OP BLZ.224

Slide 2 - Tekstslide

1a = prikkel & motivatie
1b = A
1c = hormonen
1d=
inwendig= angst 
                       dorst 
                       honger 
                       verliefdheid 
                       woede 




uitwendig =  geluid 
                           geur  
                           kou 
                           licht 
                           smaak 

Slide 3 - Tekstslide

2a = B
2b = 1 = sleutelprikkel
          2 = supranormale prikkel
          3 = supranormale prikkel
2c = sterkere
2d = A +C+D+E+G
2e =
De vrouw laat haar nek langer lijken met ringen. Hiermee zorgt ze voor een extra sterke sleutelprikkel (de supranormale prikkel).

Slide 4 - Tekstslide

3a = D
3b = C + D

4=
• Een prikkel is een verandering die je waarneemt in je     
   omgeving of in je lichaam.
• Een reactie op een prikkel is een respons.
• Gedrag is het resultaat van een prikkel en motivatie.
• Motivatie wordt veroorzaakt door inwendige prikkels, zoals honger of dorst.
• Reclamemakers proberen consumentengedrag te beïnvloeden met 
   sleutelprikkels en supranormale prikkels.

Slide 5 - Tekstslide

4 soorten prikkels (tabel) = 
inwendige prikkel= een prikkel in het lichaam, zoals honger, dorst of angst

uitwendige prikkel=een prikkel uit de omgeving, zoals het zien van een rood stoplicht of het ruiken van vers brood

sleutelprikkel=een prikkel die altijd dezelfde reactie veroorzaakt

supranormale prikkel=een prikkel die altijd dezelfde reactie veroorzaakt, maar nog sterker is dan de gewone sleutelprikkel
inwendige prikkel= 
een prikkel in het lichaam, zoals honger, dorst of angst

uitwendige prikkel=
een prikkel uit de omgeving, zoals het zien van een rood stoplicht of het ruiken van vers brood

sleutelprikkel=
een prikkel die altijd dezelfde reactie veroorzaakt

supranormale prikkel=
een prikkel die altijd dezelfde reactie veroorzaakt, maar nog sterker is dan de gewone sleutelprikkel

Slide 6 - Tekstslide

8.3 - Aangeboren en aangeleerd gedrag

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 8.3 =
  1. Ik kan de factoren noemen waardoor gedrag wordt bepaald.
  2. Ik kan verschillende vormen van leren beschrijven. 

Slide 8 - Tekstslide

begrippen 8.3; 



  • aangeboren gedrag
  • aangeleerd gedrag
  • inprenting
  • trail and error
  • conditionering
  • gewenning

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

aangeboren of aangeleerd;
Gedrag kan worden bepaald door erfelijke factoren en door leerprocessen.

  • Als erfelijke factoren gedrag bepalen, is dat aangeboren gedrag (= erfelijk gedrag). Aangeboren gedrag wordt bi dieren vaak instinct genoemd.  

  • Als gedrag ontstaat door het te leren, is dat aangeleerd gedrag. 

  • Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

 inprenting
Er zijn verschillende manieren van leren. 

Bij inprenting is er een korte periode in het leven van dieren (=de gevoelige periode) waarin een bepaald gedrag wordt aangeleerd.

Het leren herkennen van ouders of soortgenoten is daarvan een voorbeeld. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

trail and error 
(= proefondervindelijk leren)

Dit is een manier van leren door toevallige ontdekkingen.


Bijvoorbeeld: 
Een insectenetende vogel eet geen zwartoranje rupsen meer, nadat het enkele keren de vieze smaak ervan heeft geproefd. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Conditionering 
Gedrag dat door beloning of straf wordt aangeleerd. 






voorbeelden van beloning = bijvoorbeeld wel eten - aandacht
voorbeelden van straf = bijvoorbeeld geen eten-pijn-geen aandacht

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Gewenning
Een bepaalde reactie op een prikkel wordt bij herhaling van de prikkel afgeleerd.


Slide 19 - Tekstslide

Gewenning





Bijvoorbeeld door een paard regelmatig aan vuur bloot te stellen, schrikt het paard niet meer van vuur. 

Slide 20 - Tekstslide

Ga aan de slag met 8.3:
1 = Maak in WB vanaf blz. 232 - opdracht 1 t/m 5
2 = maak daarna online van 8.3 - opdracht  6 + 7


Wat niet af is, wordt automatisch huiswerk !

Slide 21 - Tekstslide