Als je naar mensen kijkt, zie je heel veel verschillen. Sommige mensen zijn klein, anderen zijn groot, etc.
De verschillen in uiterlijk tussen mensen kunnen...
A
alleen door een verschil in de genen komen.
B
alleen door een verschil in de omgeving komen.
C
door een verschil in genen en in de omgeving komen.
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Als je naar mensen kijkt, zie je heel veel verschillen. Sommige mensen zijn klein, anderen zijn groot, etc.
De verschillen in uiterlijk tussen mensen kunnen...
A
alleen door een verschil in de genen komen.
B
alleen door een verschil in de omgeving komen.
C
door een verschil in genen en in de omgeving komen.
Slide 1 - Quizvraag
A
AABb x aaBB
B
Aabb x aaBb
C
AaBb x aabb
D
Aabb x aabb
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
A
1/8
B
3/8
C
5/8
D
1/4
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Open vraag
Bloedgroepen
Bloedgroep A: IAIA of IAi- codominant
Bloedgroep B: IBIB of IBi- codominant
Bloedgroep AB: IAIB codominant
Bloedgroep O: i-i- recessief
Slide 7 - Tekstslide
In de families van Roger (bloegroep AB) en Nikki (bloedgroep A) komt bloederziekte voor (bron 2). Een recessief en X-chromosomaal allel veroorzaakt deze aandoening. In de families komen vier bloedgroepen voor.
Hoe groot is de kans dat Roger en Nikki een dochter krijgen die bloedgroep A en bloederziekte heeft?
A
1/2
B
1/8
C
1/4
D
1/6
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Een bepaald recessief allel bij fruitvliegjes is letaal en X-chromosomaal. - Kunnen er volwassen fruitvliegjes voorkomen die dit letale allel bezitten? - Zo ja, welk geslacht hebben deze fruitvliegjes?
A
Ja, alleen volwassen mannetjes kunnen het recessieve allel bezitten.
B
Ja, alleen volwassen vrouwtjes kunnen het recessieve allel bezitten.
C
Ja, zowel volwassen mannetjes als vrouwtjes kunnen het recessieve allel bezitten.
D
Nee, er kunnen in het geheel geen volwassen fruitvliegjes voortkomen die het recessieve allel bezitten.
Slide 10 - Quizvraag
De ziekte van Duchenne is een ernstige X-chromosomale erfelijke spierziekte Een echtpaar (6 en 7) met twee dochters (10 en 11) krijgt een zoon (12) met Duchenne.
Is het allel voor de ziekte van Duchenne een dominant of recessief allel? Verklaar je keuze en geef hierbij de nummers van de betrokken personen waar je je keuze uit afgeleid hebt.
A
Dominant: 1 x 2
B
Recessief: 1 x 2
C
Dominant: 6 x 7
D
Recessief: 3 x 4
Slide 11 - Quizvraag
De ziekte van Duchenne is een ernstige X-chromosomale erfelijke spierziekte Een echtpaar (6 en 7 )met twee dochters (10 en 11) krijgt een zoon (12) met Duchenne. Twee personen in de stamboom (bron 4) zijn zeker drager. Geef de nummers van deze personen.
Slide 12 - Open vraag
De ziekte van Duchenne is een ernstige X-chromosomale erfelijke spierziekte Een echtpaar (6 en 7) met twee dochters (10 en 11) krijgt een zoon (12) met Duchenne. Bereken de kans dat het volgende kind van 6 en 7 een jongetje met Duchenne is.
Slide 13 - Open vraag
Landdieren zoals amfibieën stammen af van longvissen. Vroeger beschouwde men ook de coelacanth (een vis) als een vertegenwoordiger van een groep vissen waaruit de amfibieën konden zijn ontstaan. Deze theorie was op verschillende aanwijzingen gebaseerd, onder andere op de ouderdom van fossielen. - Zijn de oudste coelacanth fossielen naar verwachting ouder of jonger dan de oudste amfibie fossielen? - Licht je antwoord toe.
Slide 14 - Open vraag
Landdieren zoals amfibieën stammen af van longvissen. Vroeger beschouwde men ook de coelacanth (een vis) als een vertegenwoordiger van een groep vissen waaruit de amfibieën konden zijn ontstaan. Deze theorie was op verschillende aanwijzingen gebaseerd, onder andere op de ouderdom van fossielen. De coelacanth wordt in de Indische Oceaan nog steeds aangetroffen. Leg uit waarom het dier een levend fossiel wordt genoemd.
Slide 15 - Open vraag
De bouw en werking van een oog van een inktvis vertonen veel overeenkomst met de bouw en werking van een oog van een kat. - Is hier sprake van analogie of van homologie? - Berust de gelijkenis wel of niet op verwantschap?
A
analogie
wel op verwantschap
B
analogie
niet op verwantschap
C
homologie
wel op verwantschap
D
homologie
niet op verwantschap
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet het proces waarbij de omgeving bepaalt welke individuen de meeste nakomelingen krijgen?
Slide 17 - Open vraag
Hier is een verwantschapsschema de afstamming van een aantal soorten weergegeven. Met welke nu levende soort is soort 5 het meest verwant?
A
2
B
12
C
1
D
11
Slide 18 - Quizvraag
Genetic drift
Wanneer zal genetic drift het duidelijkst zichtbaar zijn in een populatie?
A
als de populatie erg klein is
B
als er een sterke neiging is tot voorkeur bij de paring
C
als er weinig mutaties optreden
D
als het milieu sterk varieert
Slide 19 - Quizvraag
Is er Hardy-Weinberg evenwicht in populaties waarin selectie optreedt?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer we de genotypefrequentie weergeven van de heterozygoten berekenen gebruiken we bij Hardy-Weinberg de berekening ...
A
p^2
B
q^2
C
pq^2
D
2pq
Slide 21 - Quizvraag
Rekenen met jouw eigen getal!
Een allel voor een erfelijk aandoening is autosomaal recessief.
Naar schatting heeft in het Verenigd Koninkrijk 16% van de mensen de aandoening.
Hoeveel procent van de mensen in het Verenigd Koninkrijk is naar schatting drager van het allel?
Ga ervan uit dat de wet van Hardy-Weinberg van toepassing is.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Bij schapen komt een witte vacht tot stand onder invloed van het dominante allel H en een zwarte vacht door het recessieve allel h. In een kudde schapen hebben er 891 een witte en 9 een zwarte vacht. Op deze populatie is de regel van Hardy-Weinberg van toepassing.
Bereken de frequentie van het allel H.
A
0,01
B
0,99
C
0,1
D
0,9
Slide 24 - Quizvraag
Nieuwe mensensoort
Enige tijd geleden is op het Indonesische eiland Flores het fossiele skelet gevonden van een tot nu toe onbekende mensensoort. Dit mensje was slechts 1 meter lang en is Homo floresiensis gedoopt. Homo floresiensis leefde tegelijkertijd met de moderne mens, Homo sapiens. Volgens de overlevering op Flores woonde er vroeger een klein volkje dat voedsel stal van de mensen.
Behoren Homo floresiensis en Homo sapiens tot hetzelfde geslacht?
A
ja
B
nee
C
Dat is met deze gegevens niet te bepalen.
Slide 25 - Quizvraag
Paradijs op land en onder water In het westelijk deel van Nieuw-Guinea is onder de zeespiegel een uniek ecosysteem ontdekt, waarbij in amper zes weken tijd meer dan vijftig nieuwe soorten zijn aangetroffen. De bijzondere onderwaterwereld werd ontdekt in de kustwateren rondom de Vogelkop, een groot schiereiland aan de westkant van Nieuw-Guinea. De grillige, relatief ondiepe kustlijn waarin zo'n 2500 eilandjes liggen, is buitengewoon divers. Ongerepte regenwouden eindigen hier in zee, bergkammen aan de kust veranderen onder water in riffen en grote delen van de kust zijn bedekt met nauwelijks toegankelijke mangrovebossen. In dit gebied zijn enorm veel nieuwe soorten ontstaan.
Slide 26 - Tekstslide
Twee typen soortvorming zijn allopatrische soortvorming en sympatrische soortvorming.
Van welk type soortvorming zal hier zeer waarschijnlijk sprake zijn? Licht je antwoord toe met een gegeven uit de tekst (op de vorige sheet)
Slide 27 - Open vraag
Kreeft verovert Zeeuwse meren en restaurants
In 2005 werd in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer ruim 14 ton kreeft gevangen. Wetenschappers spreken vaak over de overlevingsdrift van dit bijzonder sterke schaaldier. Het feit dat de dieren in de Oosterschelde kunnen overleven, hebben zij te danken aan veranderingen in het DNA.
Hoe worden de veranderingen in het DNA van de Oosterscheldekreeft genoemd?
Slide 28 - Open vraag
Oud onderzoek komt tevoorschijn In 1924 publiceerde Boris Mikhaylovich Pozo-Polyanski een boek waarin hij betoogde dat bladgroenkorrels eigenlijk cyanobacteriën zijn en mitochondriën oorspronkelijk zuurstofverwerkende bacteriën waren. Hij noemde dit symbiogenese.
Welke term wordt tegenwoordig gebruikt voor een dergelijk samengaan?
Slide 29 - Open vraag
Dankzij het opnemen van deze cyanobacteriën werd een nieuwe omzetting mogelijk.
Welke omzetting van stoffen werd mogelijk door het opnemen van cyanobacteriën?