07 Urinewegstelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Het urinewegstelsel

PdJ

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?

😒🙁😐🙂😃

Wat weet je nog van de vorige les?

Aan het eind van de les kun je vertellen:

• Wat de bouw is van de organen van het
  urinewegstelsel
• Wat de werking is van de organen van
  het urinewegstelsel
  
  
• Wat zijn je eigen leervragen over het urinewegstelsel?

Wat weet je al van het urinewegstelsel

Nieren - renes

• Uitscheidingsorganen
• Boonvorming
• Rugzijde, hoog in de 
  buik
• Achter het buikvlies:
  retroperitoneaal.

0

Bouw van de nier

• Nierschors: buitenste laag met nefronen
  
• Niermerg: bestaat uit 6-18 nierpiramiden (uiteinde nierpapil)
  
• Nierkelk: hier komt urine uit
  nierpiramiden en nefronen en gaat
  naar nierbekken
  
• Nierbekken: gaat over in urineleider.

5

2

3

6

7

8

9

Urineleider

Nierschors

Nierkelk

Nierader

Nierslagader

Nierbekken

Niermerg

Nefron en de vorming van urine

• 1 miljoen nefronen per nier
• Filteren bloed
• Maken urine aan 
• 180 liter voorurine →
  1,8 liter urine.

Samenstelling urine

± 1,5 - 1,8 liter urine per 24 uur

Samenstelling afhankelijk van verschillende factoren (hoeveelheid drinken, samenstelling bloed enz.):

• Ureum: wordt als urine blijft staan omgezet in ammoniak
  
• Urinezuur: komt vrij bij afbraak DNA
  
• Gifstoffen
  
• Afbraakproducten van o.a. medicijnen
  
• Water, zouten.

Transport urine

Urethra

Ureter

Ren

Vesica urinaria

Antidiuretisch hormoon ADH

• Regelt hoeveel water het
  lichaam uitscheidt.

Renine-angiotensine-aldosteronsysteem 

• RAAS renine, angiotensine en aldosteron regelen de tensie (bloeddruk)
• Bloeddruk ↓ - renine - angiotensinogeen - angiotensine I - ACE - angiotensine II - aldosteron - bloeddruk.

Zuur-base-evenwicht lichaam

• Bloed: pH 7,4 = licht basisch 
• Bicarbonaatbuffersysteem zorgt hiervoor.

Erytropoëtine  EPO

• Komt vrij bij zuurstoftekort (hypoxie)
• Oorzaak hypoxie: te weinig rode
  bloedcellen of hoog in de bergen 
  → EPO (uit nieren) → lichaam
  maakt meer rode bloedcellen aan.

Welk hormoon regelt hoeveel water het lichaam uitscheidt?

1. ADH
2. FSH
3. TSH
4. EPO

Wat is de pH van het bloed?

1. 2,0
2. 7,0
3. 2,4
4. 7,4

Wat heb je geleerd over het urinewegstelsel?

Vertel in eigen woorden:

• Wat de bouw is van de organen van het
  urinewegstelsel
• Wat de werking is van de organen van
  het urinewegstelsel
  
  
• Wat zijn nu je leervragen over het urinewegstelsel?
• Maak de e-learning in mbo-leren.

Welk cijfer geef je deze les?

110