H1.4 Scheidingsmethoden 2

H1 Stoffen en materialen
 scheidings-methoden(2)



leg klaar:
  • rekenmachine
  • pen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Stoffen en materialen
 scheidings-methoden(2)



leg klaar:
  • rekenmachine
  • pen

Slide 1 - Tekstslide

1.5 Rekenen aan mengsels

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen van deze les
  •  Je leert de scheidingsmethoden;
  •  indampen, destilleren, extraheren, adsorberen en papierchromatografie.
  • Je leert rekenen met concentraties, volumepercentages en massapercentages.

Slide 3 - Tekstslide

eind van deze les je kan;

Je ken de betekenis van de volgende begrippen:
  • Adsorberen,  Bezinken, Chromatografie, Destillatie, Extraheren, Filtreren, Indampen
  • Je kan beschrijven op welk verschil in stofeigenschap een scheidingsmethode berust.
  • Je kan bij een gegeven mengsel een geschikte scheidingsmethode kiezen.

Slide 4 - Tekstslide

Je ken de betekenis van de volgende begrippen:
  • Concentratie, Volumepercentage, Massapercentage, Promillage, Grenswaarde
  • Je kan berekeningen uitvoeren met concentratie, massapercentage en volumepercentage.
  • Je kan aan de hand van de grenswaarde berekenen welke massa van een stof er in een ruimte aanwezig mag zijn.
  • Je kan met behulp van de grenswaarde beredeneren of een experiment veilig uitgevoerd kan worden.


Slide 5 - Tekstslide

7 scheidingsmethoden
Je krijgt van de docent deze overzichtstabel. Maak tijdens de uitleg aantekeningen in deze tabel. Dit moet je leren voor de toets.
DOE JE LAPTOP NU DICHT

Slide 6 - Tekstslide

hoe stroomt het water door de koelbuis?
waarvoor dient de themometer?
wat is het residu?
wat is het destillaat?

Slide 7 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
A
B
C
Destilleren
kookpunt
oplossing
wijn
alcohol verdampt al bij een lagere temperatuur (=destillaat), het meeste water blijft achter (=residu).
 
E

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
A
Bezinken (of centrifugeren) en afschenken
Dichtheid
Suspensie
Zand in water
Zand heeft een grotere dichtheid en zakt naar de bodem. Bij centrifugeren wordt dit versneld door snel ronddraaien.
B
C
Destilleren

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
Filtreren
fase en deeltjesgrootte
suspensie
krijt in water

filtraat = wat door het filter heen gaat (water)
residu = wat achter blijft in het filter.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
Extraheren
oplosbaarheid
mengsel van. vaste stoffen
thee maken
smaakstoffen losen op in heet water, de theeblaadjes niet.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

toepassing 
Vanaf eind 2019 gaat de rioolwaterzuivering in Ede met actieve kool medicijnresten uit het rioolwater halen.  Het actieve kool maken ze van het wc-papier, dat uit het water wordt gehaald met een grof filter (zeef).
medicijnen komen via urine in het rioolwater
medicijnresten zijn schadelijk voor vissen en andere waterorganismen 

Slide 18 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
Adsorberen
aanhechtings-vermogen
opgeloste kleur- of geurstoffen

gifgas verwijderen
verontreinigingen hechten zich aan de koolstof.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
Indampen
kookpunt
oplossing
zeewater
water verdampt, zout blijft achter

Slide 21 - Tekstslide

Extra schei-dingsmethode:
staat niet in het boek maar is handig om alvast over ge-hoord te heb-ben.

Slide 22 - Tekstslide

Try this at home!
Op het volgende filmpje is te zien dat je thuis ook heel eenvoudig een chromatografie-proefje kan uitvoeren.
Probeer het ook eens!
Neem wel water-uitwasbare stiften ;-)

Van welke kleuren is de inkt in een zwarte stift een mengsel?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:

Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
Chromatograferen
aanhechtings-vermogen en oplosbaarheid
mengsel van kleurstoffen
inkt
de kleurstof die het best oplost in de loopvloeistof en het minst hecht aan het papier is het snelste boven.
 

Slide 25 - Tekstslide

Methode
Kan je gebruiken als de stoffen verschillen in:
Soort mengsel
Voorbeeld
Uitleg
Adsorberen
aanhechtings-vermogen
opgeloste kleur- of geurstoffen
geurvreter
verontreinigingen hechten zich aan de koolstof.
Bezinken en centrifugeren
dichtheid
suspensie
zand in water
zand zakt naar de bodem. bij centrifugeren wordt dit proces versneld
Chromatograferen
aanhechtings-vermogen en oplosbaarheid
mengsel van kleurstoffen
inkt
de kleurstof die het best oplost en het minst hecht aan het papier is het snelste boven. 
Destilleren
kookpunt
oplossing
wijn
alcohol verdampt al bij een lagere temperatuur (=destillaat), het meeste water blijft achter (=residu). 
Extraheren
oplosbaarheid
mengsel van. vaste stoffen
thee maken
smaakstoffen losen op in heet water, de theeblaadjes niet.
Filtreren
fase
suspensie
krijt in water

filtraat = wat door het filter heen gaat (water) en residu = wat achter blijft in het filter.
Indampen
kookpunt
oplossing
zeewater
water verdampt, zout blijft achter

Slide 26 - Tekstslide

Eigen werk

Leren: tabel met 7 scheidingsmethoden 




Nu vragen;
48, 49 en 53 maken

Slide 27 - Tekstslide

omrekenen



massa                                                                                                        volume

mg   g    kg
ml   L
dm  m3
Is dit lastig? 
Dan oefenblad magister

Slide 28 - Tekstslide

percentage
 =  deel / geheel x 100 %

massa  (g, kg, mg, ton)   
volume  (= inhoud)  mL, L,  m   

Slide 29 - Tekstslide

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
           Een blok heeft een massa van 630 kg
    Er zit (naast ijzer) 133 kg chroom in en 570 g nikkel in dit blok.

a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
massa % = 
deel /geheel x 100%
Let op!
laat steeds je berekeningen helemaal zien.

Slide 30 - Tekstslide

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
           Een blok heeft een massa van 630 kg
    Er zit (naast ijzer) 133 kg chroom in en 570 g nikkel in dit blok.
133/630 x 100 = 21%
a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
570 g = 0,570 kg       0,570/630 x 100 = 0,09%
massa % = 
deel /geheel x 100%
Let op!
laat steeds je berekeningen helemaal zien.

Slide 31 - Tekstslide

In een flesje parfum van 250 ml bevat 16 volume % alcohol

          Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   


volume % = deel /geheel x 100%

Slide 32 - Tekstslide

In een flesje parfum van 250 ml bevat 16 volume % alcohol
 Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   (we willen weten wat het deel alcohol is in het geheel van 250 ml)
16 = d/250 x 100
16 : 100 = d /250
0,16 = d /250
0,16 . 250 = d         d = 40 ml

volume % = deel /geheel x 100%

Slide 33 - Tekstslide

promillage, 1 promille
deel/geheel x 1000   o/oo
massa of volume   1/1000 ste


 2 ml alcohol in 0,5 liter bloed.
= 2ml in 500 ml

promillage = 2 /500 x 1000 =  4 o/oo

Slide 34 - Tekstslide

verzadigde oplossing                   
Er kan geen vaste stof meer bij opgelost worden

Slide 35 - Tekstslide

Oplosbaarheid is een stofeigenschap
Nooit uit je hoofd leren!

Slide 36 - Tekstslide

g per 100 ml
Ik doe 50 g aluminiumchloride in 100 ml water van 20oC. Hoeveel g lost er niet op?
Ik heb een verzadigde oplossing van 30oC. Ik laat die afkoelen tot 10 oC. Hoeveel g kan ik af filtreren?

Slide 37 - Tekstslide

De temperatuur van het oplosmiddel beïnvloedt de oplosbaarheid
hoge temperatuur:   vaste stoffen lossen beter op
gassen lossen slechter op
lage temperatuur:  vaste stoffen lossen slechter op
gassen lossen beter op

Slide 38 - Tekstslide

Aan het werk met

§1.5 doorlezen en opgaven maken en nakijken.

Slide 39 - Tekstslide