H 7.1 Rechthoekige driehoeken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

    Welkom

💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.

📖 Leg bladzijde 10 (Boek 2 H7.1) voor je open.

🔲 Leg je ipad op zijn kop op tafel klaar.

DEZE LES:

§7.1 Rechthoekige driehoeken

oefenen 

uitleg 

  lesprogramma

nakijken 

H7 Voorkennis

Ik kan rechthoekzijde en schuine zijden benoemen

Samen maken vraag 4 en vraag 7

aan de slag 

Voorkennis + §6.1

voorkennis 

Kwadraten, vlakke figuren en oppervlakte

        Nakijken

Lukt er iets niet, stel vragen.

nakijken:  Voorkennis H7

Wat leer je deze les?

Ik herken een rechthoekige driehoek aan zijn vorm.

Ik kan de rechthoekzijden en schuine zijde van een rechthoekige driehoek benoemen

        leerdoelen

Rechthoekige driehoek

Een driehoek waarvan één van de hoeken een rechte hoek is, noemen we een rechthoekige driehoek

Eén van de driehoeken hieronder is

rechthoekig.

Met de punt van je geodriehoek kun je de rechte hoek gemakkelijk nameten.

VERGROTEN

Wanneer we naar een rechthoekige driehoek kijken kunnen we de zijden in 2 groepen verdelen:

Rechthoekzijden: zitten vast aan de rechte hoek

Schuine zijde (langste zijde)

uitleg 

Rechthoekzijden

Sleep de driehoek naar 

          het juiste vlak

rechthoekige driehoek

niet rechthoekige driehoek

Schuine zijde

Rechthoekzijde

rechthoekzijde

Wat zijn in deze driehoek de rechthoekzijden

1. AB en BC
2. AB en AC
3. BC en AC
4. AC en AB

Wat is een rechthoekige driehoek?

1. Een driehoek met 2 dezelfde hoeken
2. Een driehoek met 3 dezelfde hoeken
3. Een driehoek met een hoek van 90 graden

bekijk de driehoek

 rechthoekzijde

 rechthoekzijde

schuine zijde

Op welk plaatje zie je een rechthoekige driehoek?

1. 
2. 
3. 
4. 

Rechthoekzijde

Schuine zijde

DE

EF

DF

Welke zijden zijn de rechthoekzijden?

1. AB en BC
2. BC en AC
3. AC en AB

vraag 4 blz. 11

oefenen  

vraag 7 blz. 12

oefenen  

Zelfstandig 

aan de slag 

Zelfstandig aan de slag

Gebruik je aantekeningen als het even niet zelfstandig lukt.

Mk: opd. 1, 2, 3, 5, 6 & 8 (blz. 10/12)

Klaar?

Mk: opd 06 en U2 (blz. 13)

werk door tot de bel 

Huiswerk 

Huiswerk:

Mk: opd. 1 t/m 8  (blz. 10/12)

Klaar?

Maak opd. 06 en u2 (blz. 13)

Werk fluisterend binnen je tafelrij

Schrijf de berekeningen die je gebruikt op in je schrift.

Onthoudt:

1) Na vergroten blijft het figuur altijd dezelfde vorm

2) Na vergroten blijven de hoeken even groot.

3) Na vergroten  worden de zijden met het zelfde getal vermenigvuldigd.

4) Je berekent de vergrotingsfactor door: 

​lengte origineel​​lengte beeld​​

Aantekening

origineel