2HVc - Lezen les 1

Nederlands 
Welkom 2HVc!

Pak alvast je leesboek. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Welkom 2HVc!

Pak alvast je leesboek. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Zelfstandig lezen (allemaal een boek mee!? :))
  • Even terug naar vorig jaar
  • Aan de slag met De Brug

Slide 2 - Tekstslide

Start met zelfstandig lezen
Geen boek bij je? Pak pen en papier en schrijf een verhaaltje dat begint met de zin:

De Jumbo was gesloten. 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen dit jaar?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Dus nu:
Start met Lezen 

Pak je laptop en ga naar LessonUp.app

Slide 7 - Tekstslide

Even terug naar vorig jaar
  • Onderwerp van de tekst
  • Inleiding, middenstuk en slot
  • Hoofdgedachte
  • Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Het doel van een tekst
  • Tekst en beeld

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 9 - Woordweb

Onderwerp
Iedere tekst heeft een onderwerp.
  •  Kun je vinden door te kijken naar: titel, ondertitel, afbeelding, inleiding
  •  één woord (‘zorg’) of woordgroep (‘werken in de zorg’). Ga uit van maximaal 5 woorden
  • belangrijke informatie staat in de inleiding, middenstuk en slot


Slide 10 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 11 - Woordweb

Hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap van de tekst 

  • Soms gaan 2 zinnen over hetzelfde onderwerp, maar hebben ze een andere hoofdgedachte:

- De personeelstekorten in het onderwijs zullen  alleen maar toenemen.
- Het onderwijs is de mooiste en meest dankbare sector om in te werken.



Slide 12 - Tekstslide

Welke tekstverbanden ken je nog?

Slide 13 - Woordweb

Tekstverbanden
Een tekstverband is het verband tussen de verschillende delen uit een tekst. Je begrijpt een tekst beter als je weet wat deze delen met elkaar te maken hebben. Je herkent dit verband aan signaalwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Welke signaalwoorden ken je nog?

Slide 15 - Woordweb

Tekstverbanden en signaalwoorden
Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
Opsommend verband (dingen worden achter elkaar opgenoemd ('opgesomd')
Tegenstellend verband (tegenovergestelde dingen)
Toelichtend verband (extra informatie ('toelichting')

Slide 16 - Tekstslide

Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
maar, daarentegen, ondanks
vroeger, later, binnenkort
ten eerste, ten tweede, verder
bijvoorbeeld, zoals, zo

Slide 17 - Sleepvraag

Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 18 - Woordweb

Tekstdoelen

Amuseren - de schrijver wil dat je je vermaakt
Informeren - de schrijver wil dat je iets te weten komt
Overtuigen - de schrijver wil dat je zijn mening overneemt
Activeren - de schrijver wil je overhalen om iets te doen

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 van De Brug Lezen (bladzijde 238 van je boek). Je maakt dit in je schrift.

Slide 20 - Tekstslide