§8.3

Thema 8.3 Lymfe
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 8.3 Lymfe

Slide 1 - Tekstslide

Welkom zoek je plek en maak de startopdracht
Startopdracht

Noteer de onderdelen van het bloed met hun functie.
Noteer een functie van de lymfevaten

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
- Opdrachten bespreken §8.1 en §8.2
- Uitleg van 8.3
- Aan de slag
§8.3 maken vraag: 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 
  1. Je kunt uitleggen hoe stoffen bij de cellen komen.
  2. Je kunt uitleggen wat weefselvloeistof is en welke weg deze aflegt.
  3. Je kunt uitleggen wat je lymfevatenstelsel doet.
Leerdoelen §8.3:

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdrachten huiswerk?


§8.2: opdracht  23, 25, 26, 27, 29, 31 (blz. 115)


Slide 4 - Tekstslide

Terugblik, ken je deze leerdoelen?

Slide 5 - Tekstslide

Bloedplasma
Bloedcellen

Slide 6 - Sleepvraag

Witte bloedcellen
Rode bloedcellen
Bloedplaatjes
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met hemoglobine
Helpen bij de bloedstolling

Slide 7 - Sleepvraag


Er wordt hierin bloed voor de organen vervoerd, het heeft een zeer dunne wand en het bloed stroomt langzaam. 
Dit is een......
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 8 - Quizvraag


De afbeelding hiernaast is een....
A
slagader
B
ader
C
haarvat
D
niet te zien

Slide 9 - Quizvraag

rs.
Kleppen vind je alleen in de aders
A
Juist
B
Onjuist, ook in het hart
C
Onjuist, ook in de slagaders
D
Onjuist, ook in het hart en slagaders

Slide 10 - Quizvraag

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Liggen vaak dieper

Slide 11 - Sleepvraag

sleep de juiste namen naar de juiste plek.
hoofdslagader
aorta
armslagader
leverslagader
nierslagader
leverader
beenslagader
nierader
poortader
poortslagader
onderste holle ader
bovenste holle ader 
longader
longslagader

Slide 12 - Sleepvraag

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. 
Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 13 - Sleepvraag

Verbind het juiste stukje tekst met de 3 hartfasen.

Slide 14 - Sleepvraag

Boek blz 121 t/m 128

Slide 15 - Tekstslide

Keuze
1. Kijk zelfstandig het filmpje in deze Lesson-Up over het lymfevaten stelsel en maak de vragen. Ga daarna aan de slag met opdr  2, 4, 7, 8, 10, 12, 14, 15 en 16 van §8.3

2. Doe mee met de uitleg over het lymfevaten stelsel en maak daarna de opdrachten  

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

blz 122

Slide 18 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Vloeistof tussen de cellen van een weefsel, onstaat o.a. doordat bloedplasma in het weefsel vloeit.
Het bevat veel verschillende stoffen zoals:
Zuurstof, Koolstofdioxide, Voedingsstoffen en afvalstoffen
bloedplasma
Vloeibaar onderdeel van het bloed.
Bevat veel verschillende stoffen.
Zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven aan het omliggende weefsel.
Koolstofdioxide en afvalstoffen worden opgenomen uit het omliggende weefsel
Lymfe
Weefselvloeistof die is opgenomen in een lymfevat heet lymfe.
Het bevat vergelijkbare stoffen als die in weefselvloeistof, maar meestal veel minder zuurstof en voedingsstoffen.
Cel
In een orgaan/weefsel kom je veel cellen tegen.
Cellen hebben Zuurstof en Voedingsstoffen nodig, dat halen ze uit de weefselvloeistof.
Cellen geven Koolstofdioxide en Afvalstoffen af aan de weefselvloeistof

Haarvat
Het kleinste bloedvat, de wand is 1 cellaag dik.
Tussen de cellen van de wand zitten kleine openingen waardoor bloedplasma uit het haarvat kan stromen, eenmaal in het weefsel noemen we het bloedplasma > weefselvloeistof 

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat er voldoende voedingsstoffen bij de cellen komen?
Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag


Wat komt wel in je bloed voor maar niet in weefselvloeistof?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
glucose
D
koolstofdioxide

Slide 21 - Quizvraag

blz 125

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De druk in de lymfevaten is laag. Waardoor stroomt het lymfe toch maar 1 kant op?

Slide 24 - Open vraag

blz 125

Slide 25 - Tekstslide

Lymfevaten stelsel
Lymfevaten en lymfeknopen/klieren
Lymfe komt bij het hart (holle ader) 
weer in het bloed

Slide 26 - Tekstslide

Lymfe en lymfevaten
  • afweersysteem
  • vocht met witte bloedcellen
  • lymfeklieren filteren lymfevloeistof
  • lymfe helpt met afvoeren vocht terug naar het bloed

Slide 27 - Tekstslide

lymfe
  • Weefselvloeistof die niet teruggaat in de haarvaten wordt afgevoerd door het lymfestelsel ->lymfe.
  • In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van ziektekiemen.
  • De lymfeknopen maken witte bloedcellen.
  • De lymfevaten komen samen in enkele grote aders, in de (bovenste holle ader) bij het hart

Slide 28 - Tekstslide

Lymfevat in detail: 

Slide 29 - Tekstslide

Lymfevat
Gaat van het weefsel naar de holle ader
  • lijkt op een ader: 
  • heeft kleppen, 
  • dunne wand, 
  • geen druk
Anders dan bij een ader:
  • geen bloed
  • Open begin 

Slide 30 - Tekstslide

Lymfe
LET OP:
  •  Bloedplasma  dat uit het bloedvat naar het weefsel gaat heet weefselvocht
  • Weefselvocht dat het lymfevat in gaat, heet lymfe
  • Het verschil:




Bloedplasma bevat veel voedingsstoffen en zuurstof, weinig afvalstoffen
Lymfe bevat weinig voedingsstoffen en zuurstof, 
veel afvalstoffen

Slide 31 - Tekstslide

Bloedplasma
Weefselvloeistof
Lymfe

Slide 32 - Tekstslide

Leg uit waarom je lymfeklieren in je hals opzetten als je snip verkouden bent.
Klaar is bezig met huiswerk

Slide 33 - Open vraag

Aan de slag
MAAKWERK:

§8.3 maken vraag: 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 

Klaar? Kies uit:
- Maak een samenvatting/mindmap of begrippenlijst. 
- Oefenen met slim stampen via online materiaal
- Kom een bloeddrukmeter halen en meet je bloeddruk.  Wat is jouw boven en onderdruk?

Slide 34 - Tekstslide

Les afsluiting:
Gewerkt aan de volgende doelen:
Huiswerk
§8.3: 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 (maken en nakijken)
Zorg dat je §8.3 kent, maak samenvatting, begrippenlijst of mindmap.
Volgende les
Terugblik §8.3 test jezelf of je de doelen beheerst.
Uitleg § 8.4

Slide 35 - Tekstslide