Les: 3/7

Les 3/7
- Woorddictee A1
- Zinnen verbeteren
- Werkwoorden + zinnen maken oefenen
- KNM-Quiz les 2
- KNM 4.1 en 4.2



1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
KNMNT2ISK

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Les 3/7
- Woorddictee A1
- Zinnen verbeteren
- Werkwoorden + zinnen maken oefenen
- KNM-Quiz les 2
- KNM 4.1 en 4.2



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Woorddictee

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zinnen verbeteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Werkwoorden + zinnen maken oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KNM thema 2: Quiz

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je buurman speelt harde muziek om 12 uur 's nachts. Je kan niet slapen.
Dit heet:
A
klagen
B
de overlast

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vieren we feest op 5 mei?
A
De koning is jarig
B
Het is Pasen
C
We vieren het einde van de Tweede Wereldoorlog
D
We denken terug aan de doden van WOII

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar legt de koning een krans op 4 mei?
A
in Den Haag
B
in Amsterdam

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

OP 4 mei zijn we 2 minuten stil. Hoe heet deze dag?
A
Bevrijdingsdag
B
Hemelvaart
C
Dodenherdenking
D
Pinksteren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN christelijke feestdag?
A
Pasen
B
Sinterklaas
C
Hemelvaart
D
Pinksteren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Wilhelmus is het volkslied van Nederland.

Over wie gaat dit lied?
A
Koning Willem I
B
Koning Willem Alexander
C
Willem van Oranje
D
Koningin Wilhelmina

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je buren gaan trouwen. je bent uitgenodigd voor de receptie.

Wat doe je daar?
A
Je eet samen een maaltijd.
B
Je feliciteert en geeft een cadeau.
C
Je zit in de kerk.
D
Je bent in het gemeentehuis.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ga je op kraambezoek?
A
Als iemand net getrouwd is.
B
Als er een baby is geboren.
C
Als iemand jarig is.
D
Als iemand is overleden.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer stuur je een rouwkaart?
A
Als iemand gaat trouwen.
B
Als iemand is overleden.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor 'vereniging'?
A
sport
B
club
C
activiteit

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'mannen en vrouwen zijn gelijk'.
Dat betekent:
A
Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten. Dit staat in de grondwet.
B
Mannen en vrouwen zijn hetzelfde.
C
Mannen en vrouwen zijn verschillend.
D
De verschillen tussen mannen en vrouwen staan in de grondwet.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. KNM les 4.1: Gezond blijven

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introfilm
Bekijk de film en praat samen over de volgende volgende vragen:

1. Wat is er met Sura?
2. Wat zegt Gerda tegen Sura?
3. Wat heb je nodig voor de specialist?



Slide 18 - Tekstslide

1. Ze heeft buikpijn en ze wil naar een specialist.
2. Sura moet eerst naar de huisarts.
3. Een verwijsbrief
4.1: Gezond blijven

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Oefenen: praat samen
Blz. 44
  • Welke foto past bij jou? kies één foto. Vertel waarom hij bij jou past.
  • Fiets jij vaak? Waarom wel? Waarom niet?
  • Bespreek samen opdracht 3



timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Oefenen
Hoe gezond leef jij?

Maak de test!
Wat is je score?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2: De huisarts en de apotheek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek
Lees de tekst op blz. 45


                                                        pijnstiller: een medicijn tegen pijn.

                                               

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees verder op blz. 45 

            huisartsenpraktijk: het gebouw waar de huisarts werkt
.



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een afspraak maken  
Lees mee op blz. 45

          spreekuur: 
het moment waarop je
naar de huisarts kan gaan.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees verder op blz. 45

         huisartsenpost:  
het gebouw waar 's avonds, 
's nachts en in het weekend 
huisartsen
werken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De apotheek
Lees mee op blz. 45 

          voorschrijven: zeggen of schrijven wat iemand moet doen.
Bijv. de huisarts schrijft  mij medicijnen voor. Ik moet ze elke dag innemen.

           herhaalrecept: 
een recept voor medicijnen die je vaak nodig hebt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek - vragen
  • Je hebt al een tijd problemen met je gezondheid. Wat doe je?
  • Waar haal jij medicijnen?
  • Waar kun je medicijnen kopen in jouw land? 
  • Wat vind je van jouw huisarts? 
  • Wat doe je in jouw land als je klachten hebt/ ziek bent?
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek - vragen
Bespreek samen de vragen: blz 45 opdracht 4
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Naar het ziekenhuis
Zijn de ziekenhuizen in Nederland hetzelfde als in jouw land? Wat zijn de verschillen?


Denk aan: de dokters, de kamers, het eten, het bezoek.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Naar het ziekenhuis
(de) polikliniek
doorverwijzen
(de) Spoedeisende Hulp
(de) verwijsbrief
(de) specialisten
(de) patiëntenpas
(de) ambulance
noodgevallen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Oefenen
  • Oefening 6 op blz. 47 in tweetallen
  • Maak Werkblad 4.3a (Zoek bij elkaar)
  • Maak Werkblad 4.3b (Wie bel je?)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 20 mei.
  • leer de teksten en de blauwe woorden 3.3 t/m 4.3
  • maak de opdrachten bij 3.3 t/m 3.5 en van 4.1 t/m 4.3
  • Maak de test 'wat weet je al? van thema 4
  • Oefening 5 op blz. 46
  • Oefening 7 op blz. 47
laptop meebrengen: Sydney, Shamael, Chaymae, Ghassan, Omar en Fithawi 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies