Les: 3/7

Les 3/7
- Woorddictee A1
- Zinnen verbeteren
- Werkwoorden + zinnen maken oefenen
- KNM-Quiz les 2
- KNM 4.1 en 4.2



1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
KNMNT2ISK

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Les 3/7
- Woorddictee A1
- Zinnen verbeteren
- Werkwoorden + zinnen maken oefenen
- KNM-Quiz les 2
- KNM 4.1 en 4.2



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Woorddictee

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zinnen verbeteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Werkwoorden + zinnen maken oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KNM thema 2: Quiz

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je buurman speelt harde muziek om 12 uur 's nachts. Je kan niet slapen.
Dit heet:
A
klagen
B
de overlast

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vieren we feest op 5 mei?
A
De koning is jarig
B
Het is Pasen
C
We vieren het einde van de Tweede Wereldoorlog
D
We denken terug aan de doden van WOII

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar legt de koning een krans op 4 mei?
A
in Den Haag
B
in Amsterdam

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

OP 4 mei zijn we 2 minuten stil. Hoe heet deze dag?
A
Bevrijdingsdag
B
Hemelvaart
C
Dodenherdenking
D
Pinksteren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN christelijke feestdag?
A
Pasen
B
Sinterklaas
C
Hemelvaart
D
Pinksteren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Wilhelmus is het volkslied van Nederland.

Over wie gaat dit lied?
A
Koning Willem I
B
Koning Willem Alexander
C
Willem van Oranje
D
Koningin Wilhelmina

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je buren gaan trouwen. je bent uitgenodigd voor de receptie.

Wat doe je daar?
A
Je eet samen een maaltijd.
B
Je feliciteert en geeft een cadeau.
C
Je zit in de kerk.
D
Je bent in het gemeentehuis.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ga je op kraambezoek?
A
Als iemand net getrouwd is.
B
Als er een baby is geboren.
C
Als iemand jarig is.
D
Als iemand is overleden.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer stuur je een rouwkaart?
A
Als iemand gaat trouwen.
B
Als iemand is overleden.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor 'vereniging'?
A
sport
B
club
C
activiteit

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'mannen en vrouwen zijn gelijk'.
Dat betekent:
A
Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten. Dit staat in de grondwet.
B
Mannen en vrouwen zijn hetzelfde.
C
Mannen en vrouwen zijn verschillend.
D
De verschillen tussen mannen en vrouwen staan in de grondwet.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. KNM les 4.1: Gezond blijven

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introfilm
Bekijk de film en praat samen over de volgende volgende vragen:

1. Wat is er met Sura?
2. Wat zegt Gerda tegen Sura?
3. Wat heb je nodig voor de specialist?



Slide 18 - Tekstslide

1. Ze heeft buikpijn en ze wil naar een specialist.
2. Sura moet eerst naar de huisarts.
3. Een verwijsbrief
4.1: Gezond blijven

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Oefenen: praat samen
Blz. 44
  • Welke foto past bij jou? kies één foto. Vertel waarom hij bij jou past.
  • Fiets jij vaak? Waarom wel? Waarom niet?
  • Bespreek samen opdracht 3



timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Oefenen
Hoe gezond leef jij?

Maak de test!
Wat is je score?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2: De huisarts en de apotheek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek
Lees de tekst op blz. 45


                                                        pijnstiller: een medicijn tegen pijn.

                                               

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees verder op blz. 45 

            huisartsenpraktijk: het gebouw waar de huisarts werkt
.



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een afspraak maken  
Lees mee op blz. 45

          spreekuur: 
het moment waarop je
naar de huisarts kan gaan.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees verder op blz. 45

         huisartsenpost:  
het gebouw waar 's avonds, 
's nachts en in het weekend 
huisartsen
werken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De apotheek
Lees mee op blz. 45 

          voorschrijven: zeggen of schrijven wat iemand moet doen.
Bijv. de huisarts schrijft  mij medicijnen voor. Ik moet ze elke dag innemen.

           herhaalrecept: 
een recept voor medicijnen die je vaak nodig hebt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek - vragen
  • Je hebt al een tijd problemen met je gezondheid. Wat doe je?
  • Waar haal jij medicijnen?
  • Waar kun je medicijnen kopen in jouw land? 
  • Wat vind je van jouw huisarts? Waarom?
  • Wat doe je in jouw land als je klachten hebt/ ziek bent?
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek - vragen
Bespreek samen de vragen: blz 45 opdracht 4
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 8/7

- Werkwoorden + zinnen maken: oefenen
- KNM kort herhalen
- KNM 4.3: Naar het ziekenhuis
-KNM 4.4: De tandarts, de fysiotherapeut en de psycholoog



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt veel dingen doen om gezond te blijven. Noem minimaal 3 dingen die je kunt doen.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een spreekuur is een afspraak waarbij je de hulpverlener kunt vertellen hoe het met je gaat
A
Niet waar
B
Waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat moet je doen als je in het weekend naar de dokter wilt?
A
112 bellen
B
gewoon naar het ziekenhuis gaan
C
huisartsenpost bellen
D
niks

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huisarts geeft je een recept. Waar moet je dit ophalen?

Slide 35 - Open vraag

Bij jouw apotheek haal je de medicijnen op die de huisarts jou voorschrijft. Heb je vaak dezelfde medicijnen nodig dan kun je een herhaalrecept vragen.
Wat doe je als je ziek bent? En wanneer ga je naar de dokter

Slide 36 - Open vraag

als je ziek bent ga je misschien niet gelijk naar de dokter. Je gaat eerst rust nemen en misschien een pijnstiller. Maar als je pijn blijft of je hebt hoge koorts dan ga je natuurlijk gelijk naar de huisarts
4.3 Naar het ziekenhuis
Praat samen:

Zijn de ziekenhuizen in Nederland hetzelfde als in jouw land? Wat zijn de verschillen?

Denk aan: de dokters, de kamers, het eten, het bezoek.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Naar het ziekenhuis
(de) polikliniek
doorverwijzen
(de) Spoedeisende Hulp
(de) verwijsbrief
(de) specialisten
(de) patiëntenpas
(de) ambulance
noodgevallen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Oefenen
  • Oefening 6 op blz. 47 in tweetallen
  • Opdracht: wie bel je? Praat samen en maak je keuze

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie werken er in de polikliniek?
A
huisartsen
B
specialisten
C
verloskundigen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ga je naar de Spoedeisende Hulp?
A
rugpijn
B
kiespijn
C
gebroken been
D
hoofdpijn

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt al 3 dagen hoofdpijn, wat doe je?
A
Je gaat naar de spoedeisende hulp
B
Je gaat naar de huisarts zonder afspraak
C
Je maakt een afspraak bij de polikliniek
D
Je maakt een afspraak bij de huisarts

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.4 De tandarts, fysiotherapeut en psycholoog

  • Lees de tekst op blz. 48

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je voor de tandarts een verwijsbrief van je huisarts nodig?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je voor de fysiotherapeut een verwijsbrief van je huisarts nodig?
A
ja
B
nee

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je voor de psycholoog een verwijsbrief van je huisarts nodig?
A
ja
B
nee

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de tandarts?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de fysiotherapeut?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de psycholoog?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies