D2ATh3 B1 Theorie: Wat is verbranding

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B1: Wat is verbranding

Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Tijdens de praktijk doe je ook opdrachten die bij B2 (In- en uitgeademde lucht) horen.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B1: Wat is verbranding

Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Tijdens de praktijk doe je ook opdrachten die bij B2 (In- en uitgeademde lucht) horen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

1.  Je leert wat er gebeurt bij de verbranding van kaarsvet
2. Je leert wat de verbrandingsreactie is bij de verbranding bij een kaars
3. Je leert wat koolstofdioxide is en waarmee je dit gas kunt aantonen
4. Je leert hoe en waar verbranding in je lichaam plaatsvindt
5. Je leert wat de verbrandingsreactie is bij verbranding in je lichaam

Bij de verbranding van kaarsvet en bij de verbranding in je lichaam:
6. Je leert wat brandstof en verbrandingsproducten zijn
7. Je leert in welke vorm energie vrijkomt



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz.  80 t/m  84
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 96t/m 99
Maak opdracht: 1 t/m 7

Veel praktijk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding (1)
Een auto rijdt op benzine, gas of diesel. 
Dat zijn de brandstoffen die de motor verbrandt.
Er ontstaat bij de verbranding energie waardoor de auto in beweging komt. 

De motor van de auto wordt warm, de energie zorgt dus ook voor warmte. 
Uit de uitlaat van de auto komen uitlaatgassen, de verbrandingsproducten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding (2)
Een kaars is gemaakt van kaarsvet, dat is een brandstof. Als de kaars brandt, verdwijnt het kaarsvet. Bij de verbranding komt energie vrij in de vorm van licht en warmte.

Voor de verbranding is zuurstof nodig en komt water en koolstofdioxide (kooldioxide of koolzuurgas) vrij. 
Beide zijn gassen zitten in de lucht, je kunt ze niet zien of ruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding (3)
In elke cel van je lichaam vindt op elk moment verbranding plaats. Zonder verbranding gaat een cel dood. Er is voor de verbranding in een cel zuurstof nodig en brandstof. 
De brandstof die vooral gebruikt wordt is glucose. Glucose krijg je binnen door voedsel te eten. Het bloed vervoert de zuurstof en de glucose naar al je cellen. Bij het verbrandingsproces ontstaan verbrandingsproducten: koolstofdioxide en water. Er komt ook energie vrij. 
Door die energie kunnen alle organen in je lichaam werken en blijft je lichaam op de juiste temperatuur.
Reactieschema van het verbrandingsproces:
 
Glucose      +    zuurstof    -->    water    +    koolstofdioxide   +   energie
(brandstof)                                  (verbrandingsproducten)           (bewegen - handhaven lichaamstemperatuur)
                                                                                                                 
Ook de processen in je cellen vragen energie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicator
Je kunt koolstofioxide niet ruiken en niet zien. Als je dit gas wilt aantonen kun je gebruik maken van een indicator.
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen.

Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide. Kalkwater is water met opgelost kalk. Je gaat verschillende praktijkopdrachten doen die te maken hebben met verbranding.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke inspanning
Voor lichamelijke inspanning heb je energie nodig. Hoe meer je beweegt hoe meer energie nodig is. Je spiercellen werken dan bijvoorbeeld harder, ze hebben extra glucose en zuurstof nodig. 

Je gaat daarom meer eten en je ademt sneller. Je organen werken harder om al je cellen te voorzien van zuurstof en brandstof. Je hart klopt sneller, je bloed stroomt sneller en je krijgt het warmer.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsreactie verbranding in het lichaam:


Glucose + ……………1……………… ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(brandstof) (verbrandingsproducten)

A
1: zuurstof 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: zuurstof 4: koolstofdioxide
D
1: zuurstof 4: brandstof

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsreactie van verbranding in het lichaam:


.......1........ + zuurstof ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(verbrandingsproducten)

A
1: water 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: glucose 4: energie
D
1: glucose 2: water

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

+
->
+
+
energie
Geef het reactieschema van de verbranding in elke cel van je lichaam, door de componenten naar het juist vak te slepen.
brandstof
............................
gas in de lucht
............................
glucose
zuurstof
koolstofdioxide
water

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Koolstofdioxide + water + zonlicht ==> glucose + zuurstof

A
fotosynthese
B
vindt plaats in de bladgroenkorrels van een plant
C
is een reactieschema
D
A,B en C zijn allemaal juist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1: Helder kalkwater = water met opgelost kalk

2: Koolstofdioxide reageert met helder kalkwater:  
het water wordt troebel

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verbrandingsproducten ontstaan bij de verbranding van kaarsvet?
A
water koolstofdioxide
B
licht en warmte
C
zuurstof water
D
koolstofdioxide licht

Slide 17 - Quizvraag

Uitleg:
Energie komt vrij in de vorm van licht en warmte
Verbrandingsreactie verbranding van kaarsvet:


kaarsvet + ……………1……………… ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(brandstof) (verbrandingsproducten)

A
1: zuurstof 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: zuurstof 4: koolstofdioxide
D
1: zuurstof 4: brandstof

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese

                   +                      -->                       +
Verbranding

                   +                      -->                       +
______________________________________________________
timer
1:00
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zuurstof
Water
Water
Glucose
Glucose

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je koolstofdioxide aantonen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met helder kalkwater ls er koolstofdioxide bij komt?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een indicator

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verbrandingsproducten

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

1.  Je weet en kunt uitleggen wat er gebeurt bij de verbranding van kaarsvet
2. Je weet en kunt uitleggen wat de verbrandingsreactie is bij de verbranding
    bij een kaars
3. Je weet en kunt uitleggen wat koolstofdioxide is en waarmee je dit gas kunt 
    aantonen
4. Je weet en kunt uitleggen hoe en waar verbranding in je lichaam plaatsvindt
5. Je weet en kunt uitleggen wat de verbrandingsreactie is bij verbranding in je 
    lichaam

Bij de verbranding van kaarsvet en bij de verbranding in je lichaam:
6. Je weet en kunt uitleggen wat brandstof en verbrandingsproducten zijn
7. Je weet en kunt uitleggen in welke vorm energie vrijkomt



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies