H4 Politiek in theorie § 4.1 Staatsvorming

H4 Politiek in theorie § 4.1 Staatsvorming
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

H4 Politiek in theorie § 4.1 Staatsvorming

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 4.1: Staatsvorming
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘staatsvorming’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘rationalisering’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘politieke macht’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘machtsevenwicht’, ‘machtsoverwicht’, ‘machtsvacuüm’ en ‘machtsongelijkheid’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘interne soevereiniteit’ en ‘externe soevereiniteit’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan het proces van staatsvorming in Nederland en Europa omschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Lees p. 63 t/m 67 

Je ziet hier 2 timers. Een om de leesplek in je boek op te zoeken en de andere om het te lezen. Het afbakenen van de tijd om het te lezen, is bedoeld om je te helpen focus te houden bij de les.
timer
0:30
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Lees p. 65 t/m 67 

Je ziet hier 2 timers. Een om de leesplek in je boek op te zoeken en de andere om het te lezen. Het afbakenen van de tijd om het te lezen, is bedoeld om je te helpen focus te houden bij de les.
timer
0:30
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Maken § 4.1 Staatsvorming
E: 3,4,5
S: 1,2
T: Tekstverkenners § 4.1
Ex:-

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 4.1: Staatsvorming
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘staatsvorming’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘rationalisering’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘politieke macht’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘machtsevenwicht’, ‘machtsoverwicht’, ‘machtsvacuüm’ en ‘machtsongelijkheid’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘interne soevereiniteit’ en ‘externe soevereiniteit’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan het proces van staatsvorming in Nederland en Europa omschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg Rationalisering
Welkom, uitleg rationalisering

Slide 7 - Tekstslide

Covid19--> vaccin-->tekorten-->vaccinatieplanning

Slide 8 - Tekstslide

Het proces van rationalisering bestaat uit twee delen:

Slide 9 - Open vraag

Ik ken de definitie van rationalisering uit mijn hoofd.
A
Nee, want het is geen kernconcept.
B
Ja, want het is een kernconcept.
C
Nee, maar ik ga dat wel doen.
D
Nee en dat ga ik ook niet doen.

Slide 10 - Quizvraag

Micro, meso en macroniveau

Slide 11 - Tekstslide

Rationalisering zien we op:
A
mesoniveau
B
microniveau
C
macroniveau
D
Alle drie zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Covid19 en vaccinatie is een voorbeeld van rationalisering op:
A
microniveau
B
mesoniveau
C
macroniveau
D
termijngerichtheid

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Het capaciteitsvergrotingsplan is een voorbeeld van rationalisering
A
Nee
B
Ja
C
Nee en ik kan uitleggen waarom
D
Ja en ik kan uitleggen waarom

Slide 15 - Quizvraag

Mijn uitleg bij de vorige vraag....

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Maken § 4.1 Staatsvorming
E: 3,4,5
S: 1,2
T: Tekstverkenners § 4.1
Ex:-

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 4.1: Staatsvorming
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘staatsvorming’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘rationalisering’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘politieke macht’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘machtsevenwicht’, ‘machtsoverwicht’, ‘machtsvacuüm’ en ‘machtsongelijkheid’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘interne soevereiniteit’ en ‘externe soevereiniteit’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan het proces van staatsvorming in Nederland en Europa omschrijven.

Slide 20 - Tekstslide