5.4: beenverbindingen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

5.4: beenverbindingen

5.4: beenverbindingen

Pak je werkboek, schrift en etui erbij.

Aan het eind van deze les:

• Kun je verschillende beenverbindingen beschrijven
•  Kun je de bouw van een gewricht beschrijven
• Kun je de werking uitleggen van een kogelgewricht, een rolgewricht en een scharniergewricht en hier voorbeelden van geven.

Programma

• Terugblik 5.3
• Nieuwe lesstof en opdrachten.
• Afsluiting (met vogelblooket?)
• Volgende les 

Wat zie je hier?

Wat zie je hier?

?

Onbeweeglijke beenverbindingen

Zou een hond ook vergroeide staartwervels hebben?

Bij sommige baby's komt de afwijking craniosynotose voor. Hierbij groeien de schedeldelen te vroeg aan elkaar. Wat zouden de gevolgen hiervan kunnen zijn?

Kraakbeenverbindingen

Voorbeeld van verbindingen met weinig beweging.

Gewrichten

Verbindingen tussen 2 botten. 

Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere een gewrichtskom.

Meer informatie

De botten zitten aan elkaar met het gewrichtskapsel. De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af, dit zorgt voor soepele beweging.

Om sommige gewrichten zitten ook stevige kapselbanden, om de botten goed op hun plaats te houden.

doorsnede tekening

In werkelijkheid zitten de gewrichtskapsels om het gewricht heen. Zie plaatje.

Kogelgewricht(schouder)

Rolgewricht (onderarm)

Scharniergewricht (vingerkootjes)

Zelfstandig aan de slag

Wat: 5.4: 1 t/m 3 (kennis) en 5 t/m 8 (inzicht).

Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.

Tijd: Zie timer.

Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets.

Klaar: Keuze: - Je gaat lezen in je leesboek. 

                             - Je gaat botten oefenen

                             - Je gaat zonder het boek erbij alles opschrijven wat je nog weet van de uitleg

                            - Je gaat flitskaarten maken van de begrippen van deze en vorige paragraaf

 ( bij de laatste 2 opties: bewaar deze documenten goed, deze kun je weer gebruiken bij het leren van de toets!)

Afsluiting

Maak de opdrachten af en oefen de belangrijke (dikgedrukte) begrippen alvast goed. 

Volgende week doen we een themaspel in groepjes en bij tijd over een kahoot om te oefenen voor de toets!