27 februari

20 februari
leerwoorden
lezen: de opbouw van een tekst.
Nu Nederlands: opdrachten maken (zie It's learning)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

20 februari
leerwoorden
lezen: de opbouw van een tekst.
Nu Nederlands: opdrachten maken (zie It's learning)

Slide 1 - Tekstslide

Dat vind ik echt
een geweldig boek!
Deze uitspraak is:
A
een doel
B
een feit
C
een mening
D
weet niet

Slide 2 - Quizvraag

ik ben met mijn zus anita in parijs geweest.
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
ik anita parijs
B
ik anita geweest
C
anita parijs zus
D
weet niet

Slide 3 - Quizvraag

De school is dicht, want het is zomervakantie.
In deze zin staat een:
A
een doel
B
argument
C
een mening
D
weet niet

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De opbouw van een tekst
de inleiding
de kern
het slot

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Kijk naar de Nieuwbegrip tekst 'Zeehonden'.
Waar staat de inleiding? 
Hoe herken je dit?
Waar staat het slot?

Slide 17 - Tekstslide