toegepast rekenen deel 1

Rekenen
* rekenregels
* machten en wortels
* afronden

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
* rekenregels
* machten en wortels
* afronden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je aan het einde van de les af?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
* weet je de rekenregels en kun je deze toepassen
* kun je rekenen met machten en wortels
* weet je hoe je uitkomsten af moet ronden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rekenregels geven een volgorde aan in hoe je sommen uit moet rekenen. Welke rekenregels weet je nog?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvolgorde

wist je dat....
  • Rekenvolgorde overal in de wereld hetzelfde is?

  • Rekenmachine ook volgens de rekenvolgorde uitrekent? 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 : 2 x (2+2) =
schrijf je berekening op!

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

65 - (5+35) =
A
95
B
105
C
25
D
65

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

27 : 3 + 98 =
A
5
B
107
C
-10
D
9

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Machten en Wortels

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een macht precies?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reken je dit uit op je rekenmachine?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reken je dit uit op je rekenmachine?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een wortel?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reken je dit uit op je rekenmachine?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dit?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor afronden
Afronden op een duizendtal: je kijkt naar de honderdtallen
Afronden op een honderdtal: je kijkt naar de tientallen.
Afronden op een tiental: je kijkt naar de eenheden.
Afronden op een enkele: je kijkt naar het eerste kommagetal
afronden op 1 kommagetal: je kijkt naar het tweede kommagetal

Dan geldt:
0 t/m 4 afronden naar beneden (het cijfer dat je laat staan verandert niet).
5 t/m 9 afronden naar boven (je verhoogt het cijfer dat je laat staan met 1).



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld
Afronden op een tiental:
12 wordt 10

Afronden op een honderdtal:
183 wordt 200

Afronden op een duizendtal:
3490 wordt 3000

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Rond het getal 93 af op een tiental.

Slide 19 - Open vraag

Je kijkt naar de eenheid: 3. Bij 3 rond je af naar beneden: de 9 verandert niet.

Rond het getal 2.759 af op een duizendtal.

Slide 20 - Open vraag

Kijk naar het honderdtal: 7. Bij 7 rond je af naar beneden: de 2 wordt een 3.
Hoe los je dit dan op?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor de volgende les:
3F MBO Zeeblauwe leerwerkboek
Domein 1 getallen
Oefeningen:


printscreen mailen naar: t.krus@rijnijssel.nl

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies