WIS1 - Probleemoplossend denken

In snoepwinkel ‘Het Sneukelaartje’ maakt men een verrassingsmix van 5 kg chocolaatjes (€ 6 per kg), 3 kg zuurtjes (€ 4 per kg) en 2 kg fruitsnoepjes (€ 5 per kg). Hoeveel kost 1 kg van dit mengsel?
Voor een paasactie op school bestelde de meester deze grote doos eitjes voor zijn klas. Hij wil die samen met de leerlingen verkopen in de buurt en de winst aan BedNet schenken. Hoeveel zullen ze ongeveer kunnen storten aan het goede doel?
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeHoger onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

In snoepwinkel ‘Het Sneukelaartje’ maakt men een verrassingsmix van 5 kg chocolaatjes (€ 6 per kg), 3 kg zuurtjes (€ 4 per kg) en 2 kg fruitsnoepjes (€ 5 per kg). Hoeveel kost 1 kg van dit mengsel?
Voor een paasactie op school bestelde de meester deze grote doos eitjes voor zijn klas. Hij wil die samen met de leerlingen verkopen in de buurt en de winst aan BedNet schenken. Hoeveel zullen ze ongeveer kunnen storten aan het goede doel?

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken
snoepmixprobleem

Slide 2 - Woordweb

Kenmerken
paaseitjesprobleem

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van een "goed" rekenprobleem?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Enkelvoudig vraagstuk
Context-
probleem
Typevraagstuk
Samengesteld vraagstuk
We gaan met de lerarenopleiding een sponsorloop organiseren ten voordele van Music For Live. Hoeveel startgeld vragen we aan bij STUVO?
Vijftig liter hoestsiroop wordt verdeeld over flessen van een halve liter en van een kwart liter. Er zijn 3 keer zoveel flessen van 0,25 l als van 0,5 l. Hoeveel flessen zijn er van elke soort?
Sam en Sanne willen op de kermis elk een suikerspin kopen. Ze krijgen van mama € 10 mee. Een suikerspin kost € 3. Hoeveel geld hebben ze nog over voor een drankje?
Anne gaat vissen met opa. Opa vangt 3 vissen en Anne 1. Hoeveel vissen hebben ze samen gevangen?

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De leerkracht bespreekt de oplossingswijzen van de kinderen. Ze vraagt welke heuristiek werkte voor hen en wat ze in de toekomst anders zouden willen aanpakken.

Slide 23 - Tekstslide

Welke krachtige instructietechniek is dit?
A
Modelleren
B
Expliciteren
C
Coachen
D
Reflecteren

Slide 24 - Quizvraag

Tijdens het groepswerk loopt de leerkracht rond. Wanneer ze ziet dat een groepje vastloopt op het gebruik van de regel van 3, legt ze deze nog even opnieuw uit aan hun eiland.

Slide 25 - Tekstslide

Welke krachtige instructietechniek is dit?
A
Scaffolden
B
Expliciteren
C
Coachen
D
Modelleren

Slide 26 - Quizvraag

De leerlingen komen vooraan vertellen hoe ze het probleem hebben aangepakt. Ze overlopen al hun stappen en tonen hun oplossingsweg aan de rest van de klas.

Slide 27 - Tekstslide

Welke krachtige instructietechniek is dit?
A
Scaffolden
B
Expliciteren
C
Reflecteren
D
Modelleren

Slide 28 - Quizvraag

Het oplossen van een vraagstuk over bruto-tarra-netto is nieuw voor de kinderen. De leerkracht maakt de eerste oefening klassikaal aan bord en legt uit hoe het deel-geheelschema hierbij kan helpen.

Slide 29 - Tekstslide

Welke krachtige instructietechniek is dit?
A
Scaffolden
B
Coachen
C
Reflecteren
D
Modelleren

Slide 30 - Quizvraag

Een leerling die normaal weinig moeite heeft met de leerstof van wiskunde heeft het lastig tijdens de les probleemoplossend denken. De leerkracht merkt het op en vraagt wat er aan de hand is. De leerling is onzeker omdat er veel gegevens in het vraagstuk staan en ze niet weet waar te beginnen. De leerkracht vraagt of ze al een tekening heeft proberen maken van de situatie? 

Slide 31 - Tekstslide

Welke krachtige instructietechniek is dit?
A
Scaffolden
B
Reflecteren
C
Coachen
D
Expliciteren

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Neem een foto van je bordplan en stuur deze hier in

Slide 50 - Open vraag