present perfect or past simple?

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What do you know about the Present Perfect?
Example: I have worked here since I graduated school.

Slide 2 - Woordweb

De present perfect gebruik je:
- om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en daar nu nog het resultaat van merkt: 
He has worked in this factory for 5 years.

- om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nu nog voort duurt 
They have lived on a desert island since 2006.

Slide 3 - Tekstslide

Signaalwoorden
for - nu al
since - sinds
always - altijd al
ever - ooit / wel eens
never - nooit / nog nooit
how long? - hoe lang al?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple

Slide 6 - Woordweb

Gebruik van de Past Simple
De Past Simple gebruik je voor handelingen of gewoontes die in het verleden hebben plaatsgevonden en die nu helemaal afgelopen zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

I lived in New York
I have lived in New York
Present Perfect
Past Simple

Slide 9 - Sleepvraag

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 10 - Tekstslide

Verschil present perfect en past simple


Signaal woorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 11 - Tekstslide

I have known him all my life.
A
present perfect
B
past simple

Slide 12 - Quizvraag


My cat died last week.
A
present perfect
B
past simple

Slide 13 - Quizvraag

Somebody painted a picture on the wall.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 14 - Quizvraag

Rebecca has gone to bed
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 15 - Quizvraag

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 16 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 17 - Quizvraag

We ________ (own) this TV set since 1968, and it still works!

Slide 18 - Open vraag

The plane ... (arrive) at 9 o'clock last night.

Slide 19 - Open vraag

I ........... (text) her 2 days ago.

Slide 20 - Open vraag

I ______ (live) in Paris when I was a child.

Slide 21 - Open vraag

I ........ (work) here for more than a year. I still love it.

Slide 22 - Open vraag

Somebody ________ (steal) my bicycle! Now I'll have to walk home.

Slide 23 - Open vraag

I ________ (wear) these boots to go hiking yesterday.

Slide 24 - Open vraag

Joji ________ (to live) in Tokyo for five years, but he left in 1993.

Slide 25 - Open vraag

I ________ (lose) my key yesterday

Slide 26 - Open vraag

have / has + voltooid deelwoord is:
A
past perfect
B
present continuous
C
present perfect
D
past continuous

Slide 27 - Quizvraag

This week's work

Slide 28 - Tekstslide