erfelijkheid

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

erfelijkheid

Bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen die je tussendoor tegenkomt.

Wat maakt dat Julia twijfelt of haar vader haar vader is?

1. Haar oogkleur
2. Het tongrollen
3. of haar oorlelletje vast zit
4. Haar bloedgroep

Waarom is het onwaarschijnlijk dat Hugo haar vader is?

Hoe heet de stof waar de erfelijke informatie in zit opgeslagen?

1. DNA
2. RNA
3. CNA
4. QNA

Een streng van deze stof heet een

1. chromosoom
2. chromatine
3. chromoloog
4. chrammafoon

Waar bevindt de erfelijke informatie zich?

1. Alleen in de celkernen van de huidcellen
2. Alleen in de celkernen van de cellen in de ogen
3. Alleen in de eicellen en de zaadcellen
4. celkern van iedere cel in het lichaam

Hoe heet het proces van gewone celdeling, bijvoorbeeld zoals na de bevruchting?

1. Mitose
2. Meiose
3. Lactose
4. Sacharose

Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel?

1. 46
2. 48
3. 23
4. 24

Het bloed bestaat uit verschillende onderdelen. Welk onderdeel zou Julia het beste kunnen gebruiken om te weten of Arend haar vader is?

1. Bloedplasma (het vocht)
2. Rode bloedcellen, (zonder celkern)
3. Bloedplaatjes (kapotte cellen)
4. Witte bloedcellen

Hoe heet een overzicht waarin je familiebanden in kaart brengt? (Terrence en Julia maakten deze samen)

Waarmee wordt een vrouw weergegeven in het overzicht?

1. Vierkantje
2. Rondje
3. Driehoekje
4. Rechthoek

Hoe kon de dokter zien dat Hugo niet de moordenaar kon zijn geweest?

Leg in je eigen woorden uit hoe een eeneiïge tweeling ontstaat

Waarom zijn eeneiïge tweelingen altijd van hetzelfe geslacht? Leg je antwoord uit.

Met wie kan het DNA van Julia het beste vergeleken worden om te weten of Arend haar vader is?

1. Erik
2. Terence
3. Mabel
4. Hugo

Hoeveel DNA heb je hetzelfde als je vader?

1. 25%
2. 50%
3. 75%
4. 100%

Einde van deze toets!