Genetica





Genetica
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les





Genetica

Slide 1 - Tekstslide

Genotype: alle erfelijke informatie die vaststaat in het DNA/chromosomen.

Fenotype: het uiterlijk van een organisme.

Slide 2 - Tekstslide

Erfelijke informatie
  • Helft van je moeder helft van je vader. 

  • De erfelijke informatie ligt op de chromosomen.

  • 46 chromosomen, 23 paar

Slide 3 - Tekstslide

Erfelijke informatie
  • Chromosomen: liggen in de celkern, zijn slierten DNA

  • Lichaamscel: bevat 46 chromosomen die 23 paar vormen.

  • Geslachtscel: eicel/zaadcel bevat de helft van de lichaamscellen dus 23 chromosomen 0 paar.

Slide 4 - Tekstslide

Gen
In de celkern liggen chromosonen die bestaan uit DNA. 1 stukje DNA die 1 erfelijke eigenschap draagt noemen we een gen.

Voorbeeld erfelijk eigenschap: haarkleur, oogkleur en haarstijl.

Slide 5 - Tekstslide

Een baby
De moeder heeft voor elke erfelijke eigenschap 2 genen. Ze geeft er maar 1 door in haar eicel van elke eigenschap.
De vader heeft dit ook. 

Een baby is dus een mix van de genen.

Slide 6 - Tekstslide

Gen
Gen: deel van een chromosoom (stukje DNA) dat de informatie draagt voor 1 erfelijke eigenschap.

Lichaamscel: genen komen in paren voor.
Geslachtscel: er komt van elk gen maar 1 voor (enkelvoudig)
Het genotype van een organisme komt tot stand bij de bevruchting

Slide 7 - Tekstslide

Genen
Je krijgt 1 gen van je moeder en 1 gen van je vader voor 1 erfelijke eigenschap.

Slide 8 - Tekstslide

Gelijke genen


Dan krijg je van je moeder en je vader voor 1 erfelijke eigenschap een gen met dezelfde informatie heb je gelijk genen.

Bijvoorbeeld. blond haar-blond haar.

Slide 9 - Tekstslide

Ongelijke genen
Dan krijg je van je moeder en je vader voor 1 erfelijke eigenschap een gen met niet dezelfde informatie heb je ongelijk genen.

Bijvoorbeeld. blond haar-bruin haar.

Slide 10 - Tekstslide

Tweelingen
Eeneiige tweeling: tweeling die uit 1 bevruchtig is ontstaan. Hebben dus precies hetzelfde genotype.

Twee-eiige tweeling: onstaan uit 2 bevruchtingen dus niet hetzelfde genotype.

Slide 11 - Tekstslide

Tweelingen
Eeneiige tweeling: onstaat uit 1 bevruchting (1 eicel+1 zaadzaal). de kinderen hebben hetzelfde genotype.

Twee-eiige tweeling: onstaat uti 2 bevruchtigen (2 eicellen+ 2 zaadcellen).de kinderen hebben niet hetzelfde genotype.

Slide 12 - Tekstslide

Evolutietheorie

Slide 13 - Tekstslide

Evolutietheorie
Bestaat uit 3 stappen:

1. Verandering in genotype
2. Natuurlijke selectie
3. Ontstaan nieuwe soort

Slide 14 - Tekstslide

1. verandering in genotype
Mutatie: door fout in kopieren DNA voor nieuwe cellen is het genotype veranderd.

Door mutatie veranderd het genotype en wordt andere erfelijke informatie doorgegeven.

Slide 15 - Tekstslide

2. natuurlijke selectie
De nieuwe erfelijke eigenschap zorgt voor een voordeel in de natuur en vergroot de overlevingskans.

Slide 16 - Tekstslide

3. ontstaan nieuwe 
soort
Door isolatie (afzondering) ontstaat een nieuwe soort. De dieren blijven doorveranderen en lijken niet meer op voorouders.

Voortplanten is dan onmogelijk.

Slide 17 - Tekstslide

Kunstmatige selectie
De mens bepaalt welk dier mag voortplanten.

Slide 18 - Tekstslide

Fossielen

Slide 19 - Tekstslide

Evolutie zichtbaar.
Fossiel onstaan: 
  1. Dier sterft. 
  2. Dier komt op aarde te liggen. 
  3. Dier wordt bedekt met zand/aarde. 
  4. De zachte delen gaan weg en alleen hard matriaal blijft over. 

Omdat de resten van dieren bewaard blijven kunnen we een reconstructie (namaken) van een dier doen.

Slide 20 - Tekstslide

Ontstaan leven
Leven op aarde wordt opgedeeld in tijdperken en deze tijdperken worden verder opgedeeld in perioden.

  • Start 4,6 miljard jaar geleden op aarde kon geen leven leven. 
  • 3800 miljoen jaar geleden 1ste leven eenvoudig zoals bacteriën.
  • 1600 miljoen jaar geleden veelcellige organismen.
  • 700 miljoen jaar geleden eerste dieren.

Slide 21 - Tekstslide

Leven op het land
  • 500 miljoen jaar geleden eerste landplanten en eerste gewervelde in de zee (vissen).
  • 450 miljoen jaar geleden eerste landdieren (amfibieën en reptielen).
  • 250 miljoen jaar geleden ontstaan eerste zoogdieren en sauriërs.
  • 65 miljoen jaar geleden stierven sauriërs uit.

Slide 22 - Tekstslide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 24 - Open vraag





Genetica

Slide 25 - Tekstslide