H6 spelling NN6

Nog even herhaling vorige les! 
(h5 -spelling)


Welke 4 manieren ken je om de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord te maken?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nog even herhaling vorige les! 
(h5 -spelling)


Welke 4 manieren ken je om de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord te maken?

Slide 1 - Tekstslide

Er zijn 4 manieren om de lange vorm van het bn. te maken. Welke?

Slide 2 - Open vraag

Maak van het woord een passend bn:
Mijn oma is een (religie) vrouw.

Slide 3 - Open vraag

Na deze les
kan je komma's correct gebruiken
weet je hoe je een dubbele punt en aanhalingstekens gebruikt bij citaten
weet je wat een citaat, directe en indirecte rede is

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens kunnen levens redden!
Bekijk straks de tekst (in het Engels!)het plaatje op de volgende dia. 
Waarom zou het leven van opa hier gered kunnen worden door een komma?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Theorie blz. 184

Slide 7 - Tekstslide

Juist / onjuist gebruik van de komma:
Wij willen weten, wie toch die mysterieuze Adje is maar we komen er niet achter!

A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wij willen weten wie toch die mysterieuze Adje is maar we komen er niet achter!
A
De komma hoort tussen: Kahoot -maar
B
De komma hoort tussen: maar en we

Slide 9 - Quizvraag

Welke regel omtrent het gebruik van komma's hoort bij de vorige zin?
(kijk in je boek op blz. 184)
Wij willen weten wie toch die mysterieuze Adje is, maar we komen er niet achter!

Slide 10 - Open vraag

Theorie op blz. 184

Slide 11 - Tekstslide

Verbeter de zin (hoofdletters, komma, punt dubbele punt,vraagteken)

aan de nederlandse kust kan de vakantieganger van alles doen zeilen zwemmen surfen en duiken

Slide 12 - Open vraag

Aanhalingstekens (directe rede)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Stelling: In de indirecte rede geef je iemands woorden letterlijk weer.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Zet deze zin in de indirecte rede
Viggo zei tegen Youri : ‘Ik ga even naar de kapper.’

Slide 17 - Open vraag

Maak opdracht 4 op blz. 185

Slide 18 - Tekstslide

Verzin nu zelf 4 zinnen
Zin 1 en 2: zonder interpunctie/ hoofdletters
Zin 3: in de directe reden
Zin 4: in de indirecte reden

Klaar? --> wissel de zinnen uit met je buurman/ buurvrouw

Slide 19 - Tekstslide

Wissel je zinnen uit met je buurman/ buurvrouw
Plaats in zin 1 en 2 op de correcte wijze hoofdletters/ leestekens
Plaats zin 3 in de indirecte rede
plaats zin 4 in de directe rede

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link